Iedereen die ooit voedselvergiftiging heeft gehad, kent het: ineens kun je dat ene gerecht niet meer zien, ruiken of eten zonder misselijk te worden. Maar waarom blijft die ervaring zo hardnekkig hangen? Wetenschappers van Princeton University ontdekten recent een opmerkelijk mechanisme in onze hersenen dat dit verklaart.
Voeding doet veel meer dan alleen ons lichaam voeden. Tijdens het eten reist informatie vanuit de mond, maag en darmen naar de hersenen via de zogenoemde darm-brein-as. Dit systeem regelt niet alleen de spijsvertering, maar speelt ook een grote rol bij ons emotionele welzijn. Wanneer er iets misgaat, zoals bij voedselvergiftiging, slaat deze verbinding onmiddellijk alarm. Zelfs als je niet direct klachten krijgt, activeert je lichaam een verdedigingsmechanisme: misselijkheid, buikpijn en zelfs mentale symptomen zoals angst of
concentratieproblemen.
Getest op muizen
Om beter te begrijpen waarom we een negatieve associatie met bepaald
voedsel ontwikkelen, voerden onderzoekers een experiment uit met muizen. Ze gaven de dieren, de smaak druif, in een frisdrank en brachten bij een deel van hen symptomen van voedselvergiftiging teweeg. Toen de muizen enkele dagen later mochten kiezen tussen gewoon water en druifdrank, bleken de ‘zieke’ muizen de nieuwe smaak massaal te vermijden. De gezonde muizen dronken er echter zonder problemen van.
De verklaring hiervoor ligt bij een specifiek groepje hersencellen in de hersenstam, de CGRP-neuronen. Deze cellen pikken signalen op uit de darmen als er iets mis is en sturen die door naar de amygdala, het hersengebied dat verantwoordelijk is voor het verwerken van emoties. Hier worden herinneringen gekoppeld aan negatieve gevoelens. Hierdoor kan een enkele nare ervaring ervoor zorgen dat je eten instinctief gaat mijden.
Bewuste keuze
Opmerkelijk genoeg konden de onderzoekers deze reactie beïnvloeden. Door tijdelijk de CGRP-neuronen ‘uit te schakelen’, bleken muizen géén negatieve associatie meer te ontwikkelen met het eten dat hen eerder ziek had gemaakt. Dit wijst erop dat het vermijden van bepaald voedsel niet zomaar een bewuste keuze is, maar diep in onze biologie verankerd zit.
Ons brein houdt dus als het ware een interne ‘zwarte lijst’ bij van voeding die ooit kwaad heeft gedaan. Evolutionair gezien is dit zeer nuttig: het helpt ons om risico’s in de toekomst te vermijden. Toch kan dit beschermingsmechanisme doorschieten. Bij sommige mensen leidt het tot hardnekkige angststoornissen rond eten, chronische misselijkheid of het prikkelbare darm syndroom (
PDS).
Voedselvergiftiging zorgt dus voor bescherming
Kortom: die instinctieve afkeer van een gerecht na voedselvergiftiging is geen zwakte of aanstellerij, maar een diepgewortelde beschermingsreactie van je lichaam. Hoewel deze reactie meestal helpt om ons te beschermen, kan hij in bepaalde gevallen ook te sterk worden en het dagelijks leven beïnvloeden.