Nederland scoort dik in de Europese welvaartsladder

De koppositie is, zoals bijna elk jaar, voor Luxemburg. Niet gek: het land zit vol met financiële instellingen en bedrijven, en er werken relatief veel mensen die in buurlanden wonen, maar wel in Luxemburg hun boterham verdienen. Hun inkomsten tellen wel mee voor de economie, maar ze staan niet op papier als inwoner. Dat drijft de cijfers flink op. Ierland staat op plek twee, mede dankzij de vele buitenlandse multinationals. Denemarken pakt de derde plek, net voor Nederland.

Met onze vierde plaats laten we grotere landen als Duitsland, Frankrijk en Italië achter ons. Niet slecht voor een land waar je in twee uur van noord naar zuid rijdt en waar een groot deel van de grond onder zeeniveau ligt. Onze economie draait vooral op handel, logistiek, techniek en een gezonde dosis nuchter ondernemerschap. We hebben het goed voor elkaar als we kijken naar welvaart, toch?

Niet alleen wat je verdient telt, maar ook wat je kunt uitgeven. Daarom wordt er ook gekeken naar de werkelijke individuele consumptie, oftewel: wat jij als gemiddelde Nederlander daadwerkelijk kunt besteden aan spullen, diensten en het leven zelf. Hierin neemt Nederland de tweede plek in de EU, met een gemiddelde van ruim 32.300 euro per inwoner. Alleen Luxemburg doet het beter. België volgt met een derde plek. 

Het BBP per inwoner in Nederland steeg in 2024 met 0,3 procent ten opzichte van 2023. Geen groeispurt, maar wel een stijging. De economische groei was net iets groter dan de bevolkingsgroei. De EU als geheel groeide met 0,8 procent. Ter vergelijking: in 2023 daalde het bbp per inwoner nog licht.

Nederland staat economisch stevig op de kaart. We verdienen bovengemiddeld, geven relatief veel uit, en houden daarmee onze positie in de Europese top vast. We zijn misschien geen Luxemburg, maar we tikken wel degelijk mee aan de top. Geen champagnefeest, maar zeker een biertje waard. En dan het liefst eentje op een zonovergoten terras; welvaart moet je tenslotte vieren.