Zoals jij ’s avonds de voorraadkast induikt om een zak Haribo of Lays op te duikelen, daar zwemt de hongerige witte haai voor de kust van
Zuid-Afrika op zoek naar een malse versnapering. Dan komt ‘ie aan bij de rotsen in de branding, de schuilplaats van een paar zeehondjes.
Door die rots hebben die zeehonden hun grootste angst uit de oceaan ook niet ontwaard, waarna Seabert nietsvermoedend een stukje gaat zwemmen. De haai heeft zich inmiddels omgedraaid en loert op z’n zwemmende FEBO-knaller. Eenmaal in het zicht is er geen houden meer aan. Kaken en kracht winnen het van snelheid en souplesse. De zeehond heeft geen tijd meer om ook maar iets te doen en eindigt tussen de verwoestende kaken van
de witte haai als een rode vlek in de blauwe zee. Natuur op z’n hardst, maar wel vette
beelden.