Als er een bestemming bovenaan onze ‘verre reizen bucketlist’ staat, dan is het Japan wel. Met z’n schitterende natuur, fantastische keuken, interessante geschiedenis, moderne faciliteiten en fascinerende cultuur behoort het tot een van de meest gewilde reisbestemmingen van deze tijd. Jackpot dus, als je wordt uitgenodigd voor een reis naar de Hokuriku regio. Van razendsnelle kogeltreinen tot betoverende tempelcomplexen en van kunstzinnige maaltijden tot weergaloze botanische tuinen, we nemen je mee op droomreis door het land van de rijzende zon.
“Uitnodiging: persreis Japan”. We moeten even twee keer knipperen met de ogen als we naar ons beeldscherm turen. Met een gevoel als we zojuist drie espresso achterover hebben getikt openen we de mail, maar het staat er toch echt. Met de trip worden we in een week tijd langs de hoogtepunten van de Hokuriku regio geleid. Een kijkje in een stukje ongefilterd Japan, dat veel Westerse toeristen nog links laten liggen. Dat is zonde, want dit gebied wordt ook wel de ‘Alpen van Japan’ genoemd. Tegenwoordig is de regio bovendien een stuk makkelijker bereikbaar, omdat sinds een paar maanden het hogesnelheidstreinnetwerk in deze hoek van het land is uitgebreid. Na eerst een vliegveldtrein (in Hello Kitty thema) van Osaka airport te hebben gepakt, kun je vanuit Tsuruga nu met een nieuwe Shinkansen trein naar deze regio sjezen. Natuurlijk willen we dat met eigen ogen ervaren.
Dus melden we ons niet veel later op Schiphol Airport voor een reis die ons in een tijdsbestek van zo’n 26 uur van Amsterdam naar Fukui zal brengen. Een reis compleet naar de andere kant van de wereld, waarbij onderweg wat tussenstops gemaakt zullen worden. De jackpot krijgt helemaal een gouden randje als we horen dat vliegtuigmaatschappij Finnair ons graag kennis wil laten maken met de nieuwe businessclass stoelen. Decadent? Absoluut, maar wel een ontzettend aangenaam cadeau. Vanuit Amsterdam vliegen we eerst naar Helsinki, waarna we overstappen in een andere kist voor de lange oversteek naar Osaka. Vanuit daar pakken we de trein naar Kyoto en daar stappen we weer over in een andere trein naar Tsuruga City in Fukui, een havenstad aan de Japanse Zee op het hoofdeiland van Japan.
Het blijft mooi dat je in een tijdreiscabine kan stappen en een etmaal later voet zet in een compleet andere wereld. Bij aankomst op het vliegveld worden vingerafdrukken en een foto van je genomen. De ogen nemen borden met heel veel vreemde tekens waar. Op het station van Kyoto zien we een mannetje met een stofzuiger rondlopen, om potentieel afval van het perron weg te zuigen. Heel veel werk heeft hij niet, want op het hele station is werkelijk geen papiertje te bekennen. Als we willen instappen in de Hello Kitty bestickerde coupé maken we gelijk kennis met een ander fenomeen: de beleefdheid van de mensen. Iedereen gaat keurig in een verticale rij staan voordat ze de wagon betreden. “We love queuing”, zegt onze gids Yukako Hashizume, een 63-jarige vrouw met pretoogjes die afkomstig is uit de omgeving van Tokyo.
Ondertussen brengt de Shinkansen ons naar de eindbestemming terwijl een vreemde wereld aan ons voorbij flitst. De trein is ons favoriete vervoersmiddel: het is snel, relaxed en je kan genieten van het landschap. Het treinnetwerk van Japan is waarschijnlijk het beroemdste treinenstelsel ter wereld. De beroemde bullettrains zijn bovendien een van de veiligste manieren om de reizen ter wereld. Sinds de eerste trein in 1964 zijn intrede heeft gedaan, heeft er nog nooit een dodelijk ongeluk plaatsgevonden. We kloppen ‘m gelijk effe af.
De treinen hebben een spectaculair uiterlijk: gestroomlijnd, een lange neus, klaar om de elementen der natuur te verslaan. Er zitten veel razendsnelle exemplaren in het assortiment, waarbij snelheden van 320 km/u worden gehaald. Dat is nog niks bij de toekomst van de snelle Japanse treinen. Zo wordt er druk getest met de Maglev. Een hyperfuturistische trein die rijdt op magneten en snelheden kan behalen van over de 500 km/u. Vanaf 2034 zou er een lijn moeten gaan rijden tussen Tokyo en Nagoya. Tot die tijd doet Shinkansen z’n hogesnelheidswerk. En naar behoren ook, want de gemiddelde vertraging bedraagt slechts 36 seconden. Kun je het je voorstellen bij de NS?
Terwijl wij in onze Thunderbird langs plaatsen als Hachiyado en Takashima blazen is het Bikameer, het grootste meer van Japan, een constante factor in het uitzicht. In de coupé is het een baken van rust. De trein maakt nauwelijks lawaai, er worden geen TikTok-filmpjes op max volume bekeken en geen van de passagiers voert luide (telefoon)gesprekken die je tegen wil en dank kan meeluisteren. Heerlijk. Als een conducteur langs komt lopen en de coupé verlaat, draait hij zich om en maakt een korte buiging naar de mensen in de coupé. De eerste keer denken we nog, wat een aardige meneer. Maar als de volgende conducteur hetzelfde doet valt het kwartje dat dit een standaard handeling is. Een handeling die de conducteur bij elke coupé herhaalt. Het is een van de vele visitekaartjes van de ongeëvenaarde mate van respect dat Japanners hebben ten aanzien van hun omgeving.
We voelen ons licht krokant en enigszins gecentrifugeerd als we na zo’n 25 uur 9.116 kilometer verderop aankomen op het station van Fukui. We worden welkom geheten door een levensgrote, bewegende Tyrannosaurus rex. Die staat hier niet zomaar, want dit is het epicentrum van dinosauriërs. Hier in de buurt heeft de grootste opgraving van dinosaurusskeletten van Japan plaatsgevonden. Het Fukui Dinosaurus Museum hier in de omgeving staat dan ook bekend als een van de beste dino-musea ter wereld.
We worden in het Mariott hotel wakker met een gevoel van waar-zijn-we-hemelsnaam, maar als we de gordijnen openen van onze kamer op de 11e verdieping krijgen we een schitterend uitzicht voorgeschoteld over Fukui, een stad met ongeveer evenveel inwoners als Eindhoven. Er staat een drukke dag op de planning, want we duiken direct vuistdiep in de Japanse cultuur. Om te beginnen met kasteel Maruoka. Het is een van de oudste kastelen van Japan. Het is zelfs een van de 12 originele kastelen van het land. Het slot heeft de bijnaam Kasumi-ga-jo gekregen, wat ‘mist kasteel’ betekent. De mythe wil dat iedere keer dat de vijand het kasteel probeerde te benaderen er een dichte mist viel over het gebied. Dat moet je je maar even bedenken als je naar de trap oploopt. Besef dan ook dat dit kasteel het enige gebouw is dat is overgebleven uit het jaar 1576. Erg lang om daarbij stil te staan hebben we niet, want we moeten door.
De Eihei-Ji tempel wacht op ons. En tempels laat je niet wachten. Na een mooie rit van een uur en een bijzondere traditionele lunch, komen we aan bij dit stukje Boeddhistisch historie. Het is een enorm complex bestaande uit zo’n zeventig gebouwen. In de winter ligt hier metersdiepe sneeuw, maar nu schittert het groene park in een nazomerzon. Ook opvallend is de begroeiing, je ziet hier bomen die we in Europa niet kennen.
Het is een van de twee hoofdkwartieren van het Soto Zen Boeddhisme. Een plek die tevens dienstdoet als klooster, waarbij in de Zen school wordt geleerd hoe het is om monnik te zijn. Om toegelaten te worden, moet je twee dagen voor de deur letterlijk staan wachten. Volbreng je die taak, dan laat je je toewijding zien en mag je in de leer. Het is een schitterende plek om door de gangen van het complex te dwalen en je onder te dompelen in een totaal andere wereld. Met een kop zo kaal als een biljartbal en in traditionele kledij wandelen ze door de gangen, vriendelijk knikjes gevend aan toeristische passanten zoals wij.
Nog even een stempel halen en we gaan door naar de volgende. Yuka: “In Japan zijn we dol op stempelen. Het is een bewijs dat we ergens geweest zijn, dus we hebben overal stempelboekjes voor. Ook voor alle tempels in het land. Het is een soort paspoort voor het paradijs. Die stempelkaart gaat ook mee je kist in, om bij de toegangspoort te kunnen laten zien en zo hopelijk binnengelaten te worden in de hemel voor the final judgement.”
In Japan zijn tempels en shrines twee verschillende soorten religieuze locaties, elk geassocieerd met een andere traditie en doel. Hier zijn de belangrijkste verschillen:
Op naar de volgende. We zetten koers richting de Heisenji Hakusan Shrine. Dit keer geen tempel, maar een shrine. Het verschil zit in het geloof dat aan de religieuze locatie hangt, waar in tempels het boeddhisme wordt beleden, daar is een shrine gewijd aan het shintoïsme, een inheemse religie van Japan.
Onderweg naar de shrine worden we gewaarschuwd door A4’tjes waar moeilijke tekens op staan, maar een plaatje van een zwarte beer heeft weinig uitleg nodig. Ook deze shrine is gelegen in een bosrijk park waar de rust lijkt te zijn neergedaald. Met de in Londen woonachtige PR-dame Miho hebben we nog een Japanse bij ons. Het valt ons op dat iedereen aan de zijkant onder de shrine poort loopt. "Als je een tempel binnenkomt, dan loop je altijd via de zijkant van de poort. Het midden is voor de goden. Voordat je binnenkomt maak je een buiging om ze niet af te schrikken. Het is een stukje beleefdheid”, zegt Miho.
Als het hier grijs en regent dan hangt hier vast een ander sfeertje, maar de zon schittert tussen de talrijke bomen door in ons gezicht. Ze legt uit daar een Japanse term voor is: komorebi, wat zoveel betekent als ‘visible light rays aka the light that coming through the trees.’ Veel tijd om daar bij stil te staan hebben we niet, want we moeten weer richting bus. Maar niet voordat we een gebed hebben gedaan in shinto, de originele religie van Japan. “Je moet je naam en adres er wel bij zeggen, zodat de goden weten waar je woont”, geeft gids Yuka ons nog wat advies mee.
Nog een tempeltje dan maar? En wat voor één. Vanuit de verte zien we al de contouren opdoemen van de gigantische Echizen Daibutsu in Katsuyama. Waar de andere tempels uitblinken in natuurschoon, daar is dit complex gericht om je volledig in beslag te nemen met al z’n grootsheid. Achter elkaar staan hier drie enorme, bombastische gebouwen opgesteld. De finale is het laatste gebouw, waar The Great Buddha op je zit te wachten. Met 17 meter is het de grootste indoor Buddha van Japan. Het hele tempelterrein is superindrukwekkend. Als je besluit een vakantie te boeken naar deze regio, dan mag je dit niet missen.
Na een dag vol tempels mogen we uitrusten in een heel bijzonder hotel. We overnachten in het Kuriya Yasohachi, een plek waar je op authenthieke wijze kan overnachten. Als we de kamer inkomen zien we wel een stoel zonder poten, maar een bed is niet te vinden. Eerst maar eens dineren. Daarvoor mogen we wel eerst een kimono uitzoeken om aan te trekken. Hadden we al gezegd hoe fantastisch het eten is in Japan? Op het menu staan gerechten als foie gras, zwaardvis, sesam tofu, zeebrasem, krab, garnalen en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Alle gerechten worden geserveerd op een kunstzinnige wijze die in een Michelinsterrenrestaurant niet zouden misstaan. Terug in onze kamer is er opeens een bedje opgemaakt. Slapen doen we op en dun matje op de grond. Precies zoals de Japanners doen.
We kunnen niet zeggen dat we heel erg lekker hebben geslapen, maar dat heeft meer te maken met de jetlag dan met de harde ondergrond. Op naar Kanazawa, een stad die bekend staat als het kleine broertje van Kyoto. “Na Kyoto is dit mijn favoriete stad van Japan”, zegt Yuka.
De eerste stop is bij een ceramics factory, oftewel een lokale pottenbakker. Eén van de dingen waar Japan om bekendstaat dat is vakmanschap. Monozukuri noemen ze het in Japan, wat net zoveel betekent als ‘the art of making things’.
Van luxe auto’s tot snelle motoren en van high-end audiosystemen tot servies, Japanners zijn nou eenmaal experts op het gebied van creëren. We krijgen een kijkje in de keuken in de meer dan 150 jaar oude pottenbakkerij. Het hele proces wordt doorlopen, tot het eindresultaat. De productietijd van sommige schalen bedraagt meer dan een jaar. Sommige schalen In het winkeltje blijkt dat sommige borden voor meer dan 3000 euro per stuk verkocht worden. Het is bijzonder om te zien hoe nauwkeurig ze te werk gaan.
Kanazawa heeft een aantal highlights. De Omicho market is leuk om te zien, het Contemporary Art museum wordt gezien als een van de beste van het land, maar de stad is befaamd om z’n Geisha District. Geisha’s zijn traditionele Japanse performers met skills op het gebied van muziek en dans en dus zie je hier heel veel Japanse vrouwen rondlopen in prachtige kimono’s. “Het is traditie dat vrouwen een formele furisode kimono dragen op hun Coming of Age Day celebration, een traditionele feestdag die wordt gevierd op de tweede maandag van januari waarop jonge mensen die in het afgelopen jaar 20 jaar oud zijn geworden, officieel worden erkend als volwassenen in de Japanse samenleving ”, zegt Miho. “Het is een uitstervende traditie, want kimono’s zijn peperduur. Ze kosten al snel een paar duizend euro.” Gelukkig zijn er genoeg winkels om een kimono voor een dagje te huren. “Voor de Tweede Wereldoorlog droegen veel vrouwen een kimono. Mijn overgrootmoeder heeft er zelfs nog een wereldreis in gemaakt”, zegt Miho onder het genot van een kopje groene matcha thee.
Hadden we al gezegd hoe schoon Japan is? Het is echt ongelooflijk. Nergens, maar dan ook nergens vind je afval. Het is het schoonste land dat we ooit hebben gezien. Het is extra opvallend, omdat er nergens prullenbakken te vinden zijn. Door de afvalbakken weg te halen dwingt men om de mensen na te laten denken wat ze met hun afval doen, wat leidt tot afvalminimalisme. Tel daar de discipline, de sociale controle en het respect voor mens en omgeving bij op en je snapt waarom er hier nergens een sigarettenpeuk, snoeppapiertje of servetje te vinden is.
Het absolute hoogtepunt van de stad is echter de Kenrokuen Garden. Ook wel bekend als de botanische tuin van Kanazawa. Het is de mooiste tuin die we ooit hebben gezien. Het staat niet voor niets in de top-3 mooiste landschapstuinen van Japan. En dat voor een toegangsprijs van slechts twee euro. Als je nagaat dat in Japan de mooiste tuinen ter wereld staan, kun je wel concluderen dat dit een van de mooiste tuinen van onze planeet is. Zeker als we hier in de warme nazomer rondlopen, staat tuin nog in volle bloei. Je kunt hier rustig een middag rondlopen, want de tuin bevat een oppervlakte van zo’n tien hectare.
Als we voor een boom staan en helemaal in de top kijken, zien we een paar tuinmannen met een schaar in de hand de takken perfectioneren. Even verderop lopen twee vrouwen in kimono met een paraplu in de hand. Een Japansiger plaatje dan dit ga je niet snel vinden. “De enige reden waarom Japanners paraplu’s en long sleeves gebruiken is om hun huid te wapenen tegen zonlicht. 15 minuten zon per dag is meer dan genoeg,” verklaart Yuka.
Helemaal zen verlaten we de stad om in de Japanse Alpen te duiken. Takayama staat op de planning. Terwijl we naar een lokale izakaya lopen rijdt er een Nissan Skyline voorbij, waar neon-lampen een blauwe gloed op het asfalt projecteren. Need for Speed Underground is real. Na een wagyu steak te hebben verorberd duiken we moe en voldaan ons bedje in.
Vraag ons naar een favoriete activiteit in een willekeurige buitenlandse stad en wij, Nederlanders die we zijn, zullen uit volle borst ‘fiets tour!’ roepen. Of je nou in Hanoi, Bogota of New York bent, een fiets tour is altijd een goed idee. Dus ook als je in Hida Furukawa bent. De Satoyama Experience duurt zo’n 2,5 uur en brengt je dwars door de countryside van westelijk-Japan. We trappen langs authentieke huizen, een trein tuft voorbij, boeren verbouwen hun akkers en we krijgen een stukje komkommer van een lief vrouwtje. Bovenop de berg krijgen we een prachtig uitzicht geserveerd over het platteland. We zien deze fietstocht als een van de hoogtepunten van onze week in deze prachtige Hokuriku regio.
Hida is sowieso wel een geinig plaatsje. In de smalle kanalen van het dorpje zwemmen maar liefst een stuk of 1000 koikarpers. In een ver verleden hebben de inwoners van het dorpje geld ingezameld om koikarpers te kopen met als achterliggende gedachte om de rivieren schoon te houden. Beetje uit de hand gelopen, want er zijn nu bijna meer koikarper dan druppels water. Maar hé, die rivieren zijn brandschoon.
Van al dat gefiets word je hongerig. Er staat weer eens een traditionele maaltijd op het programma. Als we een stukje broccoli overpakken met onze chopsticks van onze collega van De Telegraaf, worden we door Yuka op onze vingers getikt. “Het is onbeleefd om eten over te geven met je chopsticks.” We krijgen meteen beknopte chopsticks etiquette cursus, want je mag er ook niet mee wijzen, bakjes mee naar je toe schuiven of ze rechtop in je eten zetten (dat gebeurt alleen bij een begrafenis wanneer een maaltijd wordt geofferd aan een overleden persoon). Je gebruikt chopsticks enkel om te eten en that’s it.
De maaltijd bij Saryo Nicoca is overigens fantastisch. We krijgen een uitgebreide lunch met octopus, sashimi, shrimp, gekookte pinda, baracuda, paddestoelen en gefrituurde kogelvis. Het koppel dat het restaurant runt neemt twee tafels aan per avond en het is een absolute aanrader om hier te gaan eten. De maaltijden in Japan zijn echt van wereldklasse.
Na een bezoek aan een saké distilleerderij, te hebben geslapen in een 400 jaar oude tempel en zelf een saké cup te hebben gefabriceerd in een metaalfabriek, zijn we aangekomen bij de laatste halte van deze bijzondere reis. We zijn in Himi, een vissersplaatsje aan de Japanse Zee. De wekker gaat om 05:30, want hier is visveiling bij Himi Fishing Port schijnt een belevenis te zijn. Dus staan we met vermoeide oogjes te kijken naar een stuk of honderd Japanners die tegen elkaar opbieden om de vers gevangen vis te bemachtigen.
Terwijl de reigers aan de kant wachten op wat afvallige visjes, wordt er rock, paper scissors gespeeld om het pleit te beslechten wie de vis mee naar huis mag nemen. Je moet er vroeg voor op, maar het is echt heel erg leuk om te zien. Zeker omdat je jezelf kan belonen met een onbijtje met kakelverse sashimi, die door een robot aan tafel wordt bezorgd.
Vanuit Himi is het nog een klein uurtje rijden naar Toyama. We maken nog een tussenstop bij Amaharashi Roadside station. Op het strandje heb je een mooi uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Japanse Alpen. Het is echter opvallend hoeveel afval er ligt op de kiezels. “Het zijn de restanten van een aardbeving van een paar weken geleden”, duidt Yuka de situatie. In Japan vinden er jaarlijks wel 1.500 tot 2.000 per jaar plaats, maar laat je hier niet door afschrikken. Het merendeel voelt men niet eens, maar als het raak is dan kan het ook een flinke ravage aanrichten.
Aangekomen in Toyama racen we nog even langs Toyama Glass Art Museum en lunchen we, opvallend genoeg voor het eerst sinds we in Japan zijn, met sushi. Met sushi bedoelen ze in Japan overigens nigiri. Sashimi is sashimi en valt hier niet onder de noemer sushi. Na een bomvol programma te hebben afgewerkt is het tijd om deze impressies te verwerken in de hogesnelheidstrein richting Tokyo.
Wat een land. Echt waar, wat een fenomenaal land. In alle opzichten is dit land fascinerend. Japan heeft alles wat je van een avontuurlijke reis verlangt. Het heeft een cultuur vol eigenaardige gebruiken, eeuwenoude historie, een 10-met-een-griffel keuken en adembenemende natuur. Dat komt alles tot uiting in de Japanse Alpen. De Hokuriku regio is bovendien een hidden gem. In onze week hebben we nauwelijks Westerse toeristen gezien.
Maar wat het meest beklijft, terwijl we met 300 kilometer per uur richting de grootste stad ter wereld zoeven, is het respect van de Japanse bevolking. Ze zijn zo vriendelijk, netjes, gedisciplineerd en beleefd. Soms voel je je bijna bezwaard omdat ze zich te dienstbaar opstellen (hé we zijn gewoon gelijkwaardige mensen hoor), maar in een tijd waarin oorlogen het nieuws domineren is het een hoopvol en prettig inzicht om te ervaren hoe je ook met elkaar om kan gaan. Wat ons betreft zijn zij een voorbeeld voor de rest van de wereld hoe je ook je samenleving kan inrichten. Buiten alle pracht en praal dat het land te bieden heeft, zou je alleen al daarom een keer een reis naar Japan moeten maken.
Zelf Japan bezoeken? Check japan.travel oor meer informatie.
Tijdsverschil: In Japan is het 8 uur later
Munteenheid: 1 euro staat gelijk aan 159 Japanse Yen.
Aantal inwoners: 123,79 miljoen
Aantal inwoners Tokyo: 30,9 miljoen (groot Tokyo)
Aantal provincies: 47 prefecturen (provincies)
Kilometers afstand (Tokyo – Amsterdam): 9.282 kilometer
Aantal eilanden: 14.125 eilanden
Hoogste punt: Mount Fuji met 3.776 meter
Aantal vending machines: 5,5 miljoen
We zouden niet aanraden om met de boot naar Japan te gaan, want dan ben je wel even bezig. Wij zijn via Helsinki gevlogen met Finnair. Zij hebben veel nieuwe vliegtuigen in de vloot, waardoor je in alle luxe en met veel ruimte kan reizen. Ze vliegen in totaal op vier plekken: Osaka, Nagoya en Tokyo Haneda en Tokyo Narita. Prijzen van Amsterdam naar Tokyo beginnen op €722. Meer info vind je op finnair.com.
1. Courtyard by Marriott Fukui – website
2. Kuriya Yasohachi in Kaga – website
3. Hyatt Centric Kanazawa – website
4. Mercure Hida Takayama in Takayama – website
5. Moritosha – website
6. Route Inn Grantia Himi Wakuranoyado – website
1. Als je ergens te gast bent geweest en vertrekt, dan blijft de gastheer of gastvrouw je uitzwaaien totdat je uit het zicht bent verdwenen.
2. Japanners lezen van boven naar onder lezen? Zinnen staat dus verticaal, in plaats van horizontaal. Magazines beginnen ook, voor ons, achterin en worden van achter naar voor gelezen.
3. Overal vind je tekenfiguurtjes. Elke niche heeft z’n eigen figuurtje. Zelfs de politie heeft een tekenfiguurtje op de auto staan.
4. Bij Japanners staat er geen lengte vermeld in hun paspoort.