Dacia introduceert de Hipster: chuncky, elektrisch en verrassend betaalbaar

De Hipster is alles wat de huidige autotrend niet is. Geen gigantisch scherm en geen gekke lichtshow bij het opstarten. Gewoon een compacte, elektrische knaap van drie meter lang en nog geen 800 kilo zwaar. Hij ziet eruit als een kruising tussen een mini-Land Rover en een Lego-auto, met rechte lijnen, weinig franje en een robuuste houding die roept: ik doe niet mee aan jullie dure designspelletjes. De kleurstelling is bewust eenvoudig gehouden, met een paar vrolijke accenten en bumpers van gerecycled kunststof.

Verwacht geen met knoppen volgestouwde cockpit. Dacia geeft je gewoon een houder voor je telefoon, die dienstdoet als sleutel, navigatie en infotainment. Er is plaats voor vier volwassenen, en met de achterbank plat kun je 500 liter bagage kwijt. Genoeg voor een weekendje weg of een kleine verhuizing. Het zogeheten YouClip-systeem maakt het mogelijk om accessoires, zoals bekerhouders of lampjes, op verschillende plekken vast te klikken. Functioneel, maar ook een beetje speels.

Dacia houdt de details over de batterij nog even geheim, maar belooft een rijbereik van rond de 150 kilometer. Dat is meer dan genoeg voor dagelijks gebruik in de stad. De topsnelheid ligt rond de 90 kilometer per uur. Niet spectaculair, maar dat is nog altijd sneller dan de gemiddelde ochtendfile op de A1. De Hipster is vooral bedoeld om elektrisch rijden weer betaalbaar te maken. Hij komt onder de prijs van de Dacia Spring te liggen, wat betekent dat je straks waarschijnlijk voor rond de 15.000 euro in een gloednieuwe EV kunt stappen.

De Hipster bewijst dat minder toch echt meer kan zijn. Geen overbodige luxe, geen stress om software-updates, maar een nuchtere elektrische stadsauto die doet wat hij moet doen. Het is de auto voor iedereen die klaar is met poespas en prijskaartjes met zes nullen.