King Coke is de actiethriller voor deze zomer

26 mrt 2017, 15:30 Entertainment

Na een lange dag werken of uitkering trekken heb je behoefte aan ontspanning. Omdat de kroeg niet altijd open is en de Formule1 ook maar af en toe te zien is, heb je meer opties nodig waar je uit kunt kiezen.

Het is zeer verleidelijk om een hele middag te besteden aan de waterkant en wat vissen binnen te hengelen, maar je vrouw en je hond willen je ook weleens thuis zien. Nu kun je ook je computertje aanzetten en allerlei viezigheid opzoeken, recent onderzoek heeft echter uitgewezen dat die bezigheid nogal schadelijk kan zijn.

Waarom pak je niet eens een boek? Lekker neerploffen op de bank en eens wat anders lezen dan de gebruikelijke onzin waar wij jou mee lastig vallen.

Het boek King Coke van Dannis Kramers is een keiharde en supersnelle misdaadroman die leest als een spannend jongensboek voor grote jongens. Het boek is geïnspireerd op de grote actiefilms van Tarantino, Leone, Coppola en Ritchie. Het verhaal leest als een trein en slokt jou op. De hoofdpersoon van King Coke is de handige Brabantse Mick die van kleine wietteler uitgroeit tot mondiale speler in de drugs . Mick wordt geleefd door deze harde wereld en begint langzaam te beseffen wat voor gevolgen het voor hem hebben.

Wij mogen jullie het begin van het boek voorschotelen zodat jullie deze daarna kunnen kopen in de boekwinkels. Voor €19,95 is deze kraker van jou en heb jij ruim 300 pagina's leesplezier.

Voorpublicatie King Coke ISBN 9789401606486

Hier kun je nog meer lezen over de achtergronden van het verhaal.

[Hoofdpersoon Mick heeft samen met zijn vrienden net het VWO afgerond. De wereld ligt aan hun voeten.]

AANGENAAM: LSD IS DE NAAM

Dag van de finale van het Europees Kampioenschap Voetbal, 25 juni 1988

Geluidswal langs de A27 (Oosterhout, Nederland)

Daar zit ik dan. Met Lies en Loes, lekker top op het bot, en mijn drie maatjes Dirk, Red en Quin. Mijn eerste kennismaking met drugs. Niet een klein stickie of een onschuldig waterpijpje. Laat staan een ijskoud biertje. Maar drugs , drogen, dope. Kapitalen, uitgevoerd in neonletters, die afwisselend Hello Kitty-roze, mintblauw en absintgroen knipperen en hun boodschap van geestelijke verruiming mijn buik en ballen inschieten. Lsd is de naam, aangenaam kennis te maken.

Het is de zomer van 1988 en het leven lijkt zich met ongekende mogelijkheden voor ons uit te rollen.

Loes’ lange lichaam strekt zich heerlijk half liggend uit tussen mijn benen. Dirk, Red en ik kijken elkaar aan en krijgen uit het niets een lachkick. Dan ineens hoor ik een prachtig zacht gebrom. Een lieflijk monotone baslijn. Ik ben me er nooit van bewust geweest dat geluid zo subtiel in elkaar kan overvloeien. Zo constant van toon en klankkleur. Het raakt me. Het werkt zich subtiel mijn botten in. Mijn kaak begint te trillen. Mijn handen proberen onbewust de lage frequentie vast te pakken.

Ik draai me om naar Red, wil hem vragen of hij het ook hoort. Maar ik zie alleen Dirk die verdwenen is achter zijn zonnebril. Starend naar een paarse of witte bloem in zijn hand. Ik kan de kleur niet plaatsen. Het verspringt de hele tijd.

Ik word een tunnel van geluid in gezogen. Ik klim de geluidswal op om de oorsprong van dat wonderlijke arsenaal tonen te achterhalen. Drie meter klimmen met een steeds minder betrouwbaar aantal zintuigen blijkt geen sinecure. Wankel als een dronken aap zonder duimen kom ik eindelijk boven. Als ik mijn hoofd boven de met grote graspollen, brandnetels, wilde bloemen en klimop begroeide wal kan steken, zie ik eindelijk wat me zo in vervoering brengt: de auto’s en vrachtauto’s die niet meer dan tien meter van onze trip achter de hoge wal voorbijrazen. Niet veel, het is rustig.

Waarom is dat?

Ergens in mijn hoofd fluistert een onbegrijpelijke herinnering iets over voetbal.

Niet te plaatsen, maar perfect in harmonie met mijn trip.

Ik kijk naar rechts en zie in het tegenlicht van de laagstaande zon een silhouet de brug over de snelweg op lopen. Een ander even helder afgetekend wajangfiguurtje gaat het silhouet achterna. Ook al staat de donkere, allesverzengende muziek van het verkeer geen ander geluid toe, ik voel dat beide figuren in paniek zijn. Hun bewegingen zijn hoekig en onrustig. De tweede heeft constant zijn hand bij zijn mond, alsof hij roept. De eerste kijkt achterom en vlucht.

Die eerste is een zij, denk ik dan. Een meisje, ik zie haar lange haren meebewegen. Het is de wind die haar haren als de slangen van Medusa wild om haar hoofd laat bewegen. Dan klimt ze de ijzeren reling van de brug op.

Ineens klinkt uit alle huizen op misschien maar honderd meter achter de hoge rij bomen een massaal gejuich. Alsof de wereld explodeert. Ik hoor het, voel het, maar registreer het niet. Ik heb alle innerlijke macht nodig om tegen de felle zon in te zien wat er zich afspeelt op de brug.

Als het eerste figuurtje gaat staan zie ik pas echt duidelijk dat het een meisje is. Ik weet dat het geen zin heeft door de muur van geluid, maar toch draai ik me om, om Red te roepen, maar die is al op de geluidswal geklommen. Ook hij heeft zijn hand boven zijn ogen en probeert te focussen op de twee figuren zo’n tweehonderd meter bij ons vandaan.

Zij.

Op de reling.

Hij.

Ook dat zie ik nu scherp afgetekend tegen de laaghangende zon.

Staand op de brug, zijn armen uitgestoken naar haar.

Plotseling overstem ik de verweven baritons onder en in mij.

‘Red, wat gebeurt daar?Wie zijn dat!?’ gil ik.

Ik schrik ervan. Precies op dat moment grijpt iets mijn hart in een ijzige greep om het nooit meer los te laten.

‘Ik kan het niet zien, die kutzon! Maar ze staat recht boven de snelweg! Wat gaat ze doen?’

Ik verbaas me nog tot in het diepst van mijn door lsd overgenomen bewustzijn over de scène waar we naar kijken. Overbelicht, vol contrast en uit focus.

Het meisje maakt ineens een klein hupsje. Zo lijkt het… echt.

Een hupsje omhoog.

Zoals je doet als je aan het touwtje springen bent. Het andere wajangpoppetje steekt zijn armen weer naar haar uit. Het kleine hupsje lijkt een eeuwigheid te duren om vervolgens over te gaan in een val van negen, misschien wel tien meter. In een fractie van een seconde zie ik het, als zij de zon uit en de schaduw van de brug in springt. Een roodwit gestreept topje.

Lies!

Het is Lies!

Dat is het moment dat de rij auto’s niet alleen maar zalvende lage tonen voortbrengt. Onder begeleiding van een plotseling schreeuwerig hoog getoeter en een angstaanjagend verwrongen geluid, verdwijnt het rood-witte topje tussen een viertal auto’s en de vrachtwagens die zich onder de brug door willen persen.

IJzig metaal op metaal. Harde knallen. Schreeuwend rubber. Maar het duidelijkst is het hupsje. Precies als die van een seconde of twee geleden. Nu is het de eerste auto die met zijn rechtervoorwiel het hupsje maakt, als hij over het lichaam van Liesbeth heen rijdt.

Dat weet ik op dat moment zeker. Geen enkele twijfel. Liesbeth sprong of viel van de brug.

Om ons heen klinkt overal gejuich.

Heel Nederland viert de winst in de finale van het Europees Kampioenschap.

Maar mijn vriendin sterft op het ongenadige asfalt van de A27.

Delen met
Ook interessant