Waarom darters niet vanaf 500, maar 501 naar nul gooien

02 jan , 20:30 Entertainment
depositphotos 34263403 xl

Je zit op de bank, biertje in de hand, een schaal bitterballen binnen handbereik, en je kijkt naar het WK Darts. Op het scherm zie je Michael van Gerwen en Luke Littler de pannen van het dak gooien. Maar ineens bekruipt je een vraag: waarom beginnen ze altijd bij 501? Waarom niet een lekker rond getal, zoals 500? Zitten darters soms op een oneven fetisj? Nee, het zit anders. We nemen je mee in een stukje dartgeschiedenis.

Het ontstaan van 501

Het moderne darten stamt uit de late negentiende eeuw in Engeland, toen mensen nog met steentjes gooiden om hun dorpsgenoot te irriteren (oké, misschien niet precies zo). Hoe dan ook, toen de sport vorm kreeg, besloot iemand slim om de score op 501 te zetten. Niet omdat het lekker bekt, maar omdat het dartspel met een rond getal, zoals 500, gewoon te saai werd.

Het probleem? Als je vanaf 500 begint, kun je je compleet focussen op de twintig: single, double, triple, uit. Het hele dartbord zou kunnen verstoffen, en dat wil niemand, toch? Door 501 te kiezen, ben je gedwongen om creatief te worden. Je moet ergens onderweg een oneven getal gooien om precies op nul te eindigen. En dat maakt het een stuk spannender (en lastiger).

Negendarters en andere heldendaden

Dan is er nog een reden: de mythische nine-darter. Met 501 kun je in exact negen perfecte pijlen uitgooien. Dat betekent 7 keer triple 20, triple 19, en bullseye. Wout Weghorst noemde het een zelfde prestatie als een hattrick scoren. Het is de Heilige Graal van het darten, en daar doe je het voor.

Maar wat als je een ander getal wilt?

Natuurlijk, bij amateurtoernooien beginnen ze soms bij 301. Maar, altijd een oneven getal. Want zonder dat, wordt het dartbord eenzijdig en daar heeft niemand zin in.

Dus, de volgende keer dat je aan je dartbord hangt met vrienden, weet je waarom 501 de standaard is. En als iemand nog steeds twijfelt, dan kan jij het ze uitleggen.

Delen met
Ook interessant