Fan militaire thrillers? dan is The Terminal List van Jack Carr zeker een aanrader voor het verlanglijstje. 2 oktober komt het boek uit, in deze voorpublicatie delen we alvast een fragment. Plot
Tijdens hun laatste missie werd het team van luitenant-commandant James Reece gedood in een catastrofale hinderlaag. Op de dag van zijn thuiskomst in Amerika wordt Reece ontslagen. En thuis wacht hem een derde tragedie, gruwelijker en persoonlijker dan alles wat hij in vijandelijk gebied heeft meegemaakt.
Nu hij alles is verloren en niet langer gebonden is aan de militaire regels neemt Reece het heft in eigen hand om de mensen die hem ontnomen zijn te wreken. Aan de hand van de kennis die hij heeft opgedaan bij de SEALs maakt hij een lijst met vijanden om ze een voor een op te sporen en uit te schakelen. Reece zorgt er door zijn acties voor dat hij veel invloedrijke mensen tegen de haren in strijkt, tot in de hoogste regionen van de regering.
Voorwoord
Dit boek gaat over wraak. In The Terminal List wordt onderzocht wat er kan gebeuren als een toproofdier, een strijder op zijn best, in een situatie terechtkomt waaruit geen terugkeer bestaat. Het gaat over wat er kan gebeuren als maatschappelijke normen, wetten, regelingen, moreel en ethiek overboord worden gegooid door een door oorlog geharde man met uitzonderlijke vaardigheden, die vastbesloten is het pad van de afrekening te volgen: een man die, alles welbeschouwd, al dood is.
Gezien de gevoelige aard van de betrouwbaarheidsverklaring waaraan ik me in mijn tijd als SEAL in het leger moest houden, ben ik verplicht al het geschreven materiaal dat ik van plan ben te publiceren, waaronder fictie, aan het ministerie van Defensie voor te leggen. Om wettelijk aan deze verplichting te voldoen, is dit manuscript voorgelegd aan de afdeling Prepublication and Security Review en door die afdeling is het ‘na aanpassingen vrijgegeven’. Ik heb tijdens het gehele schrijfproces veel moeite gedaan om ervoor te zorgen dat geen enkele tactiek, techniek of procedure in gevaar zou komen. Het laatste wat ik wil, is de vijand iets in handen geven waarmee die mogelijk op het slagveld in het voordeel is. Het beoordelingsproces is niet voor niets door de Amerikaanse overheid in het leven geroepen en omdat ik de eervolle taak heb gehad dit prachtige land in een oorlog te verdedigen, ben ik door mijn vroegere betrouwbaarheidsverklaring nog steeds verplicht om wat ik schrijf te laten beoordelen. De aanpassingen door de overheid zijn wel opgenomen, maar in het boek zwart gemaakt.
Hoewel dit werk fictie is, put elke scène uit emoties die ik tijdens meer dan twintig jaar in het leger bij echte wereldgebeurtenissen heb ervaren. Deze emoties geven dit boek, samen met de gevechten waar ik bij betrokken was, een echtheid die hopelijk bijdraagt aan een opwindende leeservaring. Hoewel mijn tijd bij de SEALs mijn keuze voor de hoofdpersoon zeker heeft beïnvloed, ben ik James Reece niet. Hij is vaardiger, grappiger en intelligenter dan ik ooit zou kunnen zijn. Hoewel ik James Reece niet ben, begrijp ik hem wel. Hij beschikt over de ervaring, training, vaardigheden en drive om op zijn voorwaarden recht te spreken.
Dit boek gaat ook over controle. Machtsversterking op federaal niveau onder het mom van openbare veiligheid is een nationale trend en we moeten ons er tegen elke prijs voor hoeden. Met dit uithollen van rechten, hoe marginaal ook, sterft de vrijheid een trage dood. We staan nu op een punt waarop de federale regering zo veel macht heeft dat ze in feite ieder gewenst persoon op de korrel kan nemen. Iedere Amerikaan, aan welke politieke partij gebonden ook, moet zich zorgen maken over de recente aantijgingen dat overheidsinstanties mogelijk politieke tegenstanders op de korrel hebben genomen. Opportunistische politici en ongekozen rechters met een verborgen agenda houden er een revisionistische kijk op de Amerikaanse grondwet op na, waarbij de Bill of Rights opnieuw wordt geïnterpreteerd, de macht bij het volk wordt weggehaald en op federaal niveau versterkt, en bedreigen zo kernwaarden van de republiek.
Als vrij volk moeten we er allemaal voor zorgen dat we de federale macht binnen de perken houden. De basiswaarde vrijheid onderscheidt ons van de rest van de wereld. We zijn burgers, geen onderdanen, en we moeten er altijd alert op zijn dat we dat blijven.
Jack Carr
6 augustus 2017
Park City, Utah
Fragment
Je hoefde geen tactisch genie te zijn om de plek te kiezen. De mens is een gewoontedier en sommigen zijn daar strikter in dan anderen. Accountants leken op routinegebied haast wel monniken. Elk jaar woonde Marcus Boykin van 1 juni tot 1 november in zijn huis in de bergen in Star Valley Ranch, Wyoming. Star Valley klonk voor vastgoedkopers aan de oost- en westkust veel aantrekkelijker dan de vroegere naam, Starvation Valley. Het was een enclave van rijke buitenstaanders in het verder landelijke westen van Wyoming, die als een keurig gemanicuurde vinger van beschaving in de berghelling was gestoken, vol huizen van miljoenen in een deel van de wereld dat verder werd bewoond door boeren en cowboys.
Boykin stond elke maandag, woensdag en vrijdag vroeg op en klom dan in zijn zilveren Mercedes G550 SUV om de tachtig kilometer naar de relatieve wereldstad Jackson af te leggen. Die stad was, met in de zomer zijn bevolking van bankiers en hedgefondsmanagers die zich kon meten met de Hamptons, de enige plek op een paar uur rijden waar hij van een fijnproeversmaaltijd en een fles wijn van achthonderd dollar kon genieten. In Jackson kon hij lattes drinken en The Wall Street Journal lezen in het gezelschap van andere periodieke bewoners uit New York, Greenwich, Boston en Los Angeles. Drie dagen per week kon hij met echte mensen persoonlijk contact leggen in plaats van ongeduldig te wachten tot zijn vrienden op zijn Facebookberichten reageerden. Het eten bij Rendezvous Bistro was veel smakelijker en de gesprekken waren veel stimulerender dan zijn gebruikelijke eenzame maaltijd op de veranda, hoe spectaculair het uitzicht ook was.
De US 89 loopt van noord naar zuid door de steile vallei die midden op de lijn tussen Wyoming en Idaho ligt. In de schaduw van de woeste, drieduizend meter hoge toppen naar het oosten en de glooiender heuvels naar het westen ligt geïrrigeerd hooiland aan de kant van de weg. Even ten noorden van het piepkleine dorpje Alpine buigt de weg in de richting van Jackson naar het oosten langs de rivier de Snake en kronkelt die de bergen van het Bridger-Teton National Forest in. Op dat punt op de route lopen de ruige bergkammen van het Tetongebergte haast tot aan de weg, als aangemeerde cruiseschepen die hoog boven een geasfalteerde pier uittorenen.
Ruim drie meter van de goed onderhouden weg lag een terrein dat even ruig was als bijna elke andere plek in de Lower 48. Daar vond je de indrukwekkendste muildierherten en enorme wapiti’s, net als behoorlijk veel zwarte beren en af en toe een eland. Boykin had nog nooit in zijn leven gejaagd of een wapen aangeraakt en het kwam dan ook niet in hem op dat 15 september, de opening van het hertenseizoen in Regio G in Wyoming, dat jaar op een maandag viel.
De vorige middag was James Reece zijn wandeltocht begonnen bij een punt aan de andere kant van de berg van de US-hoofdweg. Het spoor startte hemelsbreed dicht bij de weg, maar met de auto moest je heel wat kilometers omrijden. Het uitzicht vanaf de hoofdweg kwam zo dicht bij het afgelegen achterland als de meeste seizoensbewoners zoals Boykin maar durfden te komen. Al had hij vanaf zijn auto maar een paar uur gewandeld, Reece had net zo goed uit een andere wereld kunnen komen. Hij droeg een lichte ransel met daaraan vastgegespt een nylon geweerschede, hoogwaardige jachtkleding in camouflagekleuren van Sitka en de bergschoenen van Salomon die hij tijdens talloze missies over de hele wereld had gedragen. Als hij in het traditionele ghillie suit van de sluipschutter en met zwaar jachtgeweer door het achterland van Wyoming had gelopen, zou hij net zo zijn opgevallen als een man in een smoking in de bergen. In jachtkleding was hij echter even onzichtbaar als een kerel met een blauw colbert op het vliegveld.
Waarschijnlijk zou iedere agent van de jachtafdeling in de regio zich bezighouden met de tip over de elandstropers even ten zuiden van Jackson die hij anoniem had doorgegeven, maar in het onwaarschijnlijke geval dat hij iemand van de autoriteiten tegen het lijf liep, kon hij zich met de jachtvergunning en het hertenplaatje in zijn zak kenbaar maken als gewoon de zoveelste jager die op de drukste dag van het jaar op zoek was naar muildierherten. Hij had ’s nachts kunnen gaan trekken met een hoofdlamp, of hij had zijn nachtkijker mee kunnen nemen, maar hij wilde zijn plek voor het donker bereiken. Het had geen zin om in dit ruige gebied zijn enkel te verzwikken, of erger, en hij wilde graag beginnen.
Honderden keren had hij de topografie op kaarten en satellietbeelden bestudeerd, maar toch nam hij de route twee dagen eerder om zeker te weten dat het er ter plekke hetzelfde uitzag als vanuit de lucht. Het was een steil en hoog gebied. Achtduizend voet was nog altijd achtduizend voet, hoe goed je ook op zeeniveau getraind was. Hij bleef staan om op adem te komen en wat water uit de slang die aan zijn schouderband was bevestigd te zuigen. Zijn benen stonden in brand en zijn longen hunkerden naar zuurstof. Hoewel het geen vijftien graden was, was zijn onderste laag kleding doordrenkt van het zweet, dus ritste hij zijn bovenste laag los om wat lichaamswarmte kwijt te raken.
Hij had geen haast, maar bewoog zich doelgericht. Het was zeker niet de eerste keer dat hij zich een berg op worstelde naar een doelwit. Zijn plekje lag er nog net zo bij als hoe hij het had achtergelaten, een kleine, u-vormige, uit de bergkam uitgesleten spleet die alleen van voren toegankelijk was. Er bestond hier heel weinig kans dat een jager of jachtopziener hem van achteren zou besluipen terwijl hij in positie zat, en iedereen die van voren naderde zou hij lang voordat ze bij zijn schuilplaats kwamen al in het vizier hebben. De plek keek uit over een zadel in de hoofdweg dat tussen twee steile heuvels liep. Hij zat vlak bij de top van de tweede heuvel als je in de richting van Jackson reed. De plek zou hem, als een grot zonder dak, bescherming bieden tegen nieuwsgierige blikken van jagers die de middag voor de opening van het seizoen naar herten speurden en zou de wind bij hem weghouden als de temperatuur ’s nachts tot het vriespunt daalde.
Hij trok zijn geweer uit de schede en legde zijn ransel vlak bij de ingang van de spleet, zodat de geweermond van onderen niet zichtbaar zou zijn. Het was een Echols Legend, vervaardigd door een meester uit Utah wiens handgemaakte wapens voor een aantal maanden marinesalaris van de hand gingen. Het was een geschenk van zijn vader na zijn eerste uitzending na 9/11 en het was een van zijn waardevolste bezittingen. Hij was van plan geweest meer te gaan jagen zodra hij uit dienst was en een baan had in de privébeveiliging. Het geweer had een patroonkamer voor een .300 Winchester Magnum en hoewel het veel minder woog dan de sluipschuttersgeweren die hij in het buitenland had gebruikt, was het nog accurater. In plaats van een standaardjachtvizier had hij er een Nightforce NXS 2.5-10x32mm op gezet, dezelfde lens als hij op het werk gebruikte.
De voorkant van het geweer steunde tegen de ransel en de kolf werd door een pittenzakje omhooggehouden. Liggend en met ondersteuning voor zowel de voor- als de achterkant van het geweer kon hij het wapen even stil houden als met een echte schietsteun. Omdat auto’s en vrachtauto’s ten westen van hem de heuvel op klommen, zou hij droogvuren op de voorruit aan de kant van de bestuurderspositie voor de juiste timing. Vakantiegangers en dorpsbewoners die deze herfstmiddag de bergweg op kwamen, hadden geen idee dat ze zich in het dradenkruis van een van de dodelijkste krijgers van het land bevonden.
Tevreden dat zijn positie helemaal in orde was en dat hij het doelwit vanuit de juiste hoek op de korrel kon nemen, trok hij zich achter in zijn berghol terug en zette hij zijn kampeerkooktoestel neer om water op te warmen voor zijn gevriesdroogde avondmaaltijd. Zodra de zon achter de horizon verdween en de temperatuur rap daalde, kroop hij in zijn slaapzak. Hij dacht aan zijn dochtertje, grote bos blonde krullen, tranen in haar dappere blauwe ogen toen ze afscheid nam van papa bij zijn laatste uitzending. Nog zes maanden van huis en dan zou hij voorgoed thuiskomen, beloofd. Hij zag haar gezichtje nog steeds voor zich, tegen de ruit van het vliegveld gedrukt voor nog één laatste blik voordat hij in het vliegtuig stapte.
De eerste paar weken van een uitzending, als je net van huis was, waren het moeilijkste, net als de laatste paar, als je uitkeek naar je thuiskomst. Er was feller licht aan het einde van de tunnel, omdat het zijn laatste missie in het buitenland was. Eindelijk stopte de tredmolen van trainen-missie-trainen waar zijn SEAL-broeders en hij zich al meer dan tien jaar aan hielden. Opgekruld in zijn slaapzak onder een lichtshow van sterren die een stadsbewoner nooit kon begrijpen, sliep hij vaster dan hij in weken had gedaan. Deze keer werd hij niet wakker met het besef dat de nachtmerrie echt was. Hij strekte zijn arm niet uit in bed naar een vrouw die er niet was. Hoorde niet de zachte kreetjes van een dochter die nooit meer in zijn bed bescherming tegen monsters zou zoeken.
Op het moment dat zijn horloge om vijf uur in de ochtend een piepje gaf, was hij al wakker en staarde hij naar Orion. Zijn ontbijt zou bestaan uit een slok uit zijn waterfles en een energiereep. Hij nam zijn positie in achter zijn geweer en wachtte geduldig tot de zon opkwam.
Net als bijna iedereen in de financiële wereld stond Marcus Boykin vroeg op. In zijn beroep was het op tijd opstaan en eten óf slapen en gegeten worden. Hij wierp een blik op het weerbericht op zijn iPhone, waarna hij een designerspijkerbroek en een paar bruine Italiaanse instappers aantrok. Over zijn roze polo van Lacoste droeg hij een fleecetrui van Patagonia en hij zette een Yankees-pet op om zijn kale plek te verbergen voor de serveerster van in de twintig die hij op dit moment in bed probeerde te krijgen. Voor hem was ze niet Sarah met een diploma in de milieutechniek die werkte om haar masterdiploma te kunnen betalen, maar ‘de serveerster’. Tot nu toe was het hem niet gelukt in haar broekje te komen, maar ze had geen geld en hij was rijk. Vroeg of laat kwam er een avond dat ze dronken werd, haar voorzichtigheid liet varen en dan zou hij daar misbruik van maken. Zo ver overal vandaan zitten hoorde bij de uitdaging, al wist hij dat hij op een bepaald moment misschien een flatje in de stad moest kopen om zijn kansen te verhogen en tot scoren te komen.
Hij graaide zijn sleutels van het marmeren aanrecht en drukte op start op de afstandsbediening. Het was ijskoud en Boykin wilde dat de SUV door de verwarming en de stoelverwarming goed op temperatuur was tegen de tijd dat hij zijn koffie klaar had om mee te nemen en op pad ging. Hij opende zijn enorme eikenhouten voordeur en pakte zijn telefoon om een foto van de oranje gloed van de zonsopkomst die zich boven de berg uitbreidde op social media te plaatsen voordat zijn wifi zou wegvallen; tot aan Jackson was het bereik ruk. Het uitzicht interesseerde hem niet echt. Wat hem betrof deed de zon de volgende dag hetzelfde, maar het zou de jaloezie wekken bij zijn vrienden aan beide kusten, een gedachte waar hij van genoot.
Terwijl hij in de SUV klom en de bergweg afreed naar de US 89, gingen zijn gedachten naar wat hij tegen de serveerster zou zeggen als hij haar zag. In de strijd raken je zintuigen overprikkeld, is het totale chaos, vooral als jij de leiding hebt. De herrie is oorverdovend, zowel van het vijandelijke als van het eigen vuur, terwijl je lichaam tot in je DNA de bovenmatige druk van mondingsvuur en explosies te verduren krijgt. Mannen schreeuwen, niet uit angst of paniek, maar om elkaar boven het gebulder uit te kunnen verstaan. Er komen lichtspoorkogels op je af, raketten vliegen langs je heen, je directe omgeving wordt omhuld door een haast tastbare wolk stof van explosies en kogelinslagen.
De communicatie over de zender in je oor draagt nog bij aan de storm en je moet er bewust op reageren, wat betekent dat je op dat moment onbewust moet handelen. Het herkennen van doelwitten, het afvuren van wapens en het wisselen van magazijnen: alles moet automatisch gaan, zo naadloos als sturen, schakelen en gas geven in de auto, terwijl je aan het bellen bent. Als leider moet je zelfs nog meer boven de storm staan en verder kijken dan zelf overleven. Je moet voor de hele groep bepalen waarop wordt geschoten en welke kant ze op gaan en weerstand bieden aan de neiging het zoveelste wapen in de strijd te worden. Het is een groot waas van een verstoord tijdsbesef en de ene beslissing na de andere.
Dit was het tegenovergestelde van chaos. Reece merkte niets ongewoons op, alleen de rust die uitging van de wuivende espen en de kalmerende melodie van flora en fauna die in de prachtige bergzonsopkomst een nieuwe dag in gleden. Er was geen zender, niemand om mee te communiceren, alleen af en toe het zoeven van een auto of pick-up over het asfalt van de hoofdweg. De afstand tot het dal in de weg was precies zeshonderdvijfentwintig meter, wat betekende dat de kogel op zijn baan van de geweerloop naar het doelwit honderdvijfennegentig centimeter zou vallen. Het geweervizier stond op honderd meter scherpgesteld, dus moest hij het verschil compenseren.
Hij verzette zijn richtmerk met vierendertig klikken, 3,4 mils, om daling te compenseren. Door de afstand in te stellen verdween de speling. Hij kon het midden van het dradenkruis precies op het doelwit plaatsen. Vecht met elk beschikbaar voordeel. Zo vroeg in de ochtend stond er een lichte bries, wat gunstig was. In de bergen was het altijd lastig om windkracht te bepalen, zelfs voor een professional. Op zijn Kestrel las hij een windsnelheid af van drie kilometer per uur van links, waardoor hij vijftien centimeter moest bijstellen. Omdat de wind op elk moment kon draaien, gebruikte hij de mil-dot-verdeling op het dradenkruis om de 0,3 mils ‘te corrigeren’.
Nog voor de blauwe halogeenkoplampen boven de hoofdweg uitkwamen en de SUV de helling op kwam, hoorde hij de banden zoeven. De zilveren Mercedes was onmiskenbaar van Boykin; het was maar goed dat deze kerel niet in een F-150 reed. Het voertuig kwam recht op hem af, wat betekende dat hij het niet met zijn geweer hoefde te volgen, maar de auto had nog steeds een hoge snelheid. Hij had maar weinig tijd om van zijn succesvolle planning te genieten. Hij volgde het doelwit dat de heuvel af kwam, zoals hij ook bij de twee andere voertuigen had gedaan die eerder die ochtend waren langsgereden.
Hij nam een diepe teug lucht, die hij even vasthield, en ademde toen weer uit, om zijn natuurlijke ademritme te hervinden op het moment dat zijn longen de lucht hadden verbruikt, waardoor hij tot rust kwam. Daardoor bewoog het dradenkruis van zijn vizier nu trager, van een kring tot een lichte trilling. Zelfs met een stevige steun was het nooit zo stabiel als in films. De Mercedes kwam op het vlakke stuk van de weg en leek even stil te staan, omdat hij het perspectief van de voorwaartse beweging kwijt was. De bestuurder kon hij niet zien, niet van deze afstand en zeker niet met dit licht.
Hij hield iets rechts van het midden van de voorruit aan en drukte langzaam af. Zijn oren hoorden het schot, maar zijn brein registreerde het geluid amper. De terugslag was alleen te merken aan het beeld in het vizier dat tot een waas vervaagde bij het omhoogschieten van het geweer. Hoewel hij al talloze mensen in klote-uithoeken van de wereld had beschoten, nam de ‘vecht-of-vluchtreactie’ nog altijd bezit van zijn lichaam en schoot de adrenaline als een shot heroïne door zijn lichaam. In het verleden had hij met goedkeuring van zijn land talloze mannen gedood, maar deze keer betekende de trekker overhalen dat hij de heilige band met de maatschappij verbrak; hij had zojuist een moord begaan.
De monolithische kogel was een Barnes Triple Shock, gemaakt van massief koper dat in de piepkleine holle punt was gekerfd, zodat de kogel bij inslag als een dodelijke bloem in vier blaadjes uiteenviel. De kogel was gemaakt om diep tot groot wild door te dringen en werkte zo goed dat marinierseenheden die tijdens de strijd tegen de terreur gebruikten. Toen de kogel de bijna verticale voorruit van de Mercedes raakte, ketsten de blaadjes af, waarbij ze een cilinder koper achterlieten met een diameter van zeven millimeter en nog altijd sneller bewogen dan de meeste kogels van een handwapen uit de mond.
De kogel raakte Boykin op zijn neusbrug, sloeg in een iets neerwaartse hoek kraakbeen, hersenen en bot tot moes en sneed de eerste wervel door. Hij kwam er bij de hals weer uit, waarbij hij er vrijwel hetzelfde uitzag als bij de inslag, voordat hij dwars door de leren hoofdsteun ging en uiteindelijk in de schuimkussens van de achterbank tot stilstand kwam.
Op het moment dat het brein van de bestuurder geen signalen meer naar zijn lichaam zond, stond de cruisecontrol van de Mercedes op honderd kilometer per uur. Zijn ledematen trilden en schokten zoals bij de meeste dieren en mensen het geval is bij een schot in het centrale zenuwstelsel, maar door de Germaanse bouw van de suv bleven de wielen over de steile weg rijden alsof er niets was gebeurd.
Toen de auto langs de plek waar Reece zat scheurde, dacht hij heel even dat hij had gemist. Op het moment dat het voertuig de top bereikte, schoof Boykins levenloze lichaam naar voren in zijn gordel, zodat het stuur scherp naar links draaide. De voorwaartse stootkracht, de dalende weg en het hoge zwaartepunt van de suv zorgden voor een sneeuwbaleffect: de Mercedes rolde op het rechtervoorwiel naar voren, tolde de weg af, de steile berm in.
Het geluid van rubber en staal op asfalt en steen was oorverdovend, maar er was maar één man die het hoorde. Voor het eerst in maanden glimlachte Reece en hij trok een ziplockzakje uit een binnenzak van zijn jas. Daaruit haalde hij een opgevouwen krijttekening met een lijst namen op de achterkant. Met een piepklein stompje potlood streepte hij een van de namen op de lijst door en hij stak de lijst weer op zijn plekje tegen zijn borst.
The Terminal List verschijnt 2 oktober bij de boekhandel.