De Duitse sergeant Bert Trautmann is de
laatste overlevende van zijn groep. Het is tegen het einde van de
oorlog en hij is alleen. Hij bevindt zich op vijandig gebied en heeft geen troepen en geen papieren meer. Met andere woorden: hij is de lul. Dat blijkt ook al snel als hij wordt opgepakt door twee Amerikaanse soldaten. Uiteindelijk belandt hij, tot overmaat van ramp, in een kamp voor krijgsgevangenen. In dat kamp wordt op een gegeven moment een voetbalwedstrijd
tussen krijgsgevangen georganiseerd. Ene Jack Friar ziet de Duitser een alleraardigst
potje keepen en. Laat die beste man nou net de manager zijn van de club St. Helens Town, spelend
op het amateurniveau. Hij vraagt Trautmann om eens een potje mee te spelen. Vanaf daar gaat
zijn carrière in de lift met als laatste etage:
Manchester City.
Onze Duitse vriend speelde tussen 1949 en 1964 voor
Manchester City en kwam hiermee op een totaal van 545 wedstrijden. Eén van
de mooiste, zo niet de mooiste pot uit zijn carrière was de FA Cup-finale van 1956. In deze wedstrijd kwam hij head-first in botsing met een tegenstander. Maar die Bert, dat is geen watje hoor. Hij speelde de wedstrijd gewoon uit. Drie dagen later kwamen ze er in het ziekenhuis achter dat hij een gebroken nekwervel had opgelopen. Wat een beest. Gelukkig had ‘ie de finale wel gewonnen met 3-1.
De film verschijnt 14 maart in Duitsland op het witte doek. Hoogstwaarschijnlijk komt ‘ie ook naar Nederland. Wanneer dat is, is helaas nog niet bekend. In Engeland gaat de film onder de naam 'The Keeper' en daar kan je 'm vanaf 5 april aanschouwen.