Van inwijdingsceremonies in verre Russische steden naar elitegokclubs in Macau: Federico Varese dompelde zich onder in de wereld van de internationale maffia. Hij neemt ons mee naar de échte wereld van de georganiseerde misdaad, van Italië, Rusland, Japan tot Hong Kong. Aan de hand van afgeluisterde gesprekken, interviews, ongepubliceerde politiedossiers en baanbrekend onderzoek, creëert Varese voor het eerst een compleet en uniek menselijk portret van de huidige internationale georganiseerde misdaad, vol onthullende verhalen en portretten van beroemde maffiosi.
De schrijver weet van wanten, want hij is hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Oxford. Eerder studeerde hij aan de Universiteit van Bologna, Cambridge en Oxford en hij heeft in Italie, Canada, Rusland, Amerika en Engeland gewoond. Zijn onderzoeksgebied bevat voornamelijk georganiseerde misdaad en misdaadgeschiedenis van de Sovjet-Unie.
8. Dood
Antonino Rotolo, de baas van de Pagliarelli-familie en residerend in het centrum van Palermo, is druk bezig zijn gezalfde opvolger, Gianni Nicchi, op zijn taak voor te bereiden, en draagt dan ook de meest waardevolle kennis aan hem over. Hij leert hem bijvoorbeeld hoe hij moet doden.
[BC] Antonino: Met wie ben je van plan deze klus te gaan doen?
Gianni: Alleen wij met z’n tweeën; verder hebben we er niemand bij nodig. Antonino: Nemen jullie alle twee een pistool mee?
Gianni: Ja.
Antonino: Zorg ervoor dat je die wapens van tevoren uitprobeert. Schiet altijd drie keer en doe dat niet van te dichtbij.
Gianni: Natuurlijk, dat weet ik toch. Daar hebben we het al eerder over gehad.
Antonino: Het is absoluut niet nodig
om een hoop rommel te maken. Eén schot om de knaap neer te krijgen, en als hij eenmaal op de grond ligt, richt je op zijn hoofd. Hou er wel rekening mee dat als je op zijn hoofd richt, er bloed uit kan spuiten, dus je moet dan wel snel een paar stappen achteruit doen [...]
Gianni: Ik zal schoenen aantrekken die sterk afwijken van wat ik gewoonlijk draag. En verder doe ik een oilskin-broek aan met knopen aan de zijkant, zodat ik hem gemakkelijk kan uittrekken, en een regenjas. En ik hou constant mijn helm op, dan ben ik er helemaal klaar voor!
Antonino: En de handschoenen?!
Gianni: Ik doe latexhandschoenen aan, van hetzelfde type als verpleegsters gebruiken.
Antonino: Maar heb je al geprobeerd een pistool vast te houden terwijl je latexhandschoenen aanhebt?
Gianni: Ja, ik heb alles gedaan. Ik heb ook gekeken of hij misschien wegglijdt, zoals je me al had uitgelegd.
Antonino: Daarna moet alles wat je aan hebt gehad worden verbrand [...] [BC]
Het gesprek gaat nog een tijdje door en er volgen nog wat aanvullende adviezen. ‘Gebruik kunstmest om eventuele kruitsporen van je handen te verwijderen.’ Het plan staat vast. Gianni is niet alleen de schutter. Hij heeft de supervisie over de executie. De jongeman toont geen enkel mededogen, geen enkele aarzeling, geen enkele angst. Dat bewondert Antonino nog het meest in zijn leerling, die een tikkeltje geïrriteerd was geraakt door de steeds weer herhaalde adviezen van zijn al te beschermend optredende peetvader.
Nadat hij opdracht tot de zoveelste moord uit zijn carrière had gegeven, kijkt de al wat ouder wordende baas terug op het bloederige spoor dat hij had getrokken. ‘Ik heb het een en ander uitgespookt,’ geeft hij tegenover een van zijn gesprekspartners toe. Hij gaat ervan uit dat de nazaten van degenen die tijdens de maffiaoorlog van 1980-’82 zijn vermoord nog steeds uit zijn op wraak. ‘Het waren toentertijd nog maar kinderen, maar ze zijn volwassen geworden; ze moeten nu al over de dertig zijn. Als die mensen het overwicht weer naar zich toe weten te trekken, snijden ze ons de strot door.’ Boven de gesprekken die Rotolo voert hangt de schaduw van de dood. Die duwt het leven opzij en inspireert toekomstige strategieën. Ik zie hem voor me: ineengedoken vlak tegenover zijn gesprekspartner, hoewel hij in feite tegen zichzelf praat, terwijl er uit de andere huizen geluiden komen, gekoppeld aan de vitaliteit van kinderen die in de aangrenzende tuinen spelen, het gevoel overal van afgesloten te zijn. Hij is onaangedaan. Dit is zijn leven.
Maffiosi dienen er altijd op voorbereid te zijn dat ze moeten doden, en in die vaardigheid dienen ze ook nog eens verhoudingsgewijs redelijk bedreven te zijn. Het idee dat er binnen een maffia een afdeling zou bestaan waar iemand een functie bekleedt waarin hij niets met geweld te maken krijgt (de boekhouding bijvoorbeeld) slaat nergens op. Giovanni Brusca, een baas die gelieerd was aan Antonino Rotolo en later kroongetuige is geworden, schrijft in zijn autobiografie: ‘De maffia bestaat uit mensen die vanaf het begin moeten doden, en ook moeten weten hoe ze dat moeten doen.’ Elk lid kan worden gevraagd om iemand om te brengen, en die opdracht kan niet worden geweigerd. Maffiosi doden zowel mensen van buiten als hun eigen mensen.
Als ze niet-leden om het leven brengen – zoals politiemensen, rechters, journalisten en activisten – schaduwen de maffiosi hun slachtoffer eerst een tijdje, bestuderen ze zijn vaste gewoontes en slaan dan toe. De executie vindt in het openbaar plaats, waarna het lichaam op het trottoir wordt achtergelaten, in het volle zicht van iedereen. Gewoonlijk handelen maffia- executeurs niet alleen: op de achtergrond houdt zich een team schuil, klaar om zo nodig in te grijpen. Gewoonlijk wachten ze in een vlakbij geparkeerde auto, hun wapens goed zichtbaar, met het idee dat door dit vertoon van vuurkracht de politie wat minder snel bereid zal zijn tussenbeide te komen. Volgens een beroepsmoordenaar van de Cosa Nostra is het meest betrouwbare wapen een revolver met het kaliber .38. Automatische wapens hebben de neiging nog wel eens te weigeren, waardoor de schutter alleen maar afgeleid raakt, terwijl een met een cilinder uitgeruste revolver het altijd doet en je er altijd raak mee schiet. Maar hoe beter het slachtoffer beschermd wordt, hoe waarschijnlijker het is dat de maffia haar toevlucht neemt tot meer extreme middelen, waaronder terugstootloze vuurmonden, vlammenwerpergeweren en explosieven. Over het algemeen worden deze middelen gehanteerd als er veiligheidsbewuste openbaar aanklagers uit de weg moeten worden geruimd.
Maffiosi brengen ook eigen mensen om als die op de een of andere manier uit de gratie zijn geraakt, in een machtsstrijd verwikkeld zijn geraakt of de regels van de organisatie hebben overtreden. Wraak is een krachtig motief. Familieleden worden soms gedood om zo een medelid te kunnen chanteren, of omdat, zo wordt wel aangenomen, ze te veel weten. Maffiosi doden soms ook in de paranoïde verwachting dat ze op het punt staan zelf vermoord te worden. Als ze eigen mensen doden, zetten ze over het algemeen een valstrik op.1 De moordenaar kent zijn doelwit goed. Als vriend en langdurig kompaan in de misdaad zal zijn slachtoffer maar al te bereid zijn hem te ontmoeten, een stukje met hem te gaan rijden of hem thuis te verwelkomen. Af en toe voorvoelt de maffioso dat hij zijn dood tegemoet gaat. Roy DeMeo, de leider van een liquidatieploeg die aan de Gambino-familie was gerelateerd, vermoedde al dat hij er werd ingetuind werd toen hij toestemde bij een bepaalde bijeenkomst aanwezig te zijn. Hij zei tegen zijn zoon: ‘Dit is het leven waarvoor ik heb gekozen, en dit hoort nu eenmaal bij dat leven. Ik ben geen verrader, en als ik niet ga, ruïneren ze jullie leven.’ Hoewel hij van plan was zijn eigen dood in scène te zetten en daarna naar de Bahama’s te ontsnappen, besefte hij dat hij op die manier zijn vrouw en kinderen in een levensgevaarlijke situatie zou brengen. Bij hun zoektocht naar hem zou de Familie ongetwijfeld bij hén aankloppen. Dat wist hij maar al te goed, omdat hij vroeger precies hetzelfde had gedaan. Toen een week na zijn verdwijning zijn zoon een la van Roys bureau opentrok, vond hij daar, keurig op een rijtje liggend, Roys met diamanten afgezette horloge, zijn portefeuille, zijn trouwring en zijn pistool. Hij zag ook nog een brochure van de katholieke kerk liggen, afkomstig van de plaatselijke parochie. Roy was zelfs nog gaan biechten.
Als het slachtoffer eenmaal in de valstrik is gestapt, geeft de maffia de voorkeur aan een methode die niet te lawaaiig is en ook niet te smerig mag worden. De Siciliaanse baas Giovanni Brusca – van wie beweerd wordt dat hij ergens tussen de honderd en tweehonderd mensen heeft vermoord – beschrijft gedetailleerd hoe hij een dun nylonkoord gebruikte:
‘Twee man houden de arme drommel aan zijn armen vast, twee man houden zijn benen stevig beet, terwijl de vijfde man, die achter hem staat, het koord strak aantrekt [...] na een minuut of tien treedt de dood in. Hoe je dat weet? Omdat het weefsel dan mee gaat geven, terwijl de persoon in kwestie in zijn broek piest en schijt [...] Als men van mening is dat er eerst nog gefolterd moet worden, komt daar een ingewikkeld systeem bij kijken dat ‘het vastbinden van de geit’ wordt genoemd.2 Het slachtoffer, waarvan de handen al op de rug zijn gebonden, wordt dan op zijn buik op de grond gedrukt, waarna er een touw om zijn nek wordt gewikkeld dat vervolgens ook om zijn onderbenen, die tegen zijn rug aan worden gedrukt, wordt geslagen – als een geit die op het punt staat ter gelegenheid van Pasen geslacht te worden. Zodra de beenspieren zich gaan spannen, komt het touw rond de nek strakker te staan, waardoor langzaam maar zeker de verstikkingsdood intreedt. Toch beweren heel wat Maffiosi dat dit geen specifieke foltering is. Het is simpelweg de meest effectieve manier om een slachtoffer in een kofferbak van een auto te vervoeren.
De volgende stap is het laten verdwijnen van het lijk. De meest afdoende manier is het te laten oplossen in een zuur, maar dan moeten de moordenaars wel zeker weten dat de persoon echt dood is. Als het slachtoffer nog beweegt als hij in het zuur ligt, zou hij wel eens kunnen gaan spartelen, en dat kan dan weer gevaar voor de omstanders met zich meebrengen. De oplossubstantie is dezelfde als die voor het schoonmaken van zilver wordt gebruikt en om heroïne mee te raffineren. Een tijdlang was het spul overal op Sicilië verkrijgbaar, totdat de autoriteiten doorkregen waarvoor het werd gebruikt, waarna de verkoop aan banden werd gelegd (hoewel er nog steeds via bouwvakkers aan te komen is, want die gebruiken het spul om bakstenen schoon te maken). Maar zodra het wel verkrijgbaar is worden er hele voorraden van aangelegd, zodat het in de toekomst alsnog kan worden gebruikt. Verder is er om een lichaam te laten oplossen heel wat zuur nodig, en het kost ook aardig wat tijd: drie uur, en dan in een bad met minstens vijftig liter. Af en toe wordt er ook een gasbrander gebruikt, waarmee de hitte kan worden opgevoerd, zodat het proces wat sneller verloopt. Het lichaam lost langzaam op, waarna uiteindelijk alleen de tanden overblijven, terwijl al het andere, inclusief de schedel, vervormd raakt. Het bekken behoudt zijn vorm het langst. Na ruim drie uur blijft er nagenoeg niets meer over, terwijl daarna alleen nog maar wat resten over een veld verstrooid of in een rivier gedumpt hoeven worden. In 2002 werd gezien hoe Nicola Mandalà, de baas die in verschillende hoofdstukken van dit boek opduikt, het lichaam van een plaatselijke zakenman naar een marmergroeve aan de rand van Palermo transporteert. Daar zag hij er persoonlijk op toe dat het lichaam in zuur werd opgelost. Het slachtoffer was hem tot last geworden. Zijn handlangers meldden later: ‘De man ging zich steeds arroganter en vervelender gedragen.’ Hij moest dan ook verdwijnen. Zonder één enkel spoor achter te laten.
Het omgaan met dat zuur vereist enig technisch inzicht. Deze nogal geavanceerde werkwijze was in eerste instantie de favoriete methode van de wat beter opgeleide families uit Palermo, zoals bijvoorbeeld de Inzerillo. De families die op het platteland actief waren verbrandden tot de beginjaren tachtig de lichamen simpelweg op een speciaal gemaakt rooster, een veel primitiever en tijdrovender methode. Je moet daar ’s morgens vroeg al mee beginnen, terwijl je pas bij de volgende dageraad één enkel lichaam hebt weggewerkt. En tijdens die hele periode moet het vuur brandend worden gehouden, met als gevolg dat er enorm veel hout nodig is. Weer anderen gebruiken benzine. Lea Garofalo, de 35-jarige dochter van een vermoorde baas, besloot in 2002 om zich van de Calabrese maffia los te maken en tegen haar eigen partner te getuigen, hoewel haar informatie niet voldoende was om hem veroordeeld te krijgen. Er verstreken een jaar of wat en ze besloot uit het getuigenbeschermingsprogramma te stappen. Toen haar ex-partner in 2009 voorstelde om elkaar in Milaan te ontmoeten om over de toekomst van hun dochter te praten, ging ze daarmee akkoord, in de hoop dat de aanwezigheid van haar dochter zou voorkomen dat de man haar iets aandeed. Maar ze vergiste zich: op 24 november 2009 werd Lea in Milaan door vier mensen van de straat geplukt en een bestelbusje gesmeten en bij haar moordenaars afgeleverd. In een afgelegen locatie in een buitenwijk van de stad werd ze eerst ondervraagd, toen in elkaar geslagen en vervolgens doodgeschoten. Om haar lichaam te laten verdwijnen maakte de bende gebruik van benzine. Er waren drie dagen voor nodig om haar te verbranden. Uiteindelijk bleef er van Lea een hoopje over dat uit 2800 botfragmenten bestond en alles bij elkaar 1,3 kilo woog en dat door de politie werd gevonden, samen met een halsketting en een gevlochten armband van geel en wit goud. De moord veroorzaakte in Italië een schok en leidde tot een geruchtmakende rechtszaak in Milaan, waarin Lea’s dochter als getuige werd opgeroepen; ze wees haar vader als de dader aan, waarna hij voor de moord op Lea werd veroordeeld.
De minst aan te raden methode om een lichaam te laten verdwijnen is het simpelweg te begraven: nadat vanaf halverwege jaren de tachtig het aantal maffiosi dat besloot kroongetuige te worden dramatisch toenam, konden deze mensen de politie precies vertellen waar de lichamen begraven lagen, terwijl op die manier ook hun getuigenverklaringen aan geloofwaardigheid wonnen. Toch komt het voor dat een executieteam niet over zuur of een rooster beschikt. In die gevallen verdient het aanbeveling om zo diep mogelijk te graven, het liefst tot een meter of vijftien, terwijl daarvoor bij voorkeur een krachtige graafmachine moet worden gebruikt.
Italiaanse maffia’s sneden lichamen ook wel in kleinere stukken. Tijdens de beginjaren van de Italiaanse georganiseerde misdaad in Chicago, werden lichamen simpelweg in een kleiput of een steengroeve gedumpt. Later in de twintigste eeuw werd in de Verenigde Staten het vervolgen van leden van de georganiseerde misdaad een stuk effectiever en moesten gangsters steeds slimmere manieren verzinnen om uitgebreide onderzoeken te omzeilen. In New York City lokte de ploeg die onder leiding van Roy DeMeo stond hun doelwit naar het appartement op de bovenste etage van hun hoofdkwartier, het Gemini-clubhuis. Zodra het slachtoffer daar arriveerde werd hij met een pistool met geluiddemper in het hoofd geschoten, waarna de wond onmiddellijk in een handdoek werd gewikkeld om het bloeden te stelpen. Een ander ploeglid stak het doelwit recht in het hart. ‘Daardoor wordt er geen bloed meer rondgepompt,’ legde Roy DeMeo een nieuw lid van het team eens uit. Het moet een surrealistische aanblik zijn geweest: de moordenaars liepen in hun ondergoed rond omdat ze niet wilden dat hun kleding onder het bloed kwam te zitten. Zodra de man onmiskenbaar dood was, werd het lichaam van zijn kleren ontdaan en in een badkuip gelegd. Het duurde zo’n veertig tot vijfenveertig minuten voor het bloed was gestold. Dus wachtten ze rustig af. Ze namen een borrel of ze nuttigden een pizza. De volgende stap was het in stukken snijden van het lichaam, dat daartoe op een plastic zeil werd gelegd. De verschillende stukken werden in vuilniszakken gestopt, die op hun beurt weer in kartonnen dozen werden gedaan, waarna het geheel naar de vuilnisbelt aan Fountain Avenue in Brooklyn werd gebracht, waar elke dag vele tonnen afval werden gestort.
Een moord kan ook worden gebruikt om een boodschap af te geven. Het is een strategie die nogal wat risico’s met zich meebrengt, omdat de politie en justitie in zo’n geval vaak in staat zijn om essentiële aanwijzingen boven water te krijgen, waaronder het lichaam, waarna het onderzoek naar de moord kan beginnen. Toch kan een boodschap af en toe van cruciaal belang zijn, en zorgt zo’n waarschuwing ervoor dat anderen zo bang worden dat ze de handschoen in de ring gooien. Maar boodschappen moeten worden ontcijferd en correct worden begrepen (denk maar aan die aloude grap: ‘Wat doet een postmoderne maffioso? Hij doet je een aanbod dat je niet begrijpt’). Op een koude ochtend in januari 1982 trof een agent van de State Police op de parkeerplaats van het Hilton Hotel in Mount Laurel, in de staat New Jersey, in de achterbak van een Cadillac het lichaam van een Siciliaanse man aan. Het lijk, waarvan het hoofd naar achteren was geknikt, was in een plastic zak gewikkeld, terwijl de agent al snel zag dat er een kogelgat in de schedel zat. Hij werd ook geconfronteerd met een nogal eigenaardige aanblik: in de mond van de man was een stapeltje bankbiljetten gepropt. Bij zijn genitaliën, die waren afgesneden, werden nog meer dollars gevonden.
De boodschap was: het slachtoffer is slechts ‘een halve man’, wiens ‘ogen groter zijn dan zijn maag’. Hij en zijn bondgenoten ‘wilden te veel eten, waardoor er voor de andere Families alleen nog maar wat kruimels overbleven. Nu kunnen ze stikken in hun geld’. Als je een stapeltje dollars in iemands mond propt – of een stuiver in zijn hand drukt – is dat een verhoudingsgewijs gemakkelijk te decoderen boodschap, en los van het slachtoffer heeft die steeds dezelfde betekenis. Als er een lichaam wordt gevonden dat net als een geit is gekneveld, kan worden geconcludeerd dat het om een maffiamoord gaat, wie het slachtoffer ook mag zijn. In de loop van de tijd zijn er ook andere kenmerkende methoden in zwang gekomen, die vervolgens weer uit de mode raakten. Siciliaanse bendes in Brooklyn bijvoorbeeld hadden de gewoonte om een vijand te verminken, met name als het om een informant ging, door zijn gezicht van oog tot oor open te snijden. Vandaag de dag herkent niemand die methode meer als iets typerends voor de Cosa Nostra. In andere gevallen is de boodschap heel duidelijk op de persoon of de context van toepassing, zoals bijvoorbeeld als er een informant is vermoord, wiens lichaam vervolgens voor het hoofdkwartier van de FBI wordt gedeponeerd of in het territorium van de Familie wordt gedumpt waarvoor hij gespioneerd heeft.
Soms wordt er een bepaald beeld door een buitenstaander aan toegevoegd en vormt dat een authentiek teken dat het om een maffiamoord gaat. In de jaren zestig had een Siciliaanse fotograaf die gespecialiseerd was in het fotograferen van mensen die door de maffia waren vermoord steeds wat schijven van de vijgcactus4 bij zich, een plant die op Sicilië – broeinest van de Cosa Nostra – veel voorkomt. Als hij er weer eens bij werd geroepen wanneer er iemand was vermoord, legde hij steeds enkele cactusschijven bij het lichaam, om zo te suggereren dat het ook hier om een maffiamoord ging. Lag die ‘handtekening’ niet naast het lijk, dan weigerden de kranten die foto van hem af te nemen. Na verloop van tijd werd dat soort symboliek in verband gebracht met moorden op Sicilië die in opdracht van de georganiseerde misdaad zouden zijn gepleegd. Uiteraard heeft niemand het alleenrecht op symbolen, of op effectieve manieren om te controleren hoe ze worden gebruikt. Mensen die de politie in verwarring willen brengen kunnen proberen een gewone moord (of een moord die is gepleegd door een bende die niet tot de maffia behoort) voor een maffiamoord door te laten gaan door het slachtoffer geheel in maffiastijl als geit te knevelen of een scherp mes dwars over zijn gezicht te halen. De romans van Andrea Camilleri, die zich afspelen op Sicilië en met inspecteur Montalbano in de hoofdrol, zitten vol voorbeelden waar zowel fatsoenlijke mensen als onbetekenende criminelen proberen justitie zand in de ogen te strooien door gebruik te maken van symbolen die van oudsher met de Cosa Nostra in verband worden gebracht.
Maffia Inside van Federico Varese is vanaf vandaag verkrijgbaar in de winkels
Winnen?
Wij geven 3 exemplaren weg voor de echte capo dit tutti capi's! Wil jij winnen? Vertel ons in de comments op Facebook waarom jij dit boek wil hebben en wie weet ga jij er vandoor met een exemplaar.