De maatregelen rondom het coronavirus leek wel een noodkreet van Moeder Natuur. Wilde dieren namen een bezoekje aan de normaal gesproken drukke steden, de natuur bloeide en groeide en de lucht was zuiverder dan nooit tevoren. Reden genoeg voor Thailand om de nationale parken met regelmaat te sluiten.
Thailand is een prachtig land en is honderden nationale parken. Sinds sluipschutter Covid-19 rondloopt zijn de parken gesloten voor toeristen. Niet heel leuk, maar parkwachters zien steeds meer wonderen. Zo spotten ze steeds meer dieren, waaronder vissoorten die al jaren niet gezien zijn. Volgens de Thaise autoriteit voor toerisme zijn de meeste parken nog gesloten en wie weet komt daar niet veel verandering in.
Want de natuur doet z’n ding weer en dat is mooi. Het land overweegt daarom nu om veel van deze parken ieder jaar te sluiten voor een paar maanden. De natuur kan op die manier weer even herstellen. Veel populaire bestemmingen werden al eerder afgesloten vanwege veiligheidsredenen tijdens het regenseizoen of omdat deze in de loop der tijd zwaar te leiden hadden onder de grote aantallen toeristen.
We hebbende laatste tijd wel vaker wat mooie natuurverschijnselen gezien. Zo waren de kanalen in Venetië weer helemaal schoon en liepen wilde dieren de straten op. We kunnen dus wel stellen dat hoe minder toeristen er zijn, hoe beter dat voor de natuur is. Daarom moet elk nationaal park in Thailand een planning maken en minimaal twee maanden per jaar hun poorten sluiten. Het Thaise Department of National Parks, Wildlife and Plant Conservation gaat daarna nog even om de tafel zitten om dit beleid te bespreken. Heeft die coronacrisis ons toch nog wat moois opgeleverd.