Iedereen droomt er weleens van om een wereldreis te maken. Backpacken door Zuidoost-Azië, roadtrippen door Afrika of met de kogeltrein door Japan razen. Weinig mensen zullen op het idee komen om die wereldreis per fiets te maken. Laat staan om op de stalen ros van Alaska naar Argentinië te trappen. Laat dat nou net precies de reis zijn die de 27-jarige Timon Dubbeling aan het afleggen is.
Hij fietst meer dan 4,5 keer de afstand die de renners van de Tour de France dit jaar hebben afgelegd. Alleen neemt Timon terecht z'n tijd, want hij trekt ruim anderhalf jaar uit voor de reis van zijn leven. Onderweg beleeft hij talloze avonturen: van wegtijgeren voor Mexicaanse drugskartels tot het eten van een koeienhart in Peru. Dit is zijn fascinerende reisverhaal.
Nu of nooit
Vijf jaar geleden ben ik op een tandem van New York naar San Francisco gefietst. Sindsdien droomde ik van een vervolg, en dan moest en zou het de eindbaas der fietsroutes worden: de Pan-American Highway. Eind 2016 viel alles op zijn plaats: na drie jaar werkervaring had ik genoeg gespaard en mijn baan in Parijs zou vlak voor de zomer eindigen. Zodra ik de kans zag om mijn droom te verwezenlijken kreeg ik meteen het 'nu-of-nooit' gevoel. Ik twijfelde geen moment en ben gegaan.
15.000 kilometer
Ik fiets nu al ruim een jaar van Noord- naar Zuid-Amerika. Ik ben in juni 2017 naar Alaska gevlogen en eindig in september in Argentinië. Tegen die tijd staan er ruim 15.000 fietskilometers op de teller. In totaal tik ik 14 landen aan. Op dit moment ben ik in Peru en dat is nummer 12. Overigens wil dat weinig zeggen: ik was meer dan drie maanden in Mexico, maar bivakkeerde minder dan 48 uur in Honduras.
Pakezel
Ik reis relatief zwaar bepakt. De meeste fietsers zijn vrij minimalistisch en nemen behalve kampeer- en reparatiespullen zo min mogelijk kleding mee. Ik heb vrij veel kleding bij me omdat ik vaak een paar dagen lang van m’n zadel stap en vermomd als burger de wereld wil kunnen verkennen. Verder heb ik een opvouwbaar zonnepaneel bij me, superhandig als je dagen achtereen kampeert: er moet natuurlijk wel altijd goede muziek gedraaid worden. Tot slot de kookspullen, een paar boeken en een waterzak van 10 liter voor de woestijnetappes.
Kosten
Het is zeker een stuk goedkoper dan backpacken. Als backpacker ga je van hostel naar hostel en kan je snel veel geld besteden aan de tours en trips die ze je daar verkopen. Op de fiets gaat het nooit om de bestemming, maar om de rit zelf. Je rijdt urenlang door adembenemende landschappen en hapt ondertussen een paar cereal bars weg. Je slaapt bij mensen thuis of gooit je tentje uit op de mooiste plekken naast de weg. Zo nu en dan komt er een grotere uitgave op je pad, zoals de boot van Panama naar Colombia of een bezoek aan Machu Picchu in Peru. Maar in het algemeen kan je van 20 euro per dag prima leven.
Zadelpijn
Fysiek doorsta ik het allemaal vrij goed. Ook de zadelpijn valt reuze mee. M’n zadel is top en de fietsbroek helpt ongetwijfeld. Maar het belangrijkste is dat ik het rustig aan doe, genoeg pauzes neem en vrij zelden langer dan 4 a 5 uur per dag op de fiets zit.
Lekke band
De eerste lekke band kwam pas na 9.000 kilometer. In totaal heb ik zo’n vijf keer de fiets op z’n kop gezet. Valt mee dus. Mijn banden zijn top.
Avonturen
Halverwege Mexico dacht ik een mooi kampeerplekje gevonden te hebben in een drooggevallen rivier. Net toen ik afstapte kwamen er een paar pick-up trucks aanrijden, die op vijftig meter van me parkeerden. Een paar mannen met sombrero’s stapten uit. Elke paar minuten kwam er een scooter of auto langs om - vermoedelijk - drugs te kopen. Vrij schimmig allemaal en ik wilde zeker niet gezien worden. Uiteindelijk ben ik met fiets en al de bocht om getijgerd.
Overvallen
Ik zat lekker te chillen aan een meertje in El Salvador toen er opeens drie gasten met getrokken pistolen op me afstapten. In eerste instantie wilden ze al m’n spullen meenemen, maar gelukkig sprak ik genoeg Spaans om een beetje op ze in te praten. Uiteindelijk namen zij de spullen die voor hen waarde hadden en kon ik verder fietsen zonder een nieuw paspoort aan te hoeven vragen.
Wildlife
In Alaska en Canada waren het vooral beren, adelaars, walvissen en elanden. In Mexico en Centraal America kwamen de coyote’s, apen en de meest bizarre vogels. Hier in Peru komt er zo nu en dan een vos aan de tent snuffelen. Ze hebben hier ook kuddes cavia’s, maar die mini-konijnen kan je natuurlijk niet echt ‘wild’ noemen. Ik heb me nooit bedreigd gevoeld. Toen ik met m’n zus van Alaska naar Canada fietste zagen we geregeld nieuws over hardlopers en fietsers die als berenlunch hun einde vonden. De beren die wij tegenkwamen hadden gelukkig meer interesse in de bramenstruiken. Soms schrik ik me wel dood als er een straathond op me af komt sprinten. Vooral na zonsondergang, wanneer je alleen hun duivelsgroene ogen kan zien. Gelukkig ben ik nooit gebeten.
Kampeerplekje
Vorige week sliepen m’n vriendin en ik in de vrieskou op het dak van de Andes, op 4.000 meter hoogte. Vanuit de tent zagen we de Melkweg en elke paar seconden een vliegende ster. Dat is ongetwijfeld een van de allermooiste stekjes van mijn reis geweest.
Delicatesse
Laatst at ik per ongeluk een koeienhart. Niet te kanen. Alsof je op een lap leer kauwt. Dan heb ik toch liever de gekruide sprinkhanen die ze in het zuiden van Mexico op straat verkopen. Het culinaire hoogtepunt van Zuid-Amerika is tot nu toe is de ceviche; rauwe vis die ze met citroen bereiden.
Aanrader
Mexico heeft mijn hart gestolen. Dat land was één groot feest. De mensen zijn geweldig, het eten is verrukkelijk, elk dorpje heeft ‘s werelds beste taco’s en het helpt dat het altijd lekker weer is. Ik had daar met gemak een jaar kunnen rondfietsen.
Eenzaamheid
Minder dan de helft van de tijd fiets ik niet alleen, dus heel eenzaam ben ik niet. Toen ik besloot deze reis te maken was het een solo-onderneming. Maar ik heb het geluk had dat vrienden en familie met me mee wilden reizen. Mijn zus kwam de eerste twee maanden, twee andere vrienden zochten me in Mexico en Colombia op en mijn ouders vlogen helemaal naar Costa Rica om een week lang met me op het strand te chillen en de laatste drie maanden fietst m’n vriendin zelfs met me mee. Ik denk dat ik het zonder hun gezelschap niet zo lang had uitgehouden. Alleen zijn heeft zeker z’n voordelen, maar uiteindelijk wil je toch vooral het dagelijkse avontuur beleven en delen met de mensen die dichtbij je staan.
Nederig
Ik zou er wel een boek over kunnen schrijven, maar het mooiste aan anderhalf jaar weg zijn vind ik alle ontmoetingen onderweg. De levensverhalen van de mensen die ik onderweg tegenkom is misschien de absolute essentie van mijn reis. Ik hou een reisblog bij en probeer zo vaak mogelijk eer te bewijzen aan de mensen die ik ontmoet. Zij maken de ervaring, door me in al hun gastvrijheid uit te nodigen en me hun manier van leren te tonen. Een reis als deze maakt je nederig. Ik word er constant aan herinnerd wat een privilege het is om te reizen, om überhaupt tijd voor zelfontplooiing te hebben. Elke dag merk ik opnieuw hoeveel wij kunnen leren van de mensen die naar onze standaarden een ‘arm’ leven leiden. Zonder de locals is mijn reis niet mogelijk. Zonder hen leer ik niets over mezelf.
Gestoord
De consensus is dat ik vrij gestoord ben. Ik kan daar altijd hard om lachen. De mensen zijn vooral geïnteresseerd in de redenen van mijn reis, hoe en waar ik overnacht en het prijskaartje van mijn stalen ros. Het is interessant om te zien hoe de reactie per land verschillen: in Mexico en Colombia nodigt men je enthousiast uit aan hun terrastafel, terwijl de mensen in de Andes in eerste instantie meer ingetogen zijn.
Zonsverduistering
Een absoluut hoogtepunt was de zonsverduistering in de Verenigde Staten afgelopen augustus. Ik verbleef in Portland en werd door mijn gastfamilie meegenomen naar het platteland om daar met zo’n maf brilletje naar de zon te turen. Wat ik nog wel het meest indrukwekkende vond, was dat het tijdens de zonsverduistering leek alsof er in 360 graden om me heen aan de horizon een zonsondergang te zien was. Een ervaring om nooit te vergeten.
Uniek
Het is echt zo’n toffe, unieke ervaring om per fiets de wereld te ontdekken. De gesprekken met locals zijn even verfrissend als de eucalyptusbomen langs de kant van de weg. Je weet bijna nooit waar je zal slapen, maar je bent gerust dat je ergens je tent kwijt zal kunnen en onder het licht van de maan je pasta kunt eten. Ik ben nu een jaar onderweg, maar qua levenservaring voelt het als minstens twee jaar.
Back to reality
Ik hoop in oktober weer aan de slag te gaan in de wereld van hernieuwbare energie en de energietransitie. Veel mensen denken dat de terugkeer naar het ‘normale leven’ me zwaar zal vallen. Ik betwijfel het. Deze reis was zeker een once in a lifetime ervaring, maar uiteindelijk een van de vele hoofdstukken in mijn leven. Ik heb ook nu, zoals altijd, enorm veel om naar uit te kijken.
Volg Timon zijn reis via timononhisbike.wordpress.com.
Tekst: Chris Riemens
Foto's: Timon Dubbeling