Het is vandaag exact 21 jaar geleden dat de Nederlandse voetbalwereld op zijn grondvesten schudde. Dinsdag 17 december 2004 was de dag waarop een sportief duel veranderde in een persoonlijk drama. Wat de wedstrijd van Niels Kokmeijer had moeten worden, eindigde in een horrortackle van Rachid Bouaouzan die de carrières en levens van beide voetballers voorgoed zou tekenen.
Op vrijdag 17 december 2004 stond het duel tussen Sparta en Go Ahead Eagles op het programma. Voor Niels Kokmeijer leek er aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht; de aanvaller was in topvorm en zette zijn ploeg met twee doelpunten op voorsprong. Maar na de Rotterdamse gelijkmaker (2-2) sloeg de sfeer in Het Kasteel om.
Frustratie op Het Kasteel
Het was de 84ste minuut toen de vlam in de pan sloeg. De spelers van Sparta waren er absoluut van overtuigd dat ze recht hadden op een strafschop, maar de arbitrage wilde daar niets van weten. De spanning op, en rond het veld liep razendsnel op.
"Sparta verwachtte die wedstrijd van Go Ahead te winnen", vertelde voetbalcommentator Leo Oldenburger zich. "Aan het einde van de wedstrijd merkte je wel dat er veel meer frustratie op de tribunes was, maar ook op het veld."
Terwijl de Spartanen nog verhaal haalden bij de scheidsrechter, ging het spel door. De bal belandde bij Kokmeijer, die aanzette voor een actie. Op dat moment kwam Rachid Bouaouzan met gestrekt been ingevlogen.
Het einde van een carrière
De impact was verwoestend. Kokmeijer wist direct dat het foute boel was. "Ik weet nog dat het zo ontzettend veel pijn deed. Meteen had ik door hoe erg het was en dat ik nooit meer zou voetballen". De medische balans was schokkend: zijn been was op meerdere plekken gebroken en er waren twee aders en zenuwen afgescheurd. De vrees van Kokmeijer werd werkelijkheid; hij zou inderdaad nooit meer op professioneel niveau binnen de lijnen verschijnen.
Kokmeijer wordt per brancard afgevoerd naar het ziekenhuis
Een emotioneel eerbetoon in de ziekenboeg
Niet alleen Kokmeijer had het zwaar; ook Bouaouzan was na het incident volledig van de kaart. Peter Bonthuis, de toenmalige algemeen directeur van Sparta, zag hoe de jonge speler kampte met een enorm schuldgevoel vertelde hij aan Rijnmond. "Bouaouzan was na de wedstrijd kapot. Hij wilde naar het ziekenhuis, maar we hebben hem daar weggehouden: wij konden daar zelf ook niet naar toe. Hij heeft vele malen gevraagd om naar Kokmeijer toe te mogen om zijn excuses aan te bieden."
"Kokmeijer wilde dat in eerste instantie niet. Ik was dagelijks bij Niels, zijn ouders en zijn vriendin, om hen te steunen. Ik trok het zelf ook op een gegeven moment niet meer. Toen ben ik vier dagen niet geweest en zei Niels tegen mij: als je Rachid mee wil nemen, dan is hij van harte welkom."
"Er hing zoveel spanning bij dat bezoek, terwijl het allemaal zo goed bedoeld was," vertelt Bonthuis. "Op een gegeven moment liep Rachid naar Niels toe en gaf hij hem een zoen op zijn wang en zei: 'Sorry, mijn excuses, ik wilde dat deze dag nooit had bestaan.'"
De juridische nasleep
De tackle kreeg ook een staartje buiten het veld. Het Openbaar Ministerie besloot Bouaouzan te vervolgen, een zeldzaamheid in de voetballerij. Op 27 juli 2005 werd hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 200 uur.
Hoewel Bouaouzan in hoger beroep ging, hield het gerechtshof op 29 mei 2006 vast aan de voorwaardelijke straf van zes maanden maar liet het wel de taakstraf vallen. Deze uitspraak werd op 23 april 2008 definitief bevestigd door de Hoge Raad. Ook op financieel vlak volgden er consequenties: in maart 2007 stelde de arbitragecommissie van de KNVB Kokmeijer in het gelijk. In een voorlopige voorziening werden Sparta en Bouaouzan veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 100.000 euro aan de oud-voetballer.
21 jaar later blijft het moment in het geheugen van de sportliefhebber gegrift als een herinnering aan hoe dun de lijn tussen passie en tragedie kan zijn.