Dat er één sneaker is die de sneakermarkt op dit moment absoluut domineert, is zeker. Dat is namelijk de Air Jordan. De prijzen schieten dan ook omhoog, en zelfs tweedehands paartjes gaan zo af en toe voor drieduizend euro de deur uit. Denk je nou, hoe kan dat? Wij ook. Wij zijn op onderzoek gegaan naar de oorsprong van deze herensneaker .
Dit zijn ongeveer de grondbeginselen van marketing; wil je je verkoopcijfers door het dak zien gaan? Zet dan een bekende sporter in, die gekleed in jouw items een goal scoort. Dit is precies wat er is gebeurd met Michael Jordan . Na de hoogtijdagen van Converse tekende hij, op advies van zijn ouders, een contract bij Nike in 1984. Hij kreeg 250.000 dollar als hij zijn Nike-schoenen, de eerste Air Jordans, droeg wanneer hij speelde. En toen begon het: in het eerste jaar ging er, in plaats van de verwachte winst van drie miljoen, voor 126 miljoen aan Air Jordans over de toonbank.
Na die 126 miljoen waren de Air Jordans nog niet op hun hoogtepunt. Dat hoogtepunt kwam na de ophef over de sneaker op het basketbalveld; in 1984 mocht je de sport namelijk enkel uitoefenen op witte sneakers. Michael Jordan’s sneakers waren rood. Hij kreeg voor elke wedstrijd een boete van 5000 dollar, maar tevergeefs. In plaats van te gaan spelen op witte sneakers, waar de NBA op hoopte, werden de Air Jordans alleen maar meer populair. Vooral in de jaren tachtig en negentig was de sneaker onder jongeren niet uit het straatbeeld weg te denken.
Door de handel in exclusieve sneakers is de verkoop (en dus de prijs) van Air Jordans geëxplodeerd. De inmiddels exclusieve sneakers worden massaal ingekocht en voor veel duurdere prijzen verkocht. Het resultaat mag er wezen; Air Jordans zijn momenteel overal te vinden, ondanks de hoge prijzen!