De geniale Will Smith is een van de grootste wereldsterren van deze tijd. We kennen de vrolijke gast allemaal van zijn films, muziek, humor en zijn status als cultureel icoon. Het was dan ook een kwestie van tijd tot er een biografie over hem geschreven zou worden. Dat moment is eindelijk daar. In Will gaat het over het succes van Will Smith, maar vooral ook over de drijfveren die hier ten grondslag aan liggen. Wij mogen alvast een fragment uit het openhartige boek delen én we mogen maar liefst vijf exemplaren weggeven. Will Smith
Willard Carroll Smith jr. zette zichzelf in 1987 op de kaart als The Fresh Prince of Bel- Air. Sindsdien is onze vriend niet meer weg te denken uit het sterrenwereldje. Will maakte furore in films als Men in Black , I Am Legend en Bad Boys . Hij staat bekend om zijn geniale humor en ongekende positiviteit. Dat bleek vorig jaar maar weer eens uit de manier waarop hij met zijn haters omging . Toch blijken minder leuke redenen en situaties de basis te zijn voor de eindeloze humor van Will Smith. Will
Dat blijkt uit de biografie Will . Hierin wordt duidelijk dat humor een van Will's grootste overlevingsstrategieën is. ''De manier waarop we besluiten op onze angsten te reageren, bepaalt wie we worden. Ik besloot grappig te zijn'', is een veelzeggende quote uit het boek van Will Smith. In Will gaat het onder andere over zijn roerige jeugd, hoe Will in constante angst leefde omdat hij doodsbang was voor zijn vader en hoe zijn gedrevenheid de relaties met zijn dierbaren bijna verwoestte.
Het boek Will schreef Will Smith samen met bestsellerauteur Mark Manson. Je kan het boek hier bestellen. Hieronder hebben we vast een fragment uit het openhartige boek voor je. Fragment uit 'Will'
De muur
Toen ik elf was, besloot mijn vader dat de muur aan de voorkant van zijn werkplaats aan vernieuwing toe was. Het moest een grote muur worden: zo’n drieënhalve meter hoog en zes meter breed. De oude was aan het afbrokkelen en hij had ‘genoeg van die klotemuur’. Maar in plaats van een aannemer of een bouwbedrijf in te schakelen, dacht hij dat het wel een mooie klus zou zijn voor mijn jongere broer Harry en mij.
De sloop deed Daddio zelf. Ik weet nog hoe ik vol ongeloof naar dat gapende gat stond te kijken. Ik was er heilig van overtuigd dat daar nooit meer een muur zou komen te staan.
Bijna een jaar lang gingen mijn broer en ik elke dag na school naar de werkplaats van mijn vader om aan die muur te werken. We deden alles zelf. We groeven de fundering uit, mixten de specie en sleepten met emmers. Ik weet nog steeds de verhoudingen van de specie: de helft cement, een kwart zand en een kwart kalk. Harry was de baas over de waterslang. Met een schop mixten we het goedje op de stoep en daarna deden we het in emmers waar zo’n acht liter in kon en metselden er de bakstenen mee. Dat deden we zonder een metselprofiel of een lagenlat, het enige wat we hadden was een waterpas.
Als je ook maar íéts van bouwen weet, dan weet je dat dit een stompzinnige manier van werken is. Eerlijk gezegd is het gewoon een soort gevangenisarbeid. Vandaag de dag zouden we in zo’n geval meteen de kinderbescherming bellen. Het is zo’n saaie klus, die ook nog eens onnodig lang duurt, dat twee kinderen er uiteindelijk bijna een jaar mee bezig waren, terwijl een paar volwassen kerels het waarschijnlijk in een paar dagen hadden klaargespeeld, op zijn langst.
Mijn broer en ik werkten in de weekenden, op feestdagen en in vakanties. We werkten dat jaar de hele zomer door, het maakte niet uit. Mijn vader had nooit een dag vrij, dus wij ook niet. Ik heb ontelbare keren naar dat gat gekeken, met de moed in de schoenen. Ik zag niet hoe we dit tot een goed eind konden brengen. Het gat was in mijn hoofd onvoorstelbaar groot geworden. Het leek wel of we De Grote Muur van West Philly – Philadelphia – aan het bouwen waren: miljarden rode bakstenen die zich uitstrekten tot in een eindeloze verte. Ik was ervan overtuigd dat ik mijn hele leven, tot aan mijn dood, bezig zou zijn met het mengen van metselspecie en het sjouwen van emmers. Ik wist het zeker.
Daddio liet ons maar doorploeteren. We moesten er elke dag zijn, om het cement te mengen, emmers te dragen en stenen te metselen. Maakte niet uit of het regende of stikheet was, of ik kwaad, verdrietig, of ziek was of de volgende dag een toets had op school – er was geen enkel excuus om er niet te zijn. Als m’n broer en ik klaagden en protesteerden maakte dat Daddio helemaal niks uit, we zaten in de val. Deze muur was een constante, hij was een blijver. Jaargetijden gingen voorbij, vrienden kwamen en gingen, leraren gingen met pensioen – maar de muur was er altijd. Altijd was die muur er.
Op een dag hadden Harry en ik echt een verschrikkelijk rothumeur. We sleepten ons voort en klaagden over alles – ‘dit kan helemaal niet’ en ‘dit is echt belachelijk’.
‘Waarom moeten we eigenlijk sowieso een muur bouwen? Het is onmogelijk. Hij komt nooit af.’
Daddio hoorde ons praten, gooide zijn gereedschap op de grond en stampte naar ons toe. Hij rukte een baksteen uit mijn hand en hield hem voor ons omhoog.
‘Zet die verdomde muur uit je kop!’ zei hij. ‘Er ís helemaal geen muur. Er zijn alleen maar sténen. Het is jullie taak om deze steen perfect te metselen. En daarna de volgende te pakken en díé perfect te metselen. En daarna de volgende. Houd je niet bezig met die muur. Jullie enige zorg is die ene steen.’
Hij liep terug de werkplaats in. Harry en ik keken elkaar aan, schudden het hoofd – die gast is gestoord – en sloegen weer aan het specie mengen.
Een paar van de lessen die de meeste impact op me hebben gehad, heb ik tegen mijn zin moeten leren. Ik bood weerstand, ik ontkende ze, maar uiteindelijk was het gewicht van hun waarheid niet te ontkennen. De bakstenen muur van mijn vader was zo’n les.
Traag gingen de dagen voorbij, en hoe graag ik het ook zou willen ontkennen, ik begon te begrijpen waar hij het over had. Als ik me op de muur richtte, dan leek de klus niet te doen. Eindeloos. Maar als ik me op die éne steen richtte, dan was het veel makkelijker – ik wíst dat ik heel goed in staat was één steen te metselen…
De weken verstreken, de stenen muur groeide, en het gat werd een beetje kleiner. Ik begon te begrijpen dat het verschil tussen het gevoel dat een taak mogelijk is of onmogelijk alleen maar een kwestie is van perspectief. Kijk je naar de muur? Of kijk je naar de baksteen? Of het nou ging om het slagen voor een toets om toegelaten te worden tot de universiteit, het doorbreken als een van de eerste wereldberoemde hiphoppers, of het opbouwen van een van de succesvolste carrières ooit in de geschiedenis van Hollywood, altijd weer konden de grote en schijnbaar onmogelijke doelen opgedeeld worden in afzonderlijk hanteerbare taken – het waren onoverkomelijke muren die bestonden uit een aantal metselbare stenen.
In mijn hele carrière ben ik absoluut onverbiddelijk geweest. Ik heb altijd vastgehouden aan een intense compromisloze arbeidsmoraal. Het geheim van mijn succes is zowel saai als voorspelbaar: je komt opdagen en je metselt een steen. Uit je humeur? Metsel nog een steen. Slecht openingsweekend? Metsel er nog een. De verkoop van je cd loopt niet? Aan de slag, metsel nog een steen. Je huwelijk is gestrand? Metsel er weer een.
Net zoals ieder ander heb ik de afgelopen dertig jaar te kampen gehad met mislukkingen, vernederingen, een scheiding en sterfgevallen. Ik ben met de dood bedreigd, bestolen, er werd inbreuk gemaakt op mijn privéleven en mijn gezin viel uit elkaar – toch stond ik elke dag weer op, mengde de specie en metselde een steen. Wat je ook maar te verduren krijgt, er ligt altijd – recht voor je neus – een steen op je te wachten om gemetseld te worden. De enige vraag is: lukt het je aan de slag te gaan en dat ding te metselen?
Mensen zeggen weleens dat het karakter van een kind beïnvloed wordt door de betekenis van zijn naam. Nou, mijn vader heeft me míjn naam gegeven, hij gaf me zíjn naam en hij gaf me de grootste voorsprong in het leven: de wilskracht om tegenslag te overwinnen.
Hij noemde me Will.
Het was koud en bewolkt die dag, ongeveer een jaar nadat we met de klus begonnen waren. De muur was ondertussen zo’n vaststaand gegeven geworden in mijn leven, dat het een waanidee leek dat hij ooit af zou komen. Zo van: als-ie dan eindelijk écht klaar zou zijn, zou er tragisch genoeg vast nóg wel een gat zijn dat onmiddellijk dichtgemetseld moest worden, er vlak achter. Maar die koude ochtend in september mengden we uiteindelijk de laatste specie, vulden de laatste emmer, en metselden de laatste steen.
Daddio stond toe te kijken hoe de laatste stenen gemetseld werden. Met een sigaret in zijn hand stond hij rustig ons werk te bewonderen. Harry en ik legden zorgvuldig de laatste baksteen neer. Toen: stilte. Harry haalde ongemakkelijk zijn schouders op – wat nu? Moeten we op en neer gaan springen? Juichen? Feestvieren? We zetten voorzichtig een stap naar achter en gingen ieder aan een kant van Daddio staan.
Met z’n drieën bekeken we de nieuwe muur van ons gezin.
Daddio schoot zijn sigaret weg, trapte hem uit met zijn laars, blies het laatste beetje rook uit en zei, zijn ogen nog steeds op de muur gericht: ‘Vertel me nu nooit meer dat jullie iets níét kunnen.’
Daarna liep hij de werkplaats in en ging weer aan het werk.
Winactie
Ben jij net zo enthousiast als wij? Dan hebben we goed nieuws voor je, want we mogen maar liefst vijf exemplaren van Will weggeven! Het enige wat je moet doen om deel te nemen aan de winactie is even in de comments op Facebook laten weten waarom jij dit boek moet winnen. That's it! Easy, toch? Ga snel richting de comments en maak kans op dit mooie en inspirerende boek over Will Smith. Gegarandeerd een mooie toevoeging aan jouw boekenkast. Je kan de biografie van Will Smith natuurlijk ook gewoon krijgen in de boekhandels of online bestellen . Foto: Uitgeverij Nieuw Amsterdam