In het rijtje van Britse grootheden in de Formule 1 mag één naam absoluut niet ontbreken: Jenson Button. In 2009 schudt hij de boel op en verovert de ‘’lazy playboy’’ met het debuterende Brawn GP zijn eerste wereldtitel. We spreken hem tijdens de 24 uur van Le Mans en horen hoe hij vandaag de dag in de wedstrijd staat en of hij ooit nog eens wil stoppen met autosport.
In de tijd dat we nog op een opgefokte Piaggio Zip met knalpijp rijden en ons suf aan het pingen zijn met onbereikbare blondines uit onze klas, rijdt Jenson zich de ballen uit de broek in de koningsklasse van de autosport. Hij verslaat op de baan grote namen zoals Kimi Räikkönen, Fernando Alonso en Lewis Hamilton. Ondanks dat Button geen overnight succes is in de Formule 1, is het wel altijd zijn doel geweest om een succesvolle carrière in de motorsport te hebben. ‘’Als ik niet was gaan racen, was ik waarschijnlijk een nietsnut geworden. Wellicht had ik mijn vader geholpen met het tunen van gocarts, maar dat is nooit het plan geweest’’, vertelt de 44-jarige coureur.
In tegenstelling tot een hoop andere coureurs weet Jenson met zijn talent én zonder een astronomisch rijke pappie en mammie zich omhoog te werken in de autosportwereld. Geloof en doorzettingsvermogen zijn het mojo van Jenson en anno 2024 inhaleert de 44-jarige veteraan nog steeds rubber- en benzinedampen. As we speak rijdt hij voor Jota Sport Porsche in het World Endurance Championship. ’Ik zit nog steeds in een goede flow en denk nog niet aan volledig stoppen met racen’’
In de jaren dat Jenson actief is in de autosport is er een hoop gezegd en geschreven over de Brit. Zo zou hij volgens de flamboyante teambaas Flavio Briatore een ''lazy playboy" zijn die niet veel kon bereiken. Jenson laat zich daarentegen niet de kaas van zijn brood eten en met de hulp van zijn vader en racelegende Alain Prost pakt hij 2009 zijn eerste en tevens laatste wereldtitel in de Formule 1. ''23 jaar geleden werd ik door Flavio Briotare inderdaad een lazy playboy genoemd, maar hij had geen gelijk. Dat heeft hij trouwens nooit. Mijn vader is de reden dat ik ben gaan racen en was mijn grootste support tot aan het F1-wereldkampioenschap en daarna. Naast mijn vader, was ook Alain Prost een man waar ik tegen opkeek. Over de jaren heen ben ik veel met hem opgetrokken. Al is geweldig om naar te luisteren, over zijn verleden in de racesport. Hij is iemand waar ik als kind enorm tegen opkeek en dat is de persoon die ik wilde zijn. Ik won dan geen vier kampioenschappen in de Formule 1, maar wel eentje. Hij was een held voor me.''
Jenson stopt in 2017 definitief als coureur in de Formule 1, maar met pensioen gaan doet hij niet. De Britse coureur rijdt onder andere in de Amerikaanse NASCAR, het Japanse Super GT en momenteel in het WEC. In tegenstelling tot zijn rivalen uit de Formule 1 is Jenson vroeg uit de koningsklasse gestapt, maar "zelfs de beste baan in de wereld wordt saai na een tijd." Volgens hem was het tijd om andere dingen te gaan doen.
"Zelfs de beste baan in de wereld wordt saai na een tijd"
"Misschien ben ik te vroeg gestopt met de Formule 1, maar ik was er klaar mee en moe. Het was de juiste beslissing, want twee jaar ervoor dacht ik al aan stoppen." Terugkeren in de Formule 1 gaat dan ook niet gebeuren vertelt hij. "Als je zo lang uit de koningsklasse bent is het té lang om een rentree te maken. Niet alleen de auto’s zijn een stuk sneller en verder, ook de reactiesnelheid die je moet hebben in een Formule 1 auto verlies als je zolang niet meer achter het stuur zit."
Ondanks dat de Formule 1 geen primaire levensbehoefte meer is voor de coureur pur sang, koestert hij een hoop mooie momenten. Daarentegen zijn de slechte momenten ook goed geweest voor zijn carrière. Volgens de Brit was hij niet de coureur geworden die hij vandaag de dag is zonder alle tegenslagen. Als we hem vragen naar zijn slechtste moment geeft hij lachend aan dat dat er te veel zijn om op te noemen. Zijn mooiste is daarentegen heel duidelijk: de Grand Prix van Japan in 2011. Met een grote glimlach vertelt hij: "Ik denk dat Suzuka 2011 me het allerbeste gevoel ooit gaf. Ik won en versloeg tweevoudig wereldkampioen Fernando op 0,5 seconden. Die race was speciaal, helemaal omdat Japan door een moeilijke tijd ging na de Tsunami eerder dat jaar. Het was een weekend vol emoties die alle kanten opgingen."
Waar het bij andere raceklassen, zoals de Formule 1 en NASCAR vooral gaat om individuele prestatie, is dit bij het World Endurance Championship heel anders. De nadruk ligt op teamwork en samen de hoogste trede te bereiken. Een champagne shower ondersteund door het volkslied op het podium van het WEC, voelt volgens hem dan ook heel anders aan. "In Formule 1 zie je de data van jouw teammaten en help je elkaar enigszins. In je achterhoofd hou je wel dat hij de eerste persoon is die je moet verslaan, want je hebt hetzelfde materiaal en daar word je op afgerekend. In het WEC werk je met elkaar om de auto beter te maken, want je wint of verliest samen als teamgenoten", legt hij uit.
Net als een kleuter op tien zure matten en één Red Bull, is Jenson Button onuitputtelijk. Daarentegen is de ‘’lazy playboy’’ ook geen 18 meer en lijkt een pensioen dichtbij. Stilzitten is alleen niets voor de Brit en definitief stoppen met de autosport gaat niet gebeuren. Jenson zegt hierover: "In de komende jaren wil ik uit het serieuze racen stappen en meer fun stuff te doen. Ik bedoel het WEC is leuk, maar toch een stuk serieuzer dan bijvoorbeeld classic car racing. Ik rij Goodwood elk jaar en doe dit jaar ook de Monterey Motorsports Reunion in mijn C-type. Ik wil meer van dat soort dingen gaan doen. "Ik zal zeker minder competitief zijn in de komende jaren en wat meer one-off races doen."
''Het zou een droom zijn om in de rode Ferrari hierop Le Mans te rijden’’
Als we hem het duivelse dilemma stellen en vragen of hij ooit nog voor Ferrari in Le Mans wil rijden is zijn antwoord duidelijk: ‘’We hebben daarvoor nog een lange weg te gaan, maar het zou een droom zijn om in de rode Ferrari hierop Le Mans te rijden.’’
Tekst: Dion Roessen
Foto’s: Mobil 1 Racing / Hertz Team Jota