We delen regelmatig voorpublicaties uit interessante boeken. Dit keer delen we een fragment uit het boek Zwemles van Louis van Gaal, van Robert Heukels en Nino Wilkes. Een heerlijk voetbalboek dat nu in de boekhandels ligt, waar elke sportliefhebber van gaat genieten. Het boek gaat over de talloze transfers van Nederlandse voetballers richting het buitenland. Van hilarische anekdotes tot levenslessen, van ontgoocheling tot groot geluk en van werkelijkheid versus dromen. Hoe werkt dat precies met de deals, de zaakwaarnemers, de buitenlandse bestuurders, het grote geld? Maar ook en vooral: wat doet Het Grote Vertrek met je als mens? Wij delen het hoofdstuk over de opvallende zwemleraar van Demi de Boer.
DEMI DE BOER LEERDE ZWEMMEN DANKZIJ LOUIS VAN GAAL
De magie van het avontuur ligt overal. Waar Faas Wilkes nog pionierde in de jaren veertig en zijn volgelingen vooral uitzwermden naar nabije landen, vormde de transfer van Johan Cruijff naar FC Barcelona het begin van een eindeloze stroom aan talentvolle Nederlandse voetballers richting Catalonië. De mix van passie, zon en zee trok aan, maar bovenal de betovering van Nou Camp. Het schitterende stadion waarin de liefde voor het spel mensen tot euforie en razernij brengt, op een manier zoals dat nergens anders in Europa wordt beleefd.
Nou Camp
FC Barcelona werd eind jaren negentig van de vorige eeuw een bijna Nederlandse club. Barcelona en buurtdorpen als het schitterende kustplaatsje Sitges kleurden Oranje. Ook de tweeling Frank en Ronald de Boer streek er neer, inclusief hun jonge gezinnen. Want hoe gaat dat? De verhalen van de voetballers en de spelersvrouwen mogen bekend zijn, maar je zult maar Demi de Boer zijn. In 1996 geboren, in 1999 vertrokken vanuit Abcoude naar Sitges. Ze was een meisje van tweeënhalf en papa Ronald voetbalde met oom Frank in het elftal van Louis van Gaal. Opa en oma Cohen besloten ook de koffers te pakken, de hele Hollandse enclave deed zich tegoed aan het Catalaanse leven. Demi is inmiddels zelf een bekende Nederlander, maar bovenal een wereldburger. Haar roots liggen overal. Al zaten er ook schaduwkanten aan het zwervende bestaan, het leven in het buitenland heeft haar enorm verrijkt. ‘Toen ik in de buurt van Barcelona woonde, was ik nog zo jong dat ik daaraan beperkte herinneringen heb. Maar de beelden die ik voor me zie zijn heel warm; veel spelende kindjes op het strand. Onze buurman was Patrick Kluivert, zijn zonen Justin, Ruben en Quincy kwamen veel over de vloer bij ons en andersom. We gingen altijd naar dezelfde strandtent en ik zie ons alleen maar aan zee liggen en spelen in het zand. Met Louis van Gaal had ik een heel speciale band, een enorme klik. Hij was altijd zo aardig. Voor de buitenwereld, zeker in zijn Barcelonatijd, leek hij koud en kil, maar ik kende hem anders. Lief en warm. Ik mocht altijd zijn haar borstelen, daar zijn nog foto’s van. Opa en oma waren heel erg dik met Louis en Truus, dus het was net alsof we allemaal familie waren. Louis gaf me zwemles. Dat deed ie zo goed en geduldig dat je best mag zeggen dat ik mede dankzij hem heb leren zwemmen.’
Rangers
Het zoete strandleven als groot contrast met de druk en de hectiek van het voetbal. ‘Al kreeg ik daar als kind nog weinig van mee. Ik herinner me enkel de totale chaos als je met de auto naar Nou Camp reed. Dat was ronduit bizar. Maar mijn echte jeugdherinneringen beginnen in Glasgow. Daar ging mijn vader in 2000 naartoe om voor de Rangers te spelen. Op Ibrox was mijn vader een soort heilige. En ik zat op een heel leuke school in mijn typisch Schotse uniform Engels te leren met een zwaar accent. Ik weet nog goed dat mijn vader aan mij vroeg welke Schotse vriendinnen ik mee naar huis had genomen. Hij had helemaal niet door dat ik het was die zo Schots praatte. Ik was een op en top Schots meisje. Wit polootje met schoolembleem, vestje eroverheen of donkerblauwe trui, zwart rokje of broek, zwarte schoenen, je kon me uittekenen.’
In die tijd slokte het voetbal haar meer op dan in Barcelona: ‘We leidden in Glasgow een traditioneel leventje: school, dansles, veel familie op bezoek, naar de wedstrijden van papa. Bij de club stond een oude, Schotse vrouw in de keuken die speciaal voor mij cupcakes maakte. Er was een Kidsclubgedeelte met een heerlijk buffetje, dat ik voor de wedstrijd wegsmulde. Alles superschattig, totdat die wedstrijden begonnen, want dan werd iedereen wild. Die Schotten hebben nogal veel passie en Glasgow is verdeeld in buurten met Celticaanhangers en buurten met Rangersaanhangers. Dat valt niet te onderschatten. Mijn vader reed eens per ongeluk zo’n Celticbuurt in en toen merkte ik dat hij echt serieus bang was. “Geef me die roze pet van je aan!” riep hij naar mij, “dan herkennen ze me niet.” Toen hij een keer was gaan karten met medespelers, werden al hun auto’s buiten vernield door Celticaanhangers. Het ging er kortom best ruig aan toe. Ik maakte zelf ook een keer de verkeerde grap. Wij woonden, vreemd genoeg, in dezelfde straat als Celticspeler Alan Thompson. We waren overburen en ik speelde altijd gezellig met zijn dochter. Op een dag schreef ik met krijt op straat: Rangers 1 – Celtic 0. Ik vond dat grappig. Maar de familie Thompson dacht daar heel anders over, ze waren echt woedend. Mijn vader probeerde het nog weg te lachen, maar dat was tevergeefs. Dit kon echt niet.’
Het waren vier mooie jaren in Schotland: vader Ronald won vele prijzen, oom Frank was intussen ook overgekomen, gezelligheid alom. Maar toch: zoals zoveel voetballers in den vreemde overkwam, raakte het huwelijk van Ronald uit balans. Demi vat het samen in twee woorden: ‘Rocky roads. Heel simpel gezegd: de relatie tussen mijn ouders werd in Schotland slecht. En toen kwam er weer een verandering: ik was inmiddels zeven jaar toen mijn vader en oom besloten naar Qatar te gaan.’
Zand, zand en nog eens zand
Voor haar zus Maxime was dat een klap. ‘Zij is tweeënhalf jaar ouder en wilde helemaal niet weg uit Glasgow. Zij had haar hartsvriendinnen daar. Het afscheid viel haar zwaar en dat begreep ik heel goed. Je bouwt steeds iets op en hup, daar rukt het voetbal je alweer weg naar een totaal ander land. Ikzelf heb een wat ander karakter. Ik ben avontuurlijk van aard en had meteen iets van: let’s go. Toch schrok ook ik wel even van wat we daar aantroffen. We zouden het eerste jaar in een hotel wonen en vanaf het vliegveld werden we daarnaartoe gereden. Zo’n eerste rit weet je niet wat je ziet. Of nou ja, eigenlijk wel: zand, zand en nog eens zand. En een paar gebouwen. Qatar was in 2004 nog niet het land dat het nu is. Er waren slechts twee winkelcentra en een handvol mooie hotels. Alles zag er heel nieuw uit.’
Maar de grote vraag rijst: wat gingen ze daar in vredesnaam doen? Vader Ronald ging voetballen, zoveel was duidelijk, maar wat doet de rest van het gezin in een hotel? ‘Er zaten wel meer expats in dat hotel natuurlijk, maar ook al zit je in The Ritz: een jaar in een hotel is vreselijk. Dat ontbijt kwam me na een tijdje echt de neus uit. Alles was altijd hetzelfde. En dan ben ik nog heel ondernemend. Iedereen kende mij daar, want ik liep de hele tijd de keuken binnen.’
Na dat jaar klaarde het op: ‘We kregen een schitterend huis met zwembad en we gingen allemaal naar de Amerikaanse school. Wij, de drie dochters van papa, en onze nichtjes, want oom Frank was er natuurlijk ook. En Pep Guardiola, die we kenden uit de Barcelonatijd, zat er ook al met zijn kinderen. Ik heb nog steeds wel eens contact met zijn dochters. Het schept natuurlijk een enorme band om als kinderen in zo’n ander land op te groeien.’
Er werd flink wat van de flexibiliteit van de kids gevraagd. ‘Aan de ene kant is Qatar een islamitisch land, aan de andere kant zaten we in een bubbel. In dat hotel mocht echt alles. En op de Amerikaanse school kon ik met mijn Schotse accent gewoon Engels praten. Maar zodra we ons in een winkelcentrum begaven werd ik een bezienswaardigheid. Door de zon had ik lichtblonde lokken in mijn lichtbruine haar gekregen en dat vonden ze wonderlijk. Ze gingen er allemaal aan zitten plukken alsof ik van Mars kwam. Wel heel lief, maar ook met een soort blik in de ogen van: waar komt zij vandaan? Mijn moeder kocht een Vogue en toen kwamen we erachter dat er in Qatar toch wel anders tegen vrouwen aangekeken werd. Alle decolletés en korte broeken of rokjes waren aangepakt, overal stonden zwarte balken over blote lichaamsdelen. We waren verbijsterd. Wat een werk moet dat zijn geweest, want ze hadden echt ieder tijdschrift met zwarte tape bewerkt. Later gingen we een keer naar de bioscoop en bij iedere zoenscène of seksscène die zich aandiende, hup, een knip in de film, en weer door. Je mocht niks zien en soms was er daardoor geen touw aan vast te knopen. Tijdens de ramadan golden er ook heel strenge regels, zo mochten we zelfs in de auto niet drinken, want dan was je in het openbaar aan het zondigen. En er was een dresscode: geen blote schouders, broekjes tot over de knie.’
Demi vertelt het allemaal zonder oordeel. ‘Ik had in die tijd absoluut geen heimwee en paste me gewoon aan. Ik was nog te jong om een grote hang naar absolute vrijheid te voelen. Ik had nog niet de behoefte met mijn vriendinnen af te spreken in de stad.’
Qatar
En dan doet ze een zeer opvallende ontboezeming: ‘Altijd dacht ik: het is voor een kind vast veel leuker om in Amsterdam op te groeien. Maar daar ben ik van teruggekomen. Als ik mijn dochter zou kunnen laten opgroeien in Qatar? Ik zou het zo doen. Een heel goede school, altijd lekker weer, ruime huizen. Dat zou ik haar ook enorm gunnen. Vooral die educatie. De schoolcultuur is daar zo anders. Het Amerikaanse systeem dat daar gold heeft me waanzinnig geholpen in mijn leven. Het is heel serieus, extreem gericht op hoge cijfers halen, een voldoende is nooit genoeg. Dat is echt wel een verschil met de mentaliteit op Nederlandse scholen, waar vaak een 5,5 ook prima is. Het streven naar de universiteit te kunnen heb ik in Qatar extreem gevoeld, iedereen wil dat. Toen ik acht was, kreeg ik al een bom aan huiswerk mee. In Nederland zeggen ze dan sneller: laat een kind toch kind zijn, maar ik heb het als heel fijn ervaren dat ik voor zoveel verschillende vakken al zoveel extra kreeg aangereikt.’
Het was ook in Qatar dat Demi de Boer een ‘eigen mens’ werd. ‘In Spanje en Schotland was ik vooral “de dochter van de voetballer”. In Qatar niet. Daar zat ik tussen de Amerikanen en soccer is daar helemaal niet zo groot, dus ze wisten bij god niet wie mijn vader was. Iedereen had vaders die in de olie of het gas zaten. Allemaal kinderen van mensen die bij Shell of Qatar Gas werkten, totaal niet bezig met zoiets als voetbal.’
Bovendien: bij vader Ronald was het fanatieke er inmiddels ook wel van af aan het gaan. ‘Ja, we leidden daar een heerlijk leven. Met varen, naar het strand gaan, brunchen, lunchen, dineren, echt heel fijn. Ik denk dat mijn vader in die tijd echt aan het genieten was, dat hij wist: ik ga binnenkort met pensioen. Hij was meer bezig met leuke dingen doen dan met echt topvoetballer zijn. Voor mij voelde dat heel prettig, omdat in Spanje en Schotland de sfeer thuis nogal bepaald werd door wat er in het voetbal gebeurde. Winnen of verliezen was een wereld van verschil in het humeur en als papa geblesseerd was, gingen de gesprekken vaak daarover. Dan was hij stil en die stilte sloeg over op ons.’
De stilte keerde ook in toen het definitief niet meer ging tussen de ouders van Demi. ‘Mijn moeder en zussen waren al weg, naar ons huis in Sitges, ik ben als enige bij mijn vader in Qatar gebleven. Hij was als ambassadeur van de bid op het WK van 2022 daar nog werkzaam, ook nadat hij al was gestopt met voetballen. Mijn hele leven speelde zich af in Qatar, ik heb letterlijk tegen de rest van het gezin gezegd: “Jullie zoeken het maar uit, ik blijf hier.” School was weer net begonnen, ik was vijftien, dan zijn je sociale omgeving en je vriendinnen belangrijker dan wat ook. Ik was heel veel alleen in die tijd. En niet zo gelukkig. Mijn ouders zaten in een vechtscheiding, dat is allemaal heel lelijk gegaan. Mijn vader was bovendien voortdurend op reis door zijn rol als ambassadeur. Ik had het er zwaar mee. Bij een scheiding hoort de focus te liggen op de grote vraag: hoe zit het met de kinderen, wat zijn hun prioriteiten nu? Maar daar lag de focus niet op. Ik was nog superjong, zat net in de puberteit, en zat plotseling in een heel stomme, lelijke tijd. Mijn vader had al een jaar een affaire met een ander en die had ik al na twee dagen ontmoet. Zo moeten die dingen niet gaan, zo hoort het niet, dat is allemaal te bizar om te kunnen verwerken,’
Ze was vijftien. Ze had een eigen chauffeur. En thuis kookte een au pair voor haar, een schoonmaakster die bij haar inwoonde. ‘Zij zorgde ervoor dat mijn kleding gewassen en gestreken werd, zij zorgde ervoor dat mijn bord altijd gevuld was. Een heldin. Ik heb mezelf in die jaren gevormd. Buiten de au pair leerde ik alles zelf te doen, zelf te bedenken, zelf te regelen. Ik hoefde geen hulp, ik kon dingen zelf oplossen. Dat wilde ik zo. Zelf controle houden, de regie in handen houden. Ik ben dat nooit meer kwijtgeraakt. Nog altijd hou ik enorm van routines in het dagelijkse leven. Die helpen me gigantisch.’
Leven als voetbaldochter
Dat is toch iets, zo mijmert ze, wat het leven als voetbaldochter haar gaf. ‘Omdat je nooit weet wat er nu weer gaat gebeuren, heb je altijd een soort van onrust. Hoewel ik in hart en nieren een avonturier ben, zorgde de onzekerheid over de dag van morgen ervoor dat ik nooit de controle voelde waar ik wel enorm naar verlangde. Dat is iets wat ik mijn dochter nu heel erg gun. Dat rustreinheidregelmaatleven. Het spontane leven gaat daar moeilijk mee samen. In mijn relatie met haar vader Ronnie (Flex) speelde dit gevoel ook weer op. Dan was hij twee dagen vrij, dan ineens moest hij weer twee dagen weg. Ik kreeg daar de kriebels van. Ik verlang heel erg naar regelmaat en ritme. Vind loslaten heel moeilijk. Als kind heb ik dat blijkbaar toch niet als heel fijn ervaren.’
Het contrast met haar leven in Qatar bleek te groot: ‘Omdat ik hing aan de structuur van het vele huiswerk, de discipline, het ritme van die uiterst strenge school. Heerlijk vond ik dat. Toen ik uiteindelijk terugkeerde naar Nederland trok ik dat losse totaal niet meer. Ik zei meteen tegen mijn oma en mijn vader: “Ik wil naar een strenge, Amerikaanse school.” Dat gaf mij vastigheid. Mijn ouders waren totaal niet streng en achteraf vind ik dat lastig. Vriendinnen in Qatar, vaak Amerikaanse studenten, kregen huisarrest bij slechte resultaten. Ik miste die sturing. Aan de andere kant heb ik zo wel de ruimte gekregen mezelf te ontwikkelen en misschien ben ik daardoor wel veel sneller volwassen geworden.’
Opgroeien als dochter van een voetballer, wat brengt dat je? ‘Ik heb vooral geleerd hoe belangrijk familie is. Het is in de wereld van het topvoetbal heel gemakkelijk jezelf te verliezen. Je leeft in een andere dimensie met veel rijkdom en vrijheid. Het is je familie die je dan op de grond houdt. Het is familie die je veiligheid biedt. Ik heb – ook door de scheiding van mijn ouders – geleerd dat je daaraan altijd prioriteit moet geven. De basis moet goed zijn.’
Dankbaar
Ondanks de schaduwkanten van het leven, ondanks de verdrietige tijd rond haar puberjaren, is Demi de Boer dankbaar: ‘Ik ben een rijker persoon geworden door al mijn ervaringen. Dankzij de carrière van mijn vader heb ik zoveel mogen zien, zoveel landen en culturen mogen leren kennen. Dan ben je wel bevoorrecht hoor, dat realiseer ik me absoluut. Ik heb zoveel mensen leren kennen, zoveel verschillende ook. Dat heeft van mij een sociaal dier gemaakt. Want kijk, de tijd van voetbaldochter, die is voorbij, ik leid nu mijn eigen leven en dan voel ik toch: de lat ligt hoog. Want ik gun mijn kinderen dat ze ook zoveel mogen ervaren en zien. Omdat het een groot geschenk is.’
Wat bedoelt ze dan precies, waarin zit de rijkdom? ‘Je wordt een veel wijzer mens als je veel van de wereld meekrijgt. Dat gaat om respect voor wie de ander is, waar die ook vandaan komt. In Qatar was ik altijd samen met een meisje uit Venezuela, een meisje uit Egypte en een meisje van de Dominicaanse Republiek. Samen waren we The Terrible Four. Dat wij nog altijd elkaar blijven ontmoeten, is zo geweldig. We gaan naar elkaars babyshowers, ook al wonen we verspreid over de wereld. Als we samenkomen is alles weer precies zoals voorheen, we zijn vrienden voor het leven. Alle vier een totaal andere achtergrond, alle vier een andere taal, maar onafscheidelijk in de misschien wel belangrijkste tijd van ons leven.’
Maar vriendschap is niet het enige wat ze koestert: ‘Op mijn Amerikaanse school in Qatar kon je niet slagen zonder dat je een xaantal uren had besteed aan maatschappelijk werk en goede doelen. Je werd echt naar Sri Lanka, Tanzania, Zambia gestuurd, waar je oog in oog komt te staan met de keerzijde van het leven. Met de armoede, het watertekort, de honger, de ellende. We werden enorm bewust gemaakt van alles wat er in de wereld speelde. We moesten erover discussiëren. Wat zouden we kunnen doen? Het maakte een diepe indruk en wakkerde in mij het verlangen aan om echt iets voor de wereld te kunnen betekenen. Ik werk belangeloos voor MakeAWish Nederland en heb me ook ingezet voor Plan International, maar krijg er zoveel voor terug. Dankzij dit soort mooie goede doelen mag en kan ik een goed mens zijn. In Nederland zie ik nog niet genoeg terug dat dit op scholen wordt gestimuleerd. Ik vind dat we het ook hier verplicht moeten maken dat je je inzet voor goede doelen, voordat je kunt slagen voor je examen. Denk aan anderen. Dat is zo belangrijk.’
Zwemles van Louis van Gaal
Zwemles van Louis van Gaal is vanaf 1 oktober verkrijgbaar bij de boekhandels voor een bedrag van 20.99 of 12.99 voor een e-book. Je kan het boek nu alvast
online pre-orderen.