“Voordat we opstijgen moeten alle apparaten in vliegtuigstand”, maar waarom?

Riemen vast, uitklaptafeltje ingeklapt en je vliegtuigstand staat aan: het vliegtuig kan opstijgen. Op elk device zit inmiddels een vliegtuigmodus. Het moment dat je deze aanzet worden alle WiFi-, Bluetooth- mobiele netwerkverbindingen verbroken.

Voordat de eerste telefoons met een vliegtuigstand van de band afrolden, moesten alle toestellen helemaal uit worden gezet. Tegenwoordig zetten we onze apparaten in vliegtuigstand om ervoor te zorgen dat signalen van de cockpit naar de luchtverkeersleiding zo soepel mogelijk uitgewisseld kunnen worden. Als niemand dus zijn vliegtuigstand aan zou zetten, kan de frequentie van de vliegtuigcommunicatie niet meer goed functioneren.

Een echt ongeluk kan er dus niet gebeuren als niemand zijn vliegtuigstand aanzet. Wel is het belangrijk om te weten dat een vliegtuig misschien niet goed kan landen als de communicatie van de piloot verstoord wordt door andere mobiele netwerken die op dat moment actief zijn. Uit een enquête van een Amerikaanse verzekeraar blijkt dat ruim 40% van de reizigers zijn of haar mobiele toestel niet altijd in vliegtuigstand zet of het per ongeluk vergeet. Ondanks dat de moderne cockpits eigenlijk volledig beschermt zijn tegen ongewenste straling staat de veiligheid bij de luchtvaartmaatschappijen hoog in het vaandel.

Om het veiligheidsdilemma ontstond er ook lichte ophef toen 5G voor het eerst in 2020 op een mobiel toestel werd geïnstalleerd. Omdat er steeds meer signalen door de lucht worden gepompt komen er steeds meer nieuwe frequenties. In het geval van 5G lag de frequentie vrij dicht bij die van de hoogtemeter die vliegtuigen gebruiken om te peilen hoe hoog ze zich boven de grond bevinden. De hoogtemeters zijn gelukkig inmiddels sterk genoeg om geen last meer te hebben van de 5G frequentie.