Ferrari showt nieuwe Formule-1 wagen SF1000 voor komend seizoen

We moeten nog heel even wachten voordat we Max Verstappen weer aan het werk gaan zien. Het nieuwe F1-seizoen begint in maart. Hebben we zin in en de voorbereidingen zijn al in volle gang. Ferrari heeft gisteren als eerste hun nieuwe snelheidsduivel gepresenteerd voor 2020.

Ieder beestje moet een naam hebben, zo ook deze. Maak kennis met de SF1000. Ferrari showde de auto gisteren in een Italiaans theater in het pittoreske Reggio Emilia. Komend seizoen mogen Sebastiaan Vettel en Charles Leclerc alles uit de SF1000 gaan halen.

Dubbelganger

De scheurwagen lijkt op het eerste oog een dubbelganger van die uit 2019, maar dat is het niet. Teambaas Binotto vertelt dat er vooral onderhuids veel is veranderd. "Het is een compleet andere auto, al lijkt dat misschien niet zo", zegt hij. Toch zien we veel trends terug. De nieuwe auto heeft hoge inlaten in de sidepods naast de coreur en de welbekende, schuin naar buiten aflopende voorvleugel. Ook de neus is weer als vanouds. Twee gaten in de punt zorgen voor meer neerwaartse kracht aan de voorkant van de auto.

Vernieuwingen

Wat is er dan precies wel nieuw aan deze raceduivel? Dat gaan we je eens even vertellen. Wat nieuw is aan de SF1000 zijn de twee luchtgeleiders aan de weerszijden van de luchtinlaat boven het hoofd van de coureur. Daarachter zit de motorkap, die dit seizoen iets krapper is vormgegeven. En dan hebben we nog de grotere verticale vin op de motorkap, die de lucht moet stabiliseren.

De motorruimte speelt dit jaar de hoofdrol bij Ferrari. Ook aan de onderzijde, richting de achterwielen, moet de ruimte zo strak mogelijk toelopen. Hoe meer lucht richting de achterzijde, des te meer neerwaartse kracht.

Prestaties

We zijn benieuwd of deze veranderingen de coureurs goed doen. In 2019 kaapte zij met de SF90 maar drie overwinningen binnen. De SF90 was krachtig op de rechte stukken, maar verloor zijn power in de bochten. Volgens onze Maxie werden de winsten van Ferrari behaald met wat valsspelen. Nou Sebas en Leclerc, laat de motors maar ronken.