In de wandelgangen gaan al jaren praatjes en speculaties over de ingrediënten van Nederlands’ meest favoriete snack: de frikandel. Voor het niet-vlees-etende redactielid dat dit artikel tikt ziet er weinig zo onaantrekkelijk uit als drie bruine vleessliert die lijkt op een ingedroogde hondenkeutel. Smaken verschillen tenslotte, dat is maar goed ook. Maar doordat dit Hollands worstje voor velen wel in de smaak valt, zullen wij je graag haarfijn uitleggen wat je dan precies in je mond stopt. Mocht je nieuwsgierig zijn.
Om eerst goed onderzoek te doen naar de
frikandel bleek al snel dat deze komt met vele
bijnamen. Degene die we het meest opvallend vinden is dan ook de paardenstaaf. We vragen ons daarbij direct af of ‘paarden’ insinueert naar de bestandsdelen ervan. Daarvoor was verder onderzoek nodig.
De genotsknots
De vetstaaf, slachtstaaf, paardenbaguette, vleesboom, bruine fluit of kadaverstaaf wordt het liefst genoten met ‘zalf’, beter bekend als mayonaise. Graag royaal belegd. Voor de echt culinair liefhebbers dresseert zijn balk van smaak met gesnipperde uitjes en zal hem overgieten met curry en eierpuree (wat ook door moet gaan voor mayo). Deze samenkomst van ingrediënten belooft het prikkelen van de smaakpapillen. De hartige en licht pittige frikandel, de knapperige en scherpe uitjes, de romige en licht zoete mayonaise, en de zoete, kruidige saus blijken samen te zorgen voor een snack die zowel smaakvol als bevredigend is. Wie wordt daar nou niet blij van, zou je zeggen.
Kinderboerderij
Geruchten en ‘horror’ verhalen over de ingrediënten van het delletje komen overeen met de beesten op een kinderboerdij. We hebben het over kippen, varkens, koeien en paarden. Het grimmige randje zijn speculaties over ogen, oren, uiers en stukjes darm die erin verwerkt zouden worden. We verklappen alvast, dat is gelukkig niet het geval.
Wat zit er dan wel in de del?
De frikandel bevat kippenvlees, varkensvlees en soms paardenvlees, voornamelijk in de vorm van separatorvlees, wat kleine restjes vlees zijn die van de botten worden geperst. Hoewel separatorvlees niet als een delicatesse wordt beschouwd, is het veilig om te eten en draagt het bij aan het volledige gebruik van het geslachte dier. Ongeveer een derde van de frikandel bestaat uit water, paneermeel en kruiden. Er zitten geen ogen, uiers of stukjes darm in de frikandel, wat het horrorgehalte beperkt. Het exacte recept verschilt natuurlijk per fabrikant, maar vaak bevat het de volgende bestanddelen:
- Mechanisch gesepareerd kippenvlees
- Water
- Varkensvlees
- Paneermeel
- Varkensvet
- Ui
- Zout, kruiden en specerijen
- Smaakversterker E621
- Dextrose
- Glucosestroop
- Emulgatoren E450 en E452
- Maltodextrine
- Antioxidanten: citroenzuur en ascorbinezuur
- Tarwe-eiwit
- Natuurlijk aroma
- Kippenei-eiwit
Waar rook is is vuur
De vreemde geruchten over frikandellen kunnen zijn ontstaan uit angst van ambachtelijke slagers voor de opkomende snackfabrieken in de jaren vijftig. Hoewel sommige beschuldigingen niet volledig onterecht waren, bevatten frikandellen eind jaren zeventig wel degelijk kippenmagen, slokdarmen en koeienuiers, wat toen nog als veilig werd beschouwd. Ogen en oren waren echter verboden. Tegenwoordig is dat orgaanvlees verdwenen door het gebruik van separatorvlees.
Bevredigend boven gezond
Er komt dus geen paardenvlees (meer) aan te pas, wel gaat de snack gepaard met risico’s. Gezond is hij niet. De frituurknaak bestaat uit verwerkt vlees, dat veel verzadigde vetten bevat. Wellicht is de volgende vraag of er een beter alternatief bestaat. Een vegetarische variant misschien? Die bestaan. Deze zijn vaak bereid op basis van soja-eiwitten en verschillen de overige ingrediënten niet veel met de vleesversie. Of dat nou veel gezonder is? Over het algemeen kunnen vegetarische frikandellen gezonder zijn op het gebied van cholesterol en verzadigde vetten, maar alles wat je onderdompelt in de frituurpan mag niet onder de categorie ‘gezond’ vallen. Bovendien zijn beide soorten voorzien van conserveermiddelen, smaakstoffen en andere toevoegingen. Dus, gezond? Nee. Lekker? Volgens de gemiddelde Nederlander; ja.