Beeld je even in dat je 152 baantjes moet zwemmen, daarna een Touretappe moet fietsen om vervolgens af te toppen met het hardlopen van een marathon. Je snapt dan dat het een van de meest extreme sportwedstrijden ter wereld is. De Leidse triatleet Niels Ros deed afgelopen weekend mee aan het WK IronMan in Hawaii. We spraken de sportfanaat over de loodzware race, de ijzeren discipline en de ongelooflijke trainingsarbeid. “Ik maak bijvoorbeeld trainingsdagen waarbij ik 80 kilometer fiets, 15 kilometer hardloop, weer 80 kilometer fiets en dan weer 15 kilometer hardloop.”
IronMan is de merknaam van een triatlonwedstrijd die is begonnen op Hawaii. In 1978 waren er een stel mariniers die drie wedstrijden combineerden. Een open water zwemwedstrijd, een fietswedstrijd en een marathon. Achterliggende gedachte was om te zien wie de man van ijzer was. Daar komt de naam vandaan. Een IronMan bestaat uit eerst 3,8 kilometer zwemmen, dan 180 kilometer fietsen en als afsluiter een marathon (42 kilometer) hardlopen. Dat moet allemaal achter elkaar. Het duurt een tijd eer je doorkrijgt hoe je het moet doen. Pas bij mijn vierde IronMan ik heb doorgekregen hoe je ‘m moet indelen. Je moet mentaal klaar zijn om de marathon door te lopen. Je benen doen zeer, je bent leeg. Als je de man met de hamer tegenkomt na 10 kilometer, dan moet je nog 32 kilometer hardlopen. Dat gevoel moet je dan opzij zetten en doorlopen.
Ik coach een groepje jongens en meiden die dit jaar meededen aan de IronMan van Cork in Ierland. Ik was niet heel erg afgetraind, maar wel fit en ik vond het leuk om met die jongens te zijn, dus ik had met m’n vriendin Tessa afgesproken dat ik gewoon zou meedoen om de finish te halen. Het zou megaslecht weer worden met harde wind en regen. Het zwemonderdeel was al afgelast door te veel stroming. Het was een rare wedstrijd. Normaal gesproken geeft Tessa me op de helft van de wedstrijd extra sportvoeding, maar ik deed toch mee voor de lol, dus ik zei tegen haar dat ze gewoon maar bij de marathon moest komen kijken. Toen vertelde ze me daar opeens dat ik 3ein de wedstrijd lag. Ik was wel gaan strijden, want het is een wedstrijd. Maar ik had nooit verwacht dat ik zo goed in de wedstrijd zou zitten. Zelfs heuvel op lopen ging goed. Boven alle verwachtingen kwalificeerde ik me voor het WK IronMan in Kona, Hawaii. Dit is dé IronMan der IronMans. Hier verzamelen de beste triatleten ter wereld om hun beste prestatie neer te zetten. Dat ik me kwalificeerde was een heel speciaal moment, want ik had zelf nooit meer verwacht dat ik op dit niveau zou kunnen sporten.
Ik zou dolgraag willen winnen, maar dat is niet voor mij weggelegd. Ik wil de best mogelijke tijd neerzetten. Als mijn tijd goed is dan maakt het me niet uit dat mensen voor me zitten. Het is voor mij ook geen wedstrijd tegen andere deelnemers, maar een wedstrijd die je tegen jezelf aflegt.
Het is geen goedkope sport. Met een fiets van 500 euro ga je Hawaii niet halen. Inschrijfgeld voor kwalificatiewedstrijd voor het WK kost ook 500 euro en het inschrijfgeld om mee te doen in Hawaii kost je ook 900 euro. Daar komen alle reiskosten nog bij. Daarnaast gaan veel mensen ook wel een keer op trainingskamp. Bovendien is het een enorme gadget-sport. Van vermogensmeters tot sporthorloges. Iedereen moet het nieuwe klokje van Garmin hebben. En dan heb je natuurlijk nog alle apparatuur die je voor je fiets kan kopen. Dat maakt het allemaal best wel duur. Mijn duurste fiets? Ik heb er vier. Mijn mooiste heb ik helemaal aangepast met alleen maar toponderdelen. Die kost alles bij elkaar zeker wel 7.000 euro. Maar ik word wel heel blij als ik op die fiets zit, haha.
Mijn eerste triatlon liep ik in 2016 in Almere. Ik werkte toen nog als fysiotherapeut voor de schaatsploeg, dus ik was veel op reis. Ik kwam met de bus vanuit Italië, waarna ik de volgende dag in Almere moest starten. Ik was ziek en m’n holtes zaten helemaal vol. Toch besloot ik om mee te doen, want ik had er ontzettend veel training in gestoken. Ik haalde de finish met een mooie tijd. Maar later bleek dat ik mezelf over het randje had gejaagd. Ik was over de grens gegaan.
Op 3 oktober ging ik een rondje joggen in Leiden. In een park ben ik buiten bewustzijn geraakt en te gronde gegaan. Daarna kon ik mijn huis niet meer vinden. Toen belde ik bij een vriend aan de sleutel van mijn huis te vragen, terwijl ik de sleutel in mijn hand had. Die had wel in de gaten dat er iets niet klopte, dus gingen we naar het ziekenhuis. Ze dachten dat ik een epileptische aanval had gehad, maar dat had ik nog nooit gehad en zit ook niet in de familie. Ik zou een onderzoek krijgen. Toen ik in het ziekenhuis aankwam trof ik een neuroloog, die ik eerder had ontmoet voor een blessure. Ik herkende haar totaal niet. Daar keek zij raar van op, want we hadden elkaar uitgebreid gesproken over van alles en nog wat. Ik kreeg een consult en een ruggenprik. Daaruit bleek dat ik ontsteking in m’n hersenen had gehad. De bijholteontsteking was doorgetrokken naar mijn hoofd. Ik ben vijf dagen opgenomen geweest in het ziekenhuis. Ik kon totaal niet meer functioneren.
Even daarvoor ben je nog topfit en doe je een triatlon, twee weken later lig je in het ziekenhuis en kan je niks meer. Ik kon niets meer onthouden. Ik voelde me ontzettend slecht. Op de laatste dag in het ziekenhuis kwam een van m’n vrienden langs. Hij had z’n laptop mee. Hij had al een hotel geboekt en zich ingeschreven voor de triatlon van Barcelona. ‘Ik heb alleen nog je gegevens nodig, dan schrijf ik je ook in’, zei hij. De artsen zeiden dat ik nooit meer lange duursporten zou kunnen doen. Precies een jaar nadat ik in het ziekenhuis lag, stond ik samen met die vriend aan de start van de triatlon in Barcelona.
Ik behoor niet tot de beste van Nederland. Er zijn aantal bij die er echt van leven. Waarbij dit hun werk is. Daar kom ik er niet aan de pas. Ik ben vooral veel te laat begonnen met zwemmen. Dat is zo technisch, daardoor lig je al ver achter dat het heel moeilijk is om daar nog bij in de buurt te komen. Die mannen doen een IronMan in 8 uur en 30 minuten. Mijn PR is 9 uur en 9 minuten. Deze winter ga ik ervoor strijden om het gat met hen te verkleinen.
Training is voor iedereen anders. Iedereen heeft z’n sterke punten. In triatlon zie je mensen die lopen als een Keniaan en mensen of mensen een groot zwemmerslichaam. Dat maakt ook uit hoe je traint. Lopen vind ik persoonlijk het grootste probleem. Ik maak bijvoorbeeld trainingsdagen waarbij ik 80 kilometer fiets, 15 kilometer loop, weer 80 kilometer fiets en dan weer 15 kilometer loop. Of andere dagen waarbij ik 200 kilometer fiets en dan 10 kilometer ga lopen. De meeste mensen hebben niet zoveel moeite met de combinatie van zwemmen naar fietsen. Maar als je 4 a 5 uur gebogen op de fiets hebt gezeten en dan naar maximaal gestrekt gaat, dat vraagt nogal wat van je lichaam. Dat is een belangrijk gegeven om te trainen.
In principe kan iedereen het, je moet het alleen echt willen, want je moet er heel veel tijd insteken. Als je vanaf niks komt dan begin je met 6 á 8 uur sporten in de week. Uiteindelijk zal je wekelijks wel 14 tot 16 sporturen draaien. Als je het echt goed wil doen dan moet je een trainingsweken maken van ruim boven de 20 uur.
De meeste mensen die werken doordeweeks en rusten daarvan uit in het weekend. Als je traint voor een IronMan maak je wel 10 uur aan sport in twee dagen. Je moet karakter hebben om dan maandagochtend om 7 uur ’s ochtends weer in het zwembad te liggen. Niet je fysieke talent, maar je doorzettingsvermogen en discipline zijn doorslaggevend.
Wat ik mooi vind is dat voor heel veel mensen omschakeling in hun leven is. Veel mensen die beginnen raken verslaafd aan het sporten. Heel veel van mijn vrienden doen duursporten. Als wij iets gaan doen dan gaan we een stuk zwemmen of een rondje mountainbiken. Je gaat je vakanties er op inrichten. Zo probeer je een bestemming te kiezen waar dan ‘toevallig’ ook een wedstrijd is. Het leven komt in het teken te staan van de sport. Voor veel mensen lijkt het een grote opgave, maar je doet iets wat je zo leuk vindt. Ik heb een onbedwingbare drang om te bewegen. Dit is hetgene wat ik het liefste doe, dus dat kost geen enkele moeite. Soms is het ook moeilijk. Dan moet ik naar een verjaardag, maar dat wil ik niet, want ik ga liever trainen. Dit is mijn verslaving.
Zonder mijn vriendin zou ik niet kunnen sporten. Dan zou ik veel slechter eten en zou ik sowieso veel minder tijd hebben voor m’n sport. Ik vind het knap van mensen die alleen zijn. Ze neemt me veel dingen uit handen. Ik doe bijvoorbeeld niet zo heel vaak de was, al zou ik dat waarschijnlijk ook niet doen als ik niet zou sporten.
Je voeding moet optimaal zijn. Stel je voor dat je niks zou eten, dan ben je na 2-4 uur helemaal leeg. Je moet blijven eten, want je lichaam heeft brandstof nodig. Je moet in trainingen heel goed getest hebben wat je kan eten. Je maag kan maar een bepaalde hoeveelheid voeding verwerken. Maar ook daarbuiten: als je zoveel van je lichaam vraagt, hoe ga je dan ook genoeg eten? Je hebt alle bouwstoffen nodig om te herstellen. Je moet ook kijken naar extra dingen die je niet uit je voeding kan halen. Dat is een heel wetenschappelijk verhaal waar ik nog uren over zou kunnen doorpraten.
In het dagelijks leven ben ik fysiotherapeut, bewegingswetenschapper en doe ik coaching van sporters. Ik vind het leuk om mensen te enthousiasmeren en te helpen. Veel mensen weten niet welke kant ze op moeten met hun passie. Ik coach ze in dat proces. De mensen die ik begeleid laat ik om de zoveel tijd bloed prikken om te kijken het met ze gaat. Je moet het heel goed afstemmen. Mensen werken fulltime en trainen daarnaast nog 15 tot 20 uur. Niet iedereen kan dat aan. Ik wil weten hoe ze zich voelen, hun gewicht, de harstslag in de ochtend. Je kan bij mensen patronen herkennen als ze moe worden. Er is een risico als je een lichaam zo veel belast. Heel veel mensen raken overtraind. Dit is een coach aan te rekenen. Aan mij om dit in goede banen te leiden. Je moet op het randje balanceren dat je ertegenaan zit, maar er nooit overheen gaat.
Mentaliteit is enorm belangrijk. Je moet er geestelijk klaar voor zijn. Voor veel mensen is een marathon al ver, laat staan als je daarvoor kilometers hebt gezwommen en een Touretappe hebt gefietst. Je moet ook leren om grenzen te verleggen in de wedstrijd. Sommige mensen doen ontspanningsoefeningen, ik baseer me op de getallen die mijn lichaam me afgeeft. Ik doe testen met zwemmen, fietsen en lopen. Ik doe bloedprikken, meet mijn lactaat en doe inspanningstesten in het lab. Daar komt allemaal data uit. Zo weet ik wat mijn lichaam aan kan qua belasting en kan ik me voorstellen wat ik kan in de wedstrijd. Ik stel doelen in trainingen. Als je 200 kilometer fietst en je voelt je alsof er niks aan de hand is, dat geeft vertrouwen. Zo creëer je handvatten waar je je aan vast kan houden. Maar 9 tot 14 uur onafgebroken sporten: je gaat nogal een dag tegemoet hé.
Je weet dat je helemaal kapot gaat, maar dit is het allermooiste wat er is. Ik zie het als een superluxe training met catering en al, waarbij een parcours is afgezet. Ik hoef geen rekening te houden met ander verkeer. Je kan volledig je gang gaan en het maximale van je lichaam opzoeken. De afstand is dermate lang dat je niet zeker weet of je de finish wel gaat halen. Het onbekende of je het wel gaat halen, dat vind ik gaaf. Als je vervolgens over de finish komt dan geeft dat een gevoel van onoverwinnelijkheid. Dat is fantastisch.
Tijdens het zwemmen en fietsen kan ik gewoon plassen. Dat kan ook bijna niet anders. Tijdens training probeer ik daar ook op te oefenen. Dat ik kan ontspannen tijdens het zwemmen en fietsen. Met lopen ga ik wel even naar de kant, dat wordt ingewikkeld, haha. Ik hoef meestal niet te poepen tijdens de wedstrijd. Ik probeer zo min mogelijk vezels te eten op dagen voor de wedstrijd. Dan zie je dat je darmen rustig worden.
Ik heb een dubbel gevoel over mijn prestatie op het WK IronMan. Ik ben blij met m’n finish, maar ik heb wel pech gehad. Ik probeer m’n fiets zo optimaal mogelijk af te stellen. Nadat ik ‘m hier in elkaar had gezet , heb ik ‘m nog naar een mechanic gebracht voor de finetuning. Maar hij heeft de afstelling helemaal verziekt. Na 7 kilometer stond ik al naast m’n fiets. M’n ketting is er wel 15 keer afgegaan. Dat betekent dat ik 15 keer naast m’n fiets heb gestaan om ‘m er weer op te leggen. Iedereen die ik inhaalde, kwam me vervolgens weer voorbij. Dat is mentaal heel zwaar. Op een racefiets moet je af en toe een andere houding aannemen, maar elke keer dat ik ging verzitten vloog mijn ketting eraf. Daardoor moest ik constant op één plek zitten. Dat doet zo’n zeer aan je rug. Dat had ook z’n weerslag op de marathon, waar ik verkrampt aan begon.
Mijn lichaam is na zo’n race wel echt verrot. Ik loop moeilijk, heb last van m’n gewrichten en ben moe. Het belangrijkste is om te blijven bewegen en goed te eten en drinken. De afvalstoffen moeten worden afgevoerd en je moet eten om de boel weer op te bouwen. In zekere mate is het wel ongezond, want je maakt je lichaam flink kapot. Het is zo’n aanslag op je pezen en je spieren.
Ik ben heel trots dat ik deze wedstrijd heb mogen doen, dat had ik nooit verwacht gezien de voorgeschiedenis. Maar de manier waarop het is gegaan maakt me wel verdrietig. Dit was zo’n mentale worsteling. Als ik mezelf naar de klote sport dan kan ik vrede mee hebben, maar als het materiaal je in de steek laat dan doet dat echt pijn. Ik ben blij dat ik de finish heb gehaald, maar geen vrede met de manier waarop. Er komt hoe dan ook een sequel op dit verhaal. Mijn eerstvolgende doel wordt Almere volgend jaar. Dat is een parcour om een zo snel mogelijke tijd neer te zetten. Ik wil in elk geval finishen onder de 9 uur.
In contact komen met Niels Ros? Check Niels op Instagram
Aantal IronMan gefinisht:5 (Almere, Barcelona, Kalmar, Cork, Hawaii) Uitslag Hawaii: 111 e in leeftijdsgroep
Eindtijd Hawaii:10:04:50 Persoonlijk record zwemonderdeel: 1:06:22
Persoonlijk record fietsonderdeel:4:23:12 (gemiddeld 39,7 km/u) Persoonlijk record marathon: 2:59:50
Persoonlijk record IronMan:9:09:30
Tekst: Chris Riemens Beeld: Niels Ros