Drugsgebruik is van alle tijden, zo hebben wetenschappers onlangs ontdekt. Onze voorouders waren zelfs een groot liefhebber van psychedelische drugs. Na een lange dag jagen wilden mensen graag even ontspannen en dat deden ze door middel van drugs. In de Bronstijd was men dus niet alleen bezig met het verzamelen van besjes en vis vangen, maar er werd ook flink gefeest. Uit
nieuw onderzoek blijkt namelijk dat mensen vroeger regelmatig aan de tripmiddelen zaten.
Europeanen aten planten om te trippen
Zo werd duidelijk dat op het Spaanse eiland Menorca bijna 3.000 jaar geleden een plant werd genuttigd die mensen flink liet trippen. Dit werd bewezen door het testen van haren gevonden op een archeologische vindplaats uit de Bronstijd. De drugs die werd gebruikt is afkomstig van de nachtschade-plant, hieruit werd atropine en scopolamine gehaald. Deze stoffen worden tegenwoordig bijna niet meer gebruikt omdat ze hartstikke giftig en levensgevaarlijk zijn vanwege het grote risico op een overdosis. Bovendien zijn de hallucinaties erg stevig. Als pepmiddel werd ephedrine gebruikt, een stof die valt te winnen uit bijvoorbeeld bepaalde dennenbomen.
Waarschijnlijk voor een spirituele beleving
De wetenschappers verantwoordelijk voor het onderzoek vermoeden dat deze drugs werden gebruikt tijdens religieuze ceremonies. Ook denken ze dat het erg makkelijk was om de drugs te vinden. Ze speculeren ook dat het werd gebruikt om een spirituele beleving te veroorzaken.