Metallica is waarschijnlijk de allergrootste heavy metalband van deze aardkloot. Toch zweefde er altijd een zweem van mysterie rondom de bandleden. De bekende muziekbiograaf Mick Wall brengt je dichterbij deze iconische band. De biografie is rauw, episch en tragisch. Voor het verhaal nam Wall vele interviews met
de band af. Daarnaast dook de journalist ook flink in de archieven. Dit alles levert een bijzonder portret op. De pageturner gaat dieper in op de onderlinge relaties, drugs, drank en natuurlijk de
muziek. Het is een geen opgedirkt verhaal, het is de pure, soms harde waarheid. Zo lezen we ook meer over het tragische busongeluk van bassist Cliff Burton in 1986. Het koste hem zijn leven
Winnen
Wij mogen vijf exemplaren weggeven van deze omvangrijke biografie. Wil je 'm winnen? Vertel ons in de comments op Facebook wat jouw favoriete song is van Metallica en waarom. Wie weet ligt dit boek binnenkort wel op jouw deurmat te pronken. Hieronder een exclusieve
voorpublicatie over het moment dat Cliff Burton bij de band kwam.
De komst Cliff Burton bij Metallica
Het kostte Lars Ulrich en James Hetfield bijna vier maanden om Cliff Burton over te halen om ook maar een keer met Metallica te jammen. Nieuwsgierig maar nog lang niet overtuigd, dook Cliff op bij optredens van de band in
San Francisco, iets wat nu maandelijks gebeurde. Twee dingen vielen Cliff direct op: hoe anders hun aanpak was dan die van de meer traditionele metal-idealen van het pompeuze Trauma – en hoe dat werd gewaardeerd door het publiek – en hoe levenloos het spel was van de huidige bassist, de goedbedoelende McGovney die steeds meer moeite kreeg om het allemaal bij te benen. Het enige wat hem nog tegenhield, was de gedachte aan een verhuizing naar LA.
Commercieel
Wat hem eindelijk deed besluiten om de sprong te wagen was het feit dat ‘Trauma me uiteindelijk begon te… irriteren’. In het bijzonder dat de band ‘een beetje te commercieel werd’. Het woord ‘commercieel’ was Cliffs manier om op een nette manier uit te drukken
dat hij het beschamend begon te vinden. Cliff zag hoe ze te hard probeerden om een breder publiek te trekken, terwijl Metallica een manier had gevonden om een fanatisch gevolg te trekken, door gewoon als zichzelf te komen opdagen.
Voorwaarde
Cliff zou zich bij Metallica aansluiten, maar wel op één voorwaarde waar alles van zou afhangen: ze moesten naar hem toe komen. Hij ging zijn huis en haard absoluut niet verlaten voor LA, zelfs niet voor de meest populaire nieuwe band in de Bay. Hij zei tegen ze: ‘Ik vind het hier fijn. En dus zeiden zij: “Nou, ja, we dachten er toch sowieso over om dat te gaan doen.”’ Lars, die het al had zien aankomen, redeneerde dat ze toch nergens meer konden oefenen nu Ron uit beeld was en ze altijd bij hem gerepeteerd hadden en dat het tijd was om te zeggen: ‘Oké, fuck it. LA is toch aardig klote voor ons.’
Impact
En zo kwam het dat Lars Ulrich, James Hetfield en Dave Mustaine tussen kerst en oud en nieuw 1982 zoveel van hun spullen pakten als ze in een aanhangwagen konden krijgen en langs de Californische kust in noordelijke richting naar San Francisco reden. Ze hadden geregeld dat ze tijdelijk bij hun vriend Mark Whitaker konden verblijven, een bekend gezicht in de clubscene van San Francisco. Hij was manager van Exodus en had Metallica recentelijk geholpen bij een aantal optredens. Whitaker zou fulltime hun livegeluidsman en manusjevan- alles/manager worden. Tegen februari 1983 waren ze alle drie bij Whitaker ingetrokken, die geen idee had wat hij zich op de hals had gehaald, en kreeg de woning al snel de bijnaam ‘Metallimansion’. Het zou de komende drie jaar het hoofdkwartier voor de band zijn, waar ze op 28 december 1982 voor het eerst de hele nacht speelden met Cliff Burton op basgitaar. De impact was direct voelbaar.
Inspiratie
Cliff hield van alles, van Bach tot Black Sabbath, van Pink Floyd tot The Velvet Underground en van Lynyrd Skynyrd tot R.E.M. ‘Cliff liet mij en James in die tijd met
heel veel dingen kennismaken,’ vertelde Lars me in 2009. ‘Van Peter Gabriel tot ZZ Top tot heel veel spul dat wij echt niet [kenden]. Hij stond op de barricades voor een band als Yes. Wij hebben veel van dat soort dingen nooit echt ervaren. Natuurlijk had hij op zijn beurt nog niet veel gehoord van Diamond Head of Saxon en Motörhead, of van dat soort dingen. Dus het was zeker een coole vorm van delen.’ Of, zoals James het me vertelde: ‘Behalve dat hij ons kennis liet maken met meer theorie achter de muziek, was [Cliff] het meest onderlegd van ons allemaal. Hij was naar junior college geweest om het een en ander over muziek te leren en heeft ons aardig wat zaken bijgebracht.’
Grote persoonlijkheid
Cliff, die ‘een heel slechte rug had omdat hij altijd voorovergebogen stond en hevig met zijn hoofd heen en weer ging’, zou ook in veel andere, compleet onverwachte opzichten van grote invloed worden. ‘Hij was zo’n gast, weet je wel, waarmee ik goede vrienden werd en waarmee ik veel gemeen had, onze muzieksmaak, de bands die we leuk vonden, politiek, onze visie op de wereld, we liepen op al die golflengten zo ongeveer parallel. Maar hij had dan ook zo’n grote persoonlijkheid en
een heel sterk karakter en uiteindelijk is hij ons allemaal onder de huid gaan zitten,’ aldus James.
Hippie, trippy
‘Cliff was heel, heel anders dan James en Dave en Ron en wie dan ook. Ik bedoel, Cliff leefde in de Bay Area een heel ander leven. Hij was een interessante mix van het soort type van hippie, trippy, je moet je niet gaan aanpassen, dezelfde sfeer waar San Francisco bekend om stond en hij leefde eigenlijk
een beetje… in zijn eigen wereld. Maar tegelijkertijd had hij ook zo’n kant die ik eigenlijk in Amerika nog nooit heb meegemaakt, een soort van wat wij het “redneck-element” noemen.
Uniek
Hij woonde buitenaf in Castro Valley, dat is een goede dertig tot veertig minuten rijden van San Francisco [en] daar hing een ander sfeertje, een beetje zoals in de buitengebieden, een sfeertje van “bier drinken en de boel op stelten zetten”. Dat je luisterde naar zz Top en Lynyrd Skynyrd, zo’n sfeertje. Dus hij was een heel intense mix van allemaal verschillende types en persoonlijkheden en zo. Toen ik en James hem ontmoetten was ik onder de indruk van zijn uniekheid. Ik was onder de indruk van zijn totale gebrek aan conformiteit en dat dat zijn bestaansreden was om zijn eigen ding te doen, zelfs tot het punt waarop je daarvoor bespot werd. Ik bedoel, zelfs in die tijd droegen ik en Hetfield broeken die zo strak mogelijk zaten en Cliff droeg zijn bekende wijde pijpen. Er zaten heel veel tegenstrijdigheden in hem,’ aldus Lars. In die ‘uniekheid’ zat ook een beetje ‘een tegendraadse houding en een rebelse energie en [daar] herkende ik me overduidelijk wel echt in. Aangezien ik een enig kind was met een heel vrijzinnige opvoeding in Denemarken en dat soort dingen, herkende ik het wel om je eigen weg te gaan en je niet te veel aan te trekken van wat anderen van je wilden. Dus op dat punt konden we het erg goed met elkaar vinden.’
Fuck you
Cliff Burton was simpelweg ‘niet het alledaagse soort mens’, zou James zich later lachend herinneren. ‘Hij was erg intellectueel maar ook erg to the point. Hij heeft me veel geleerd over houding en gedrag.’ Volgens James was Cliff een ‘wilde, hippie- achtige, acid slikkende, broek met wijde pijpen dragende gast. Met hem was het menens en je hoefde geen spelletjesmet hem te spelen. Ik wilde het respect krijgen dat hij altijd kreeg. We treiterden hem elke dag met zijn wijde pijpen. Het maakte hem geen zak uit. “Dit is wat ik draag. Fuck you.”’ Het viertal hield zich in 1983 op in hun garage aan Carlson Boulevard, bierdrinkend en blowend terwijl ze hun toekomstplannen doorspraken. Het was toen dat Burton op zijn typische Cliff-manier zijn wijsheden met hen deelde. Zoals hij later aan Harald Oimoen, een oude vriend van Cliff die later in de Bay Area bekend zou komen te staan als metalfotograaf
Wijze woorden
Harald O., zou vertellen: ‘Toen ik begon [met het spelen van muziek], besloot ik daar mijn leven aan te wijden en niet te worden afgeleid door alle andere onzin die het leven je te bieden heeft.’ Wijze woorden aan het adres van de rest van de bandleden van Metallica, die hun uiterste best zouden doen om daarnaar te leven, zelfs nadat Cliff hen had verlaten.