We kennen het allemaal wel: het OV in Nederland is duur, onbetrouwbaar en vaak een totale chaos. En de prijzen? Die stijgen gewoon lekker door. Sinds 1 januari 2025 betaal je alweer 6 procent meer voor je treinkaartje. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk achter de schermen van het openbaar vervoer? Waarom is het zo duur en zo… nou ja, niet zo geweldig?
Een van de grootste boosdoeners volgens veel Nederlanders is de privatisering van het openbaar vervoer. Waar we vroeger misschien nog dachten dat de overheid alles wel goed zou regelen, hebben we nu te maken met verschillende commerciële vervoerders die vooral één ding willen: winst maken. En dat merken we als reizigers. De treinen zijn vol, de vertragingen stapelen zich op, en de prijzen blijven maar stijgen. Het idee was ooit om de concurrentie te verbeteren, maar in de praktijk lijkt het vooral chaos te veroorzaken.
Er wordt wel eens gedroomd van gratis openbaar vervoer. Geen gedoe meer met dure kaartjes, lekker doorrijden zonder dat je bankrekening leegloopt. Klinkt top, toch? Maar de harde realiteit is dat het gratis maken van het OV de overheid ongeveer 4 miljard euro per jaar zou kosten. Als je dat in je hoofd omzet, besef je dat het niet zomaar een oplossing is. Volgens Henk Meurs, bijzonder hoogleraar Mobiliteit, is dat geld veel beter besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoer. Want, laten we eerlijk zijn, gratis reizen zorgt niet per se voor minder files. Sterker nog, het trekt vooral bestaande reizigers aan. De automobilist blijft vaak gewoon lekker in de auto zitten, tenzij we de service écht verbeteren.
Dus wat is dan de echte oplossing? Volgens Meurs moeten we niet zozeer het OV goedkoper maken, maar de kwaliteit verbeteren. Betere treinen, minder vertragingen, minder drukte – dan pas zullen mensen echt overwegen de auto in de garage te laten staan. En wat dacht je van slimme maatregelen, zoals hogere tarieven in de spits en lagere prijzen in de daluren? Zo spreiden we de drukte én maken we het voor de flexibele reiziger een stuk aantrekkelijker.
Klagen over het openbaar vervoer is in veel landen een favoriete bezigheid, en Nederland is daar geen uitzondering op. Toch scoort ons land redelijk goed als het gaat om punctualiteit: meer dan negen van de tien treinen komen op tijd aan, wat weinigen kunnen zeggen in Europa. Maar laten we eerlijk zijn, dat is niet altijd genoeg om de frustraties van de reiziger te sussen. Zeker als je kijkt naar landen als Griekenland, waar de kans op vertraging groter is dan dat je op tijd aankomt, of Groot-Brittannië, waar de privatisering van het spoor zorgt voor een chaos van hoge ticketprijzen en slechte service. Het is duidelijk: Nederland doet het beter dan veel andere landen, maar er is zeker ruimte voor verbetering, vooral als het gaat om comfort, betrouwbaarheid en de torenhoge prijzen.