Het is inmiddels zo'n drie maanden geleden dat we de eerste berichten ontvingen over het coronavirus. Op dat moment was het nog een lachertje, een griepje waar we niet zo panisch over moesten doen. De stad Wuhan, waar het virus snel om zich heen greep, werd een infectiehaard voor heel China. En na China volgde Australië, Japan, Italië, Frankrijk en de rest van de wereld.
In totaal hebben wereldwijd 383.008 mensen het virus gehad, zijn 102.524 mensen genezen en hebben 16.585 mensen het leven gelaten door het virus. In China is de verspreiding bijna gestopt en dat betekent dat China over twee weken, op 8 april, uit de lockdown mag. In andere delen in het land mogen mensen alweer vrij bewegen.
Op 23 januari brak de hel los in China. Luchthavens gingen dicht, treinen moesten blijven staan en alle burgers moesten binnenblijven. In dezelfde week steeg het aantal doden flink en kwamen per dag een paar honderd besmettingen bij. In totaal heeft China 81.171 besmette patiënten moeten verwerken en hebben 3.300 Chinezen het virus niet overleefd. Maar betere dagen zijn aangebroken voor het land en daarmee voor de wereld. Zo zijn op de nacht van maandag tot dinsdag 75 nieuwe patiënten geregistreerd en dat is letterlijk niks als je het vergelijkt met de 81.000 besmettingen in het land. Het is dan ook hoopvol nieuws dat de lockdown wordt opgeheven op 8 april. Zelfs de internationale beurs knapte daarvan op. En steeg weer eens met een aantal punten. Zo gloort er een klein streepje licht aan het einde van deze lange, donkere onhygiënische tunnel.
In Nederland doen we er alles aan om het in toom te houden. Zoals onze premier het omschreef zitten we in een tactische lockdown. Dat houdt in dat alles verboden is, maar we geen ‘huisarrest’ hebben. Voor het RIVM is dit weekend extreem belangrijk, want ze verwachten dit weekeinde de resultaten van de afgelopen weken. Zo kunnen ze zien of de maatregelen echt werken. In elk geval moeten we nog een hele tijd binnenblijven.