Belcastro, een slaperig dorpje in het zonnige zuiden van
Italië met zo’n 1.300 inwoners, heeft ineens wereldwijde aandacht te pakken.
Waarom? De burgemeester heeft officieel ziek zijn verboden verklaard. Jep, je
mag je in Belcastro dus niet meer beroerd voelen, zelfs niet na die derde fles
chianti op zaterdagavond.
Voor je je koffers pakt om te gaan kijken hoe het is in Belcastro. Dit verbod is natuurlijk één grote knipoog van
burgemeester Antonia Torchia. Hij probeert met zijn provocerende actie een
serieus probleem aan de kaak te stellen. Want jongens, Belcastro heeft dus géén
enkele arts. Nada. En het dichtstbijzijnde ziekenhuis? Dat ligt 45 kilometer
verderop, wat met de Italiaanse snelwegen voelt als een wereldreis.
De burgemeester waarschuwt zijn inwoners dan ook
semi-serieus om „ziektes te vermijden die een dokter nodig hebben” en „zoveel
mogelijk te rusten.” Een beetje alsof je je oma vertelt dat ze maar beter even
niet van de trap kan flikkeren, want er is niemand die haar kan komen helpen.
Het probleem van een grijs Italië
Belcastro is geen uitzondering, want het is eigenlijk een
soort sneak preview van een probleem waar heel Italië mee worstelt. Meer dan de
helft van de inwoners in het dorp is gepensioneerd, en jonge mensen zijn allang
naar de steden vertrokken. Wat blijft, is een gebrek aan medische zorg én een
flink vergrijsde bevolking die steeds vaker een beroep moet doen op een dokter
die er niet is.
Werkt het?
Torchia’s ironische actie heeft wel effect. Zijn
sarcastische besluit haalt nu meer aandacht dan de tientallen serieuze brieven
die hij eerder stuurde naar politici en gezondheidsorganisaties. En, we snappen
zijn frustratie eigenlijk ook wel. Als niemand in actie komt, blijft de
burgemeester daar straks als enige fitte dertiger achter om letterlijk iedereen
van thee met honing te voorzien.
Dus ja, wil je zonder zorgen ziek zijn? Dan kun je Belcastro
voorlopig beter links laten liggen. Al is dat geen slecht idee als je toch al
geen fan bent van
bergafdalingen in een ambulance.