In de wereld van het topvoetbal draait alles om opofferingen, maar soms nemen die een wel heel bijzondere wending. Neem het verhaal van Kalidou Koulibaly, de Senegalese verdediger die in januari 2016 voor Napoli speelde onder leiding van de gepassioneerde en kettingrokende Maurizio Sarri. Terwijl Koulibaly's vrouw op het punt stond te bevallen van hun eerste zoon, had Sarri andere prioriteiten: een cruciale wedstrijd tegen Sassuolo. Wat volgde, is een anekdote die zowel de toewijding van een speler als de onverbiddelijke eisen van een coach illustreert.
Het was een gewone wedstrijddag voor Napoli, met de gebruikelijke voorbereidingen en video-analyse sessies. Terwijl de spelers zich concentreerden op de tactieken voor die avond, begon Koulibaly's telefoon herhaaldelijk te trillen. Zijn vrouw was in het ziekenhuis en de bevalling was begonnen. In een ideale wereld zou elke aanstaande vader onmiddellijk naar het ziekenhuis snellen. Tijd om te gaan zou je zeggen? Nou… niet als het aan Maurizio Sarri ligt.
Koulibaly Respecteerde zijn coach altijd, maar moest dit toch melden. “Mister, het spijt me, maar ik moet gaan." "Mijn zoon wordt geboren.” Sarri keek hem aan, nam een trekje van zijn sigaret (dat verzinnen we erbij, maar het zou zomaar kunnen) en zei: “Nee, nee, nee. Ik heb je nodig vanavond.” Dit was geen vraag. Dit was pure Sarri-logica. Wedstrijden winnen was belangrijker dan bevallingen.
Ondanks Sarri's bezwaren besloot Koulibaly toch naar het ziekenhuis te gaan. "Dit is de geboorte van mijn zoon, Mister." U kunt doen wat u wilt. Geef me een boete, schors me, het kan me niet schelen. "Ik ga," antwoordde hij resoluut. Eenmaal in het ziekenhuis werd om 13.30 uur hun zoon Seni geboren. Het was het gelukkigste moment in Koulibaly's leven. Maar de rust was van korte duur. Om 16.00 uur ging zijn telefoon opnieuw; het was Sarri. "Deze man, je moet begrijpen... hij is gek." Ik zeg dit op een goede manier, maar hij is gek! Koulibaly begreep duidelijk niet waarom Sarri hem opeens belde. Maar het nieuws was eigenlijk vrij duidelijk, “Kouli, kom je terug?" Ik heb je nodig. "Ik heb je echt nodig, Alsjeblieft, het is een belangrijke wedstrijd.”, riep Sarri door de telefoon.
Met de half geforceerde zegen van zijn vrouw keerde Koulibaly terug naar het stadion, klaar om zijn team te helpen. Toen Koulibaly nog steeds op zijn roze wolk glimlachend de kleedkamer binnenkwam, hing Sarri net de opstelling op. Koulibaly zocht naar zijn naam en rugnummer, maar tot zijn grote verbazing stond hij er niet tussen. Verbijsterd vroeg hij: "Mister!" "Maak je een grap?" Sarri antwoordde simpelweg: "Wat?" "Het is mijn keuze." Hij had Koulibaly op de bank gezet. Koulibaly was woest. Zijn reactie was daarom ook zeer begrijpelijk: "Mister! Mijn zoon, mijn vrouw. Ik heb ze achtergelaten. "Je zei dat je me nodig had." Sarri staarde Koulibaly vrij nuchter aan en zei vervolgens doodleuk: "Ja, we hebben je nodig, maar op de bank”. Koulibaly kon op dat moment wel janken en terecht. Maar nu, jaren later, kan hij er gelukkig keihard om lachen. “Die man… hij is gek." "Maar op de best mogelijke manier,” vertelde hij later.
En eerlijk? Dit verhaal vat voetbal perfect samen. Pure passie, totale gekte en een coach die liever een kersverse vader als wisselspeler had dan een excuus accepteerde. Sarri zou waarschijnlijk nog een speler met twee gebroken benen naar de verlenging slepen als dat kon. Maar hé, dat is voetbal. En als Koulibaly ooit twijfelde aan de toewijding van Sarri aan Napoli? Nou, dan was dat antwoord voor hem snel duidelijk.