De Shelby Cobra, vernoemd naar racelegende Carroll Shelby, is de auto-equivalent van een testosteron-injectie. Neem een slank Brits lijfje (AC Ace), ram er een Amerikaanse V8 in, en je krijgt een brute mix van gentleman en krachtpatser. Shelby bedacht dit monster na zijn Le Mans-overwinning in 1959 en sindsdien is de Cobra een icoon. Wat er op 13 september bij Bonhams
geveild wordt, is niet zomaar een Cobra. Nee, dit is dé meest doorgewinterde racer onder de Cobra’s. Als auto’s oorlogsveteranen zouden zijn, droeg deze versie een borstkas vol medailles.
Onder de motorkap bij de Shelby Cobra
Onder de kap ligt meestal een
Ford V8, variërend van een 4,7-liter tot de beruchte 7,0-liter 427 Big Block. Die laatste knalt er 425 pk uit, goed voor een topsnelheid van 260 km/u en een 0-100 sprint in nog geen 4,5 seconden. Geen ABS, geen rijhulpjes, gewoon brute kracht. Een ritje voelt alsof je in een wasmachine op turbo-stand bent gestopt, maar dan met meer herrie en rook.
Bell & Colvill: de Britse gloriejaren
Dit specifieke exemplaar werd in 1975 naar Engeland gehaald door
Martin Colvill, baas van Bell & Colvill. Voor hem was het geen showstuk, maar een strijdros. In de jaren ’70 en ’80 tikte dit beest meer dan 100 races af. Resultaat? 12 overall wins, 44 klasse-overwinningen, drie Historic Sportscar-titels en twee Aston Martin Inter-Marque Championships. En alsof dat nog niet genoeg is, ramde Colvill er ronde-records uit op circuits als Silverstone en Mallory Park.
Nu gaat dit race-icoon onder de hamer, en wordt er een prijskaartje van 1,6 tot 2,3 miljoen euro verwacht.
Of toch de Lego-versie?
Voor wie dat nét iets boven budget is:
Lego heeft ook een Shelby Cobra. Voor 150 euro klik je ‘m zelf in elkaar, geen olie, geen flitsboetes. Een stuk vriendelijker voor de portemonnee, en waarschijnlijk kan je hem een stuk makkelijker kwijt in de woonkamer.