In het jubileumjaar 2025 (125 jaar Ajax, 750 jaar Amsterdam en 30 jaar na de Champions League-winst van Ajax) blikt Jari Litmanen samen met zijn oud-trainers en -teamgenoten in zijn Ajax-biografie uitgebreid terug op zijn succesvolle periode bij de Amsterdamse club.
Het boek, geschreven door Mike van Damme, biedt een diepgaand inzicht in de legendarische jaren van Litmanen bij
Ajax, waarin hij de harten van de supporters veroverde. Wij delen hierbij alvast een stuk uit het boek.
Fragment Jari Litmanen
Om een minuut over negen, op 20 mei 1992, voerde hij het faxnummer met netnummer 010 in, drukte op versturen en luisterde naar het tjirpende geluid van het faxapparaat. Een kort piepje liet Adri Mullenders weten dat de fax succesvol was verstuurd. Het curriculum vitae van de hem onbekende Finse voetballer lag nu ook bij Feyenoord.
Om zeven voor negen was Ajax de eerste club geweest die de fax had binnengekregen. Nu hoefde Mullenders de feitelijkheden over ene Jari Litmanen alleen nog naar de Frederiklaan in Eindhoven te sturen, waar PSV huisde, en dan kon hij zich storten op zijn dagelijkse werk als commercieel directeur van papierverwerkingsfabriek Colombier International in Mijdrecht.
In het voorjaar van 1992 bevond Mullenders zich voor even in de elite van het voetbal. Niet op eigen initiatief. Met de
sport had Mullenders nooit veel op gehad. In zijn vroege kinderjaren trapte hij weleens tegen een bal, meer om zijn voetbalgekke vader een plezier te doen dan dat hij er zelf lol aan beleefde. Een voorkeur voor een club uit het betaald voetbal had hij evenmin ontwikkeld. Mullenders identificeerde zich nooit met een stad of een regio in Nederland. Hij was geboren in Duitsland, verhuisde met zijn ouders als peuter naar Nederland en woonde in diverse provincieplaatsen. In de jaren zeventig verbleef hij in Amsterdam en ging hij weleens naar Ajax. Hij vond het leuk, maar werd zelfs in de periode dat hij Johan Cruijff, Piet Keizer, Johan Neeskens en Johnny Rep aan het werk zag geen echte supporter.
Dat hij deze ochtend Ajax, Feyenoord en PSV aan het faxen was, had te maken met een zakelijke vriendendienst. Een week eerder kreeg hij zelf een fax uit Finland. De afzender was Heikki Marttinen, een goede bekende. De Fin was algemeen directeur van papierfabriek Myllykoski Paper, waar Colombier onderdeel van uitmaakte. Het was echter niet in die hoedanigheid dat Marttinen contact zocht. De Finse veertiger was ook vicevoorzitter van de voetbalclub MyPa-47, die weer eigendom was van de papierfabriek. Hij was op zoek naar een Nederlandssprekende collega om hem te helpen in contact te komen met Ajax, PSV, Feyenoord en het Belgische KSC Lokeren. Om ‘het verhuren of verkopen van Finlands beste voetballer Jari Litmanen te bewerkstelligen,’ zo schreef Marttinen. Hij had voor deze taak niet zozeer een voetbalkenner nodig, maar meer een goede verkoper; iemand die de juiste mensen binnen de clubs wist te bereiken. Hij dacht meteen: Mullenders, die moet ik hebben.
In zijn fax zette Marttinen helder uiteen wat hij precies verwachtte: Mullenders moest het eerste contact leggen en informeren of de clubs openstonden om Jari te testen. Bij een positief antwoord zou Marttinen het verdere contact en de onderhandelingen op zich nemen. De Fin gaf een korte omschrijving van zijn voetballende landgenoot en die tekst had niet misstaan in een contactadvertentie: ‘Jari Litmanen is echt een fantastische speler en heel veel internationale teams zijn in hem geïnteresseerd. Hij is een eenentwintigjarige professionele speler en een jongeman met een goed gedrag en gevoel voor humor. Hij is op zijn best op het middenveld, maar is ook geregeld een doelpuntenmaker.’
Ervan uitgaande dat Mullenders instemde, stuurde Marttinen alvast een lijst met telefoonnummers van de betreffende clubs mee en verzocht hij de commercieel directeur van Colombier om binnen anderhalve week een eerste update te geven. Mullenders moest meteen aan de bak. En dat deed hij.
In een mum van tijd had hij de directe nummers of zelfs de privénummers van de juiste personen te pakken. Hij sprak met PSV-scout Gerrit van Tilburg en bij Feyenoord kreeg hij via scout Maup Martens technisch directeur Wim Jansen aan de lijn. In zijn eerste briefing aan Marttinen, keurig binnen de anderhalve week, kon Mullenders melden dat PSV graag het curriculum vitae van Jari ontving. Feyenoord was zelfs bereid Jari te testen in Rotterdam, indien MyPa-47 de reiskosten wilde betalen.
Met Ajaxscout Ton Pronk had Mullenders nog geen contact weten te leggen, maar hij zou het blijven proberen, schreef hij. Nog dezelfde dag kreeg hij Pronk aan de lijn. ‘Hij had in het ziekenhuis gelegen vanwege een blindedarmontsteking,’ herinnert Mullenders zich. ‘Ik weet niet of hij me vanuit het ziekenhuis al terugbelde of dat hij net thuis was, maar hij gaf aan het cv van Jari graag te ontvangen.’
Mullenders kreeg, per fax uiteraard, vanuit Finland keurig een cv aangeleverd. Het besloeg niet meer dan een half A4’tje, waarin het avontuur van een ambitieuze Finse jongen was gereduceerd tot enkele cijfers en feiten. Lengte: 181 cm. Gewicht: tachtig kilogram. Clubs: Reipas Lahti (1987-1990), HJK (1991) en Myllykosken Pallo (1992). Positie: middenvelder. Prestaties: beste voetballer van Finland in 1990. Achttien interlands voor Finland en zevenentwintig als jeugdinternational. Honderdvijfentwintig wedstrijden in de Finse Liga. Doelpunten: achtenveertig.
Op de vroege ochtend van 20 mei verstuurde Mullenders het overzicht naar de drie Nederlandse topclubs.
Mullenders bevond zich midden in een opmerkelijk spel. Veel clubs zouden hun beste speler binnenboord willen houden of tenminste veinzen dat de ‘fantastische voetballer’ niet te koop was, om zo de marktwaarde verder op te krikken. Maar MyPa-47 stopte er in de persoon van Marttinen juist veel energie in hem van de hand te doen. Het antwoord op de vraag waarom, was simpel: belofte maakte schuld.
Marttinen had Jari in december 1991 naar MyPa-47 gehaald. De overstap van de international van HJK Helsinki mocht absoluut verrassend worden genoemd: HJK was de Finse recordkampioen, MyPa-47 was net gepromoveerd. Jari had er echter niet lang over hoeven nadenken. ‘Marttinen zei dat hij mij de beste speler vond in Finland en dat ik het beste salaris hoorde te verdienen, waar ik gewend was dat clubbestuurders zeiden dat er eigenlijk geen geld was,’ legt Jari nu uit. ‘Marttinen wilde me een opleiding laten volgen binnen de papierfabriek voor na mijn carrière en zei dat hij me ging helpen om in het buitenland prof te worden. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Het klonk eigenlijk te mooi om waar te zijn, maar mijn vader kende Marttinen en zijn broer goed en zei dat ze te vertrouwen waren. Hij had gelijk. Marttinen is uiteindelijk mijn financieel adviseur en een betrouwbare vriend geworden, en gebleven tot hij in 2010 overleed.’
Terwijl de Finse competitie in 1992 net was begonnen, smeedden Marttinen, trainer Harri Kampman en Jari een plan. ‘Waar wil je het liefste spelen?’ vroeg Marttinen. De jonge voetballer hoefde niet na te denken. ‘Nederland, en anders België,’ zei Jari. En dus wist Marttinen wat hem te doen stond.
Met de traditionele top drie in Nederland zette hij meteen hoog in. Wat een gevecht had moeten worden om de beste speler van Finland werd in feite een afvalrace. Regerend en aankomend landskampioen PSV was de eerste club die aangaf geen verdere interesse te hebben.
Jari had in februari 1991 al twee weken stage gelopen in Eindhoven, dankzij de bemiddeling van de Finse bondscoach Jukka Vakkila. Jari begon bij het tweede elftal, dat op het jeugdcomplex Tegenbosch trainde. Huub Stevens was naast assistent van hoofdtrainer Bobby Robson ook de trainer van dat jeugdige elftal. ‘Ik vond dat Jari bijzondere kwaliteiten had, zeker op technisch gebied,’ zegt Stevens. ‘Zijn eerste aanname was goed, hij had controle over de bal en wist ruimte voor zichzelf te creëren. Hij was een heel ambitieuze knul, met een goede instelling.’
Stevens zag potentie en zorgde ervoor dat Jari kon meetrainen met het eerste elftal, op sportpark De Herdgang. Aan het einde van de twee weken mocht hij van hoofdtrainer Robson een klein halfuur meedoen in de oefenwedstrijd tegen KV Mechelen. Ineens stond Jari met spelers op het veld die drie jaar eerder de Europacup I met PSV en het EK met Oranje hadden gewonnen, zoals Hans van Breukelen, Berry van Aerle, Erwin Koeman en Gerald Vanenburg. Het Braziliaanse dribbelwonder Romário stond in de spits.
In dat halfuurtje maakte Jari een ‘bevredigende indruk’, zo viel de daaropvolgende woensdag te lezen in Voetbal International, dat hem abusievelijk Jari Lippanen noemde. PSV-manager Kees Ploegsma sr., een van de architecten achter de grote successen van PSV in de jaren tachtig, werd geciteerd: ‘Lippanen is een erg goede speler, daar bestaat geen twijfel over. Maar voorlopig moet hij tot september in militaire dienst. Daarna zien we wel weer.’
‘Tijdens die twee weken maakte Jari op de training een goede indruk, maar na de wedstrijd tegen KV Mechelen was Robson niet enthousiast over hem,’ vertelt Ploegsma nu. ‘Jari kwam niet helemaal uit de verf. We namen de beslissing niet met hem verder te gaan.’ Na een korte maar veelzeggende stilte, vervolgt hij: ‘Jari had hier kunnen zijn. Toen hij bij Ajax een topspeler werd, heb ik weleens gedacht: we hebben een foutje gemaakt. Of een grote fout. Maar die dingen gebeuren in de voetballerij. Niet elk schot is raak.’
Volgens Stevens speelde er nog iets anders mee in de keuze om Jari zonder contract terug te sturen naar Finland: voor dezelfde positie had PSV ook al Twan Scheepers, die negen maanden jonger was dan Jari, in het tweede elftal spelen. Scheepers speelde al sinds 1986 in de net geprofessionaliseerde jeugdopleiding en moest het eerste bewijs worden dat de Eindhovenaren talent konden kweken, iets waar vooral Ajax en Feyenoord in die tijd bekend om stonden. Stevens: ‘We hadden intern afgesproken dat we onze eigen talenten een kans zouden geven. Dan is het een slecht signaal als je de voorkeur geeft aan een speler uit het buitenland. Jari heeft het bij Ajax geweldig gedaan. Bij ons had hij misschien net zo goed kunnen doorbreken, maar dan had het wat langer geduurd. Om te zeggen dat het een grote fout was van ons, gaat me wat ver.’
In mei 1992 was de situatie onveranderd: Scheepers kreeg nog altijd een kans bij PSV en dus bleef de komst van Jari overbodig.
Restten twee opties: Feyenoord en Ajax. Als Mullenders zijn geld op een van de clubs had moeten zetten, was het Feyenoord geweest. Het contact met Wim Jansen was goed. De technisch directeur van Feyenoord hield zelfs tijdens zijn vakantie de vinger aan de pols. De uitnodiging om Jari in Rotterdam-Zuid te testen bleek desondanks voorbarig. Jansen dreigde bij het samenstellen van de selectie voor het seizoen 1992/1993 een overschot aan buitenlandse spelers te krijgen. In de PTT-Telecompetitie mochten per team maar twee buitenlanders tegelijkertijd op het veld staan. Feyenoord had al vier niet-Nederlanders onder contract staan en Jansen was, zo liet hij Mullenders eerlijk weten, ver gevorderd met een vijfde, de Nigeriaanse spits Mike Obiku. De technisch directeur moest eerst twee buitenlanders zien te verkopen, wilde Jari eventueel in beeld komen. Anthuenis wilde Jari graag hebben en deed in de zomer van 1992 een contractvoorstel. Voor Jari was Lokeren een reële optie, maar nog altijd wilde hij het liefst naar Nederland.
Jari Litmanen van Mike van Damme is vanaf 15 april verkrijgbaar in de boekhandel (of online)voor een prijs van €22,99.