Bob Marley is een legende. Hij is de grondlegger van de rastacultuur, hij is de god van de blowers en de man die reggae groot heeft gemaakt. We hebben het natuurlijk over de legende Bob Marley. 1 september verschijnt de eerste, definitieve biografie over Bob Marley geschreven door de grootste Bob Marley kenner op aarde: Roger Steffens. In een tijdsbestek van veertig jaar legde hij het grootste reggae-archief aan, met daarin talloze interviews met Bob, zijn familie, vrienden en bandleden. In deze biografie vertellen zij het verhaal van Bob Marley. Bij FHM een exclusieve
voorpublicatie van deze reggaebijbel, met een fragment over de aanslag op Bob Marley.
Eerst introduceren we nog even de namen die in het fragment voorkomen:
Judy Mowatt: reggaezangeres uit Jamaica. Begon haar zangcarriere bij de Gaylettes, en zong daarna solo door. Haar grote doorbraak kwam toen ze door Marley werd gekozen om in zijn achtergrondkoor de I Threes te zingen.
Roger Steffens: de auteur van het boek.
Tyrone Downie: Keyboard/pianist van The Wailers.
Stephen Davis: Amerikaans muziekjournalist met als specialisatie reaggae.
Jeff Walker: Amerikaans muziekjournalist, werkte mee aan een Bob Marley biografie.
Voorpublicatie Bob Marley
Judy Mowatt: Ik had een paar dagen voor de aanslag een visioen. Marcia was vertrokken. Ze had geen goed gevoel over het concert. Het was alsof ze een voorgevoel had gehad dat er iets zou gebeuren. Of ze had iets gehoord. In elk geval had ze het eiland verlaten. Rita en ik waren bij de repetities. Op een avond droomde ik dat een haan, het was een haan met drie kippen, en de haan werd neergeschoten, en de kogel ketste af en beschadigde twee kippen. Ik zag zelfs de ingewanden van de kip eruit komen. Ik vond het maar niks. Ik vertelde Rita over mijn droom en Rita wist het al. Dus we verwachtten iets. Zo gaat dat vaak bij Afrikaanse vrouwen, ons begrip komt voort uit onze dro- men. Als je droomt en het is niet zo, lijkt het er toch op. Dus we wisten dat er iets zou gebeuren. Toen ging ik weer naar bed. Ik heb dit nooit verteld, maar ik ging weer naar bed en ik heb in de krant gelezen dat de controverse was veroorzaakt door dat nummer ‘Smile Jamaica’ dat Bob zong,
dat het een soort politieke slogan was. Maar je hebt de controle over jezelf, dus je moet glimlachen. Want de macht is aan ons. De overwinning is voor ons.
Roger Steffens: De voorgevoelens werden om ongeveer half negen die avond bewaarheid terwijl de repetitie nog in volle gang was. Twee witte Datsun-personenauto’s reden door het hek van Tu Gong. De wachten, mannen die er al lang werkten, waren mysterieus genoeg verdwenen. Over het precieze aantal mannen dat uit de auto’s kwam en begon te schieten bestaat geen duidelijkheid. Het kunnen er wel zeven of acht zijn geweest. Ze waren gewapend met machinegeweren en pistolen met in sommige gevallen zelfgemaakte munitie. Ze gingen van de ene kamer naar de andere kamer en schoten er wild op los.
Tyrone Downie: Op het moment dat de gewapende mannen binnenvielen, waren we bezig met ‘I Shot the Sheriff’. Bob was even weggegaan, want de blazers deden niet mee op dat nummer, maar die jongens wilden toch meespelen. We werkten aan een blazers arrangement en Bob vond het saai. Hij had de repetitieruimte verlaten en was naar de keuken gegaan voor een grapefruit of zo. Don Taylor was net gearriveerd en ging hem daar opzoeken om met hem te praten. Wat een godsgeschenk dat ze allebei naar de keuken waren gegaan! Want meteen daarna hoorde je de schoten. En er werd een hand door de deur naar binnen gestoken die begon te schieten met een 38 millimeter!
Eerst schoten ze er blind op los. Ik kon niet geloven wat ik zag. Toen we beseften dat het een vuurwapen was en dat iemand schoot, lieten we ons allemaal op de grond vallen. We probeerden de badkamer te bereiken, dat was onze enige kans. We gingen naar binnen en wachtten tot ze zouden komen om ons af te maken. Ik, Family Man, Carly, de blazers Glen DaCosta en Dave Madden. Ook Donald Kinsey was uit de repetitieruimte gekomen. Carly zat achter de drums, Family Man stond met zijn bas. We zaten te wachten en Bob rende naar binnen en ik zei: ‘Shit! Nu zijn we er geweest. Ze komen zo bin- nen om ons af te slachten.’ Ik dacht de hele tijd: wat gebeurt hier? Wie zit erachter? Misschien zijn ze Don Taylor hierheen gevolgd, want hij gokte. Ik had allerlei gedachten. Skill Cole had ook problemen vanwege paardenraces. We zaten daar maar te wachten. Toen hoorden we een auto wegrijden, dat was Rita. Er werd een schot afgevuurd. Na een poosje hielden ze op met schieten. Ze vertrokken, en Rita vroeg: ‘Is Bob oké?’ Ze had een kogel in haar hoofd gekregen. Ik zei: ‘Hee iemand Stephanie [Rita’s dochter] gezien? Is alles goed met haar?’ En Bob zei: ‘Stil!’ Hij had bloed op zijn hemd. We zaten allemaal in de badkuip, vier of vijf man in de badkuip! Toen ik uit de badkamer kwam, zag ik Don op de grond liggen, onder het bloed en met zijn ogen wijd open. Ik zei: ‘Shit, Don is dood!’ Ik zei: ‘Ik ga naar huis, jongens!’ Ik ben naar Half Way Tree gelopen. Ik wilde daar weg. Ik wilde weg omdat ik niet wist wat er was gebeurd en waarom.
Stephen Davis: Volgens Don Kinsey, de gitarist van e Wailers, die bij Bob in de kamer was toen hij werd neergeschoten, waren ze daar slechts met zijn drieën: Don Kinsey, Bob Marley en Don Taylor. Kinsey zegt dat een gewapende man binnenkwam, naar Bob keek en hem had kunnen doden, want Bob stond weerloos in de hoek. Maar dat hij zijn wapen niet richtte en Bob neerschoot, maar zo’n beetje vaag in zijn richting schoot, waardoor hij alleen zijn borst schampte. De kogel nestelde zich in Bobs linkerarm. Kinsey zegt dat de man Bob had kunnen doden als hij dat had gewild. Maar in plaats daarvan incasseerde Don Taylor vijf kogels.
Jeff Walker: Daar ben ik het mee eens in die zin dat de indringers enorm veel vuurkracht hadden. Overal zaten kogelgaten. In de keuken, de badkamer, de woonkamer, de vloeren, de plafonds, de deuren. Ook buiten. Ik arriveerde een half uur na de schietpartij, voordat al het bloed was schoongemaakt. Het lijdt geen twijfel dat ze een massale moordpartij hadden kunnen aanrichten.
Roger Ste ens: Aangezien Bobs leven na de aankondiging van het concert regelmatig werd bedreigd, was een nogal onsamenhangende groep bendeleden en anderen, de zogeheten Echo Squad, als beveiliging ingehuurd. Ze verdwenen echter vlak voor de aanslag uit Hope Road.
Stephen Davis: Dat hele gedoe met dat Echo Squad dat zich rond het huis zou hebben opgesteld. Ik heb gehoord dat het bestond uit twee politiemannen die in een witte Toyota voor het huis stonden.
Jeff Walker: Ik hoorde over de schietpartij toen we met Blackwell in het Sheraton zaten. Hij werd gebeld. We waren in Jamaica met een filmploeg. Ik moet eerst even zeggen dat in die periode muziek op televisie voor het eerst veel invloed begon te krijgen op de Amerikaanse markt. En omdat Bob weinig op tournee ging, vond ik dat we hem moesten opnemen. Smile Jamaica bood ons daartoe de ideale gelegenheid. Dat deden we niet op eigen houtje. Het was een conglomeraat van filmmakers uit New York, plus Perry Henzell, onder supervisie van Peter Frank, die de zomer daarvoor verantwoordelijk was geweest voor het optreden van e Wailers in e Manhattan Transfer Show . De crew was van Peter Frank en we ontmoetten Perry toen we naar Jamaica kwamen. Hoe dan ook, we zaten erover te praten dat we de dag voor het concert opnamen wilden maken op het eiland toen we hoorden dat Bob was neergeschoten.
Roger Steffens: Het verging de mannen die waren gekomen om Marley te doden allemaal anders. Er wordt nog altijd ge uisterd dat ze werkten uit naam van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Die ge- ruchten worden versterkt door een merkwaardig toeval rond een be- langrijk lid van de crew dat was gekomen om het concert te filmen.
Bob Marley van Roger Steffens (Xander Uitgevers) is vanaf 1 september verkrijgbaar in alle reguliere (web)winkels.
Winnen? Wij geven 3 exemplaren weg! Vertel ons in de comments op Facebook wat jij het mooiste liedje vindt van Bob, dan kiezen wij de drie winnaars uit. Succes!