Mannen, het is weer weekend en dat betekent maar één ding: een lekker rood wijntje met je vrouw of een paar flessen kantelen met je maten. En wat hoort daar het best bij? Een goed stuk vlees. Het liefst het beste van het beste. En wat is er nou lekkerder dan een biefstuk, drijvend in de jus? Helemaal niks. Daarom leggen wij je vandaag uit hoe je dit prachtige stukje vlees het best kunt bakken. Dus let op, mocht je binnenkort indruk moeten maken.
Biefstuk is misschien wel het lekkerste vlees dat er is. Het mooie ervan? Je kunt het op allerlei manieren bakken. De een wil ‘m rare, de ander medium en voor de schoenzool-liefhebbers onder ons kan ‘ie ook well done. Maar laten we eerlijk zijn, dat laatste is een misdaad tegen de biefstuk.
De eerste stap in het maakproces? Een lekker slokje rode wijn. Oké, nu kunnen we beginnen. Zorg ervoor dat je biefstuk op kamertemperatuur komt. Dit doe je door ‘m op tijd uit de koelkast te halen. Daarna begint het echte werk. Schroei de biefstuk aan beide kanten goudbruin. Vervolgens houd je de volgende baktijden aan: Rare: ongeveer 3 minuten, medium: 3 tot 4 minuten en tot slot well done: 6 minuten. Eet smakelijk met je schoenzool.
Voordat je begint met bakken, check altijd de dikte van het vlees. Is ‘ie dikker? Dan iets langer bakken. Dunner? Korter bakken. Wil je echt de perfecte biefstuk? Gebruik een vleesthermometer.
Dit zijn de perfecte temperaturen: Rare: 45-50°C, Medium: 60°C, Well done: 70°C.
De koning onder de biefstukken is volgens velen die van Loetje. Veel mensen zweren erbij. Daarom hebben wij voor jullie uitgezocht hoe je deze het beste kunt bakken.
Een dag voordat je begint, haal je de biefstuk uit de vriezer en laat je ‘m ontdooien in de koelkast. Een half uur voordat je gaat bakken, haal je ‘m uit de verpakking en dep je ‘m droog. Vervolgens pak je zout en strooi je dat rijkelijk over het vlees zodat het goed kan intrekken.
Gooi een flinke klont boter in de pan en wacht tot de boter niet meer bruist. Zodra dat moment daar is, kan het vlees erin. Leg de biefstuk voorzichtig in de pan van je af, zodat je geen spetters in je gezicht krijgt. Gebruik een tang om ‘m rustig door de jus te bewegen, zodat ‘ie aan beide kanten gelijkmatig bakt. Zodra het vlees rondom goudbruin is, zet je het vuur lager en wacht je tot ‘ie medium rare is. Daarna haal je hem uit de pan en laat je ‘m rusten in aluminiumfolie. Zo blijft ‘ie sappig.
We komen nu bij de laatste twee stappen. En die zijn belangrijk, want hier wordt de jus gemaakt.
Tijd om te serveren. Pak een bord, schenk een lekker wijntje voor jezelf in, leg de biefstuk erop en giet de jus er rijkelijk overheen. Om het helemaal af te maken, serveer je ‘m met wit brood.
Zo heb je biefstuk à la Loetje. Eet Smakelijk!