Je zit op het puntje van je stoel, de spanning stijgt, en dan… scoort de tegenstander. Je vloekt, zakt achterover, en vraagt je af waarom je dit jezelf elke week aandoet. Maar geen zorgen; het ligt niet (alleen) aan jou, het ligt ook aan je hersenen. Volgens nieuw onderzoek reageren die net zo heftig op winst en verlies als bij verliefdheid, woede of een shot cafeïne.
Kijk je fanatiek naar voetbal? Dan slaat je hersenactiviteit waarschijnlijk op hol. In een nieuw onderzoek werden voetbalfans gescand terwijl ze hun team zagen winnen of verliezen. Het blijkt dat wanneer je team scoort, je beloningssysteem in de hersenen oplicht en plezierige chemicaliën zoals dopamine vrijkomen. Zie je je team verliezen? Dan wordt een ander hersengebied actief, dat helpt alles te verwerken en te rationaliseren.
Binnen enkele seconden
Voor het onderzoek keken 60 mannen tussen 20 en 45 jaar, fan van de Chileense rivalen Colo-Colo en Club Universidad de Chile, naar hoogtepunten met 63 doelpunten van hun favoriete team, hun rivaal of een neutraal team. Terwijl ze keken, werd hun hersenactiviteit gemeten via fMRI ( een techniek die hersenactiviteit meet door veranderingen in de bloedstroom te detecteren). Binnen enkele seconden bleek het beloningssysteem te reageren bij een goal van het eigen team, terwijl bij een nederlaag het zogenaamde ‘mentalization network’ in actie kwam. Dit netwerk helpt je nadenken over je eigen emoties en die van anderen, waardoor een verlies iets makkelijker te verwerken is.
Ook is het zo dat de hersenen een goal tegen een rivaal veel meer belonen dan tegen een niet-rivaal. Een Feyenoord-fan voelt dus bijvoorbeeld meer euforie bij een goal tegen PSV of Ajax dan tegen Helmond Sport of Top Oss. En bij de échte fanatiekelingen kan een cruciaal moment er zelfs voor zorgen dat ze plotseling “omslaan”. Dan gaan ze van een rationele fan, naar een emotionele die-hard.
Impulsiviteit
Toch zit er ook een negatieve keerzijde aan. Bij verlies kan de verbinding tussen het limbisch systeem (dat emoties zoals plezier en woede reguleert) en de frontale cortex (voor beslissingen en zelfcontrole) tijdelijk minder goed werken. Dat kan leiden tot impulsief gedrag, en soms zelfs tot agressie richting de omgeving. Daar weten we hier in Nederland helaas alles van.
De studie, gepubliceerd in Radiology, laat zien dat fanatisme niet alleen leuk is voor het stadiongevoel, maar dus ook interessante inzichten geeft in hoe mensen omgaan met emoties en competitie.