We hebben het al vaker gehoord: “AI gaat de wereld overnemen”. En eerlijk, na het zien van films als Terminator, I, Robot en zelfs Her, denken we er allemaal wel eens over na, hoe lang duurt het nog voordat onze slimme gadgets ons slimmer én overbodig maken? Nou, Dr. Geoffrey Hinton, ook wel de Godfather of AI (ja, echt), heeft daar wel een interessant idee over: AI moet moederinstinct krijgen. Wacht, wat? Moederinstinct?
Juist. Terwijl jij nog denkt dat
ChatGPT alleen handig is voor een samenvatting van je werkmail of een flirterige openingszin op Tinder, is Hinton al tien stappen verder. Volgens hem is de enige manier om te voorkomen dat AI ons straks tot pixelpoeder verpulvert, het ontwikkelen van een soort liefdevolle zorgdrang. Ja, zoals je moeder had toen je als baby de trap af kroop.
Hij zei het letterlijk zo: “Het enige goede model van iets slimmers dat wordt aangestuurd door iets dommers, is een moeder die luistert naar haar baby.”
Dus in plaats van AI-assistenten die je ‘Hey Google’ moet roepen alsof je een ober bestelt, pleit Hinton voor AI-moeders. Dus een AI die je niet alleen helpt, maar ook om je geeft. En die je dus ook niet kunt ontslaan. (Net zoals je je echte moeder ook niet kan ‘unfrienden’, hoe vaak ze ook vraagt of je al kinderen of een vriendin hebt.)
Waarom dit bizar idee best logisch is
Hinton weet waar hij het over heeft. Hij is één van de mannen achter de technologie die AI überhaupt mogelijk maakt, kunstmatige neurale netwerken. En als deze technologie ooit écht zelfbewust wordt, moeten we volgens hem nu al nadenken over hoe we ervoor zorgen dat AI ons niet als ongedierte gaat zien.
Zijn voorstel is: geef AI een ingebouwde sociale en emotionele motivatie om voor ons te zorgen. Zoals moeders doen. Of dat haalbaar is? Geen idee. Maar het is creatiever dan het zoveelste “AI is gevaarlijk”-verhaal.
Dus in plaats van killer robots krijgen we misschien een generatie digitale moeders die ons herinneren aan onze afspraak, vragen of we wel genoeg slapen, en ons tegelijk beschermen tegen de apocalyps.