We vliegen, vallen, dansen met celebrities en staan ineens broekloos op een podium, maar onze dromen laten opvallend vaak dingen weg die in het echte leven juist niet te missen zijn. Wetenschappers hebben onderzocht waarom sommige alledaagse elementen simpelweg niet in onze droomwereld voorkomen.
Van smartphones tot teksten en zelfs je eigen spiegelbeeld: ons slapende brein blijkt selectiever dan je denkt. En dat heeft alles te maken met evolutie, hersenactiviteit én hoe onze hersenen ‘s nachts informatie verwerken.
Twee uur per dag, nooit in je dromen
Hoewel de gemiddelde Nederland meer dan twee uur per dag op zijn
telefoon zit, komen smartphones in dromen bijna nooit voor. Uit een analyse van 16.000 droomrapporten blijkt dat telefoons slechts voorkomen in iets meer dan drie procent van die dromen.
Volgens droomonderzoeker
dr. Kelly Bulkeley is dat geen toeval: “In onze dromen werken onze gedachten op een meer vloeiende, emotionele en associatieve manier… we hebben daarbij minder capaciteit voor de korte-termijnfocus en concentratie die nodig zijn voor lezen, rekenen en het bedienen van een computer.”
Dromen bestaan vooral om bedreigingen te verwerken en dus niet om apps te openen of notificaties weg te tikken. Zaken die pas recent in ons leven zijn verschenen, zoals smartphones, “passen simpelweg niet in het evolutiemodel”, aldus wetenschappers.
Cijfers en tijden
Ook getallen, sommen en klokken zijn een zeldzaamheid. En als ze wél opduiken, zijn ze meestal vervormd of veranderen ze zodra je weer kijkt.
Neurowetenschapper dr. Benjamin Baird legt uit: “In dromen genereert het brein de scène grotendeels van boven naar beneden, met weinig tot geen externe input. Daardoor zijn fijne details vaak instabiel of veranderen ze zodra je weer kijkt.”
Smaken en geuren
Hoewel eten vaak voorkomt in dromen, proeven we het zelden écht. Slechts rond de 1 procent van de mensen rapporteert ooit een geur- of smaaksensatie in hun droom.
Dat komt deels omdat geurcentra evolutionair oud zijn en tijdens dromen minder samenwerken met de visuele gebieden. Maar ook omdat ons brein ze simpelweg minder relevant vindt voor het “verhaal” van de droom.
“We hebben elke dag geur- en smaaksensaties, maar dromen er bijna nooit over… omdat ze meestal niet veel toevoegen aan de dramatische, onbewuste verhalen die we onszelf vertellen,” zegt Dr. Bulkeley hierover
Jezelf
In tegenstelling tot het fabeltje “je kunt geen spiegelbeeld zien in dromen”, kan dat wél alleen ziet het er bijna nooit normaal uit. Je kunt jezelf zien als kind, met verwondingen of zelfs als een totaal ander persoon. Wetenschappers denken dat het simpelweg te complex is voor het slapende brein om een volledig accuraat gezicht te construeren zonder input van buitenaf.
Hoeveel we ook denken te weten over onze nachtelijke avonturen, onze dromen blijven ons elke keer weer verrassen en dus ook juist door alles wat we er níét in tegenkomen.