Er zijn sterke verhalen en dan zijn er sterke verhalen à la Harry Redknapp. De man heeft een arsenaal aan voetbalanekdotes waar je gegarandeerd een pint bij morst van het lachen. Eén verhaal staat toch met stip bovenaan: het moment dat hij een willekeurige West Ham-fan als supersub de wei in stuurde.
Jep, een kerel met West Ham-tatoeages, een grote bek en nul ervaring op professioneel niveau ging het veld op en deed het beter dan menig dure spits. Dat is nog eens een gouden-wissel.
De setting? Een oersaaie oefenpot tegen Oxford United, ergens in het Harry Redknapp-tijdperk bij West Ham. Terwijl de spelers de grasmat proberen wakker te schoppen, staat er een kerel naast Harry met zijn harses bijna in de dug-out. "Harry, niet weer die Lee Chapman voorin hè? Die gast is echt waardeloos!"
Onze held heeft het complete arsenaal aan claret and blue-tattoos en West Ham-sieraden om z'n nek. Redknapp, een man met een neus voor entertainment, hoort het lijdzaam aan. Hij denkt waarschijnlijk aan wat hij kan doen om de winst binnen te halen.
Na de rust heeft Harry al drie keer gewisseld, en dan raakt één van zijn spelers geblesseerd. Paniek? Welnee! Tijd voor pure, ongefilterde Redknapp-magie. Hij draait zich om naar onze wandelende West Ham-ansichtkaart en vraagt: "Kun je net zo goed voetballen als je kunt zeiken?" De kerel zegt zonder aarzeling: "Ik kan beter voetballen dan die Chapman!"
De kitman ramt ergens een paar versleten maat 43’s vandaan, en de fan trekt z’n leven letterlijk en figuurlijk aan. Maar ja, je kunt niet zomaar iemand in het veld slingeren. Dus wat doet Harry? Hij vertelt de stadionspeaker dat dit zijn nieuwe "Bulgaarse aanvalsmonster" is. Geef de man een Oscar! Binnen een paar minuten maakt de amateur een goal en wordt daarmee onsterfelijk. Niet alleen dat, Harry fluistert de journalist met een knipoog toe: "Hij was eigenlijk beter dan Chapman!"
Dus daar heb je een oefenwedstrijd die dankzij een grote mond, een blessure en de geniale gekte van Harry Redknapp veranderde in een voetbalmythe. Een verhaal dat bewijst dat je soms beter met een kerel van de tribune kunt spelen dan met een dure spits die niks raakt.