Het lijkt erop dat iedereen die terugkeert uit Oostenrijk met corona terugkomt. Niet zo handig om naar Oostenrijk te vertrekken dus. Gelukkig zijn er ook heel wat andere landen waar we als poederbaasjes door de sneeuw kunnen flaneren. Zwitserland bijvoorbeeld, en het prachtige Sankt Moritz.
Sankt Moritz wordt gezien als dé plaats waar het wintertoerisme is begonnen. Eind 19eeeuw overtuigde Johannes Badrutt een van zijn Engelse hotelgasten om in de winter langs te komen. Onder het mom van zongarantie nota bene. Of die zon scheen is nog maar de vraag, maar winterwonderland was vanaf dat moment een feit. En wat zijn we Johannes Badrutt toch dankbaar, er is namelijk niks leukers dan de hele dag de berg afscheuren. Daarnaast was Sankt Moritz de plek waar de eerste skiliften van Zwitserland werden gebouwd in 1935 en is dit ook nog eens de locatie waar de eerste elektrische gloeilamp in 1878 werd aangestoken. Een dorp met geschiedenis dus.
Feestzaal van de Alpen
Sankt Moritz is niet alleen de plek waar wintersport ontstond, maar wordt ook nog eens de “feestzaal van de Alpen” genoemd. Op bijna 2000 meter hoogte schijnt de zon gemiddeld 322 dagen per jaar. Lijkt er dus op dat Johannes het bij het juiste eind had.
Met 350 kilometer aan piste is er genoeg sneeuwplezier in Sankt Moritz te beleven. Ook vind je voor de echte liefhebber de steilste starthelling van Zwitserland. En mocht je niet zo van het skiën zijn, maar de prachtige witte natuur wel waarderen, dan is er ook nog 150 kilometer aan wandelpaden te vinden.
Off-piste in Sankt Moritz
Voor de off-piste liefhebber is Sankt Moritz ook een absoluut paradijs. Wil je door de bomen crossen of juist genieten van de open en vrije afdalingen, dan ben je bij Sankt Moritz aan het goede adres. De locals kennen alle routes, dus zorg dat je vriendelijk bent tegen die rijke knapen!