Improvise, adapt, overcome. De welbekende woorden van Bear Grylls. Je hebt het goed gelezen, Bear is terug. Ditmaal kunnen we onze favoriete survivalexpert in boekvorm bewonderen. Bear ziet de survivalsport en het leven als een groot avontuur. Nu dacht de beste man dat hij zijn kennis en levenslessen maar eens zou moeten delen met de rest van de wereld. In zijn nieuwe biografie leer je zijn persoonlijke verhalen kennen en krijg je een kijkje achter de schermen van het beruchte programma Running Wild . In deze show had Bear een best arsenaal aan bekende mensen te gast. Een van deze heren was voormalig president Barack Obama. Ook heeft hij de wonderschone Julia Roberts op avontuur meegenomen.
Bear heeft een indrukwekkend curriculum vitae aan zijn zijde. Met titels als bergbeklimmer, militair, televisiepresentator, avonturier, motivatietrainer en schrijver kom je wel ergens aan het werk. Hoe is de avonturier in de mediawereld terecht gekomen? Tijdens een vakantie in Afrika onderging Bear een parachute ongeluk. Op 500 meter hoogte scheurde zijn parachute uit en landde de beste man bijzonder hard op zijn rug. Hierdoor brak hij drie ruggenwervels en beëindigde hiermee direct zijn militaire dienst bij de SAS als gespecialiseerde combat survival instructeur.
Na een jaar gerevalideerd te hebben vond hij het wel welletjes en begon hij met het plannen van zijn jongensdroom. Het beklimmen van de meedogenloze Mount Everest. Hierna verscheen hij in verschillende televisieshows zoals Oprah Winfrey en Jimmy Kimmel en kon hij zodoende de wereld van de media in duiken. Hier begon hij op Discovery Channel zijn survivalshows te presenteren en was hier behoorlijk succesvol mee.
In zijn nieuwe boek beschrijft Bear over zijn indrukwekkende leven en carrière. Daarbij deelt hij verhalen over de zwaarste expedities en licht hij ons in over de realiteit van levensgevaarlijke overlevingstochten. Ook leidt hij ons rond achter de schermen van de succesvolle show Running Wild waarin hij ex-president Barack Obama te gast had en verschillende andere grootheden. In het boek verkend Grylls belangrijke levenslessen die hij tijdens zijn avonturen heeft geleerd. De belangrijkste? Geef nooit op!
Om jullie dag dan toch nog een stukje beter te maken mogen wij een stuk uit het boek delen. Wij kunnen je ervan verzekeren dat dit echt een episch verhaal is. Veel lees plezier mannen!
Ik zal nooit die ene keer in Alabama vergeten, toen ik besloot dat het misschien wel een goed idee was om me door een slang te laten bijten, zodat kijkers wisten wat je in zo’n geval moest doen. Ergens had ik altijd al willen toetreden tot de Snakebite Survivors Club. Jazeker, die club bestaat, en het had me altijd al een leuke club geleken om lid van te zijn. Dus toen ik een ongevaarlijke, maar redelijk agressief ogende ringslang zag, zag ik mijn kans schoon, niet alleen om iets te filmen wat iedereen de stuipen op het lijf zou jagen, maar ook om te kunnen uitleggen wat je na een slangenbeet vooral wel en niet moest doen. En ik zou natuurlijk toetreden tot de Snakebite Survivors Club.
Wat kon er misgaan? Veel, zo bleek. Ik greep de slang beet, hield de kop stevig vast tussen duim en vingers en riep de crew bij me. ‘Ik heb een idee,’ zei ik.
Iedereen was het met me eens en de camera begon te lopen. Dit gaat de tongen losmaken, hoorde ik ze denken. ‘Zeg maar wanneer je er klaar voor bent, bg,’ zei Dan. Op dat moment begon ik te twijfelen. Wat dit wel zo’n goed idee?
Het druist tegen je instinct in om enge dingen te doen. En op de lijst van dingen die de meeste mensen eng vinden, nemen slan- gen altijd een hoge positie in. Ikzelf ben nooit zo bang geweest voor slangen en ga respectvol met ze om, maar ook mijn hartslag gaat flink omhoog als ik met ze bezig ben. Het is iets wat inge- bakken zit. Ons instinct vertelt ons dat dit mogelijk gevaarlijk kan zijn, en dus oppassen geblazen. Maar het besef dat ik op het punt stond mezelf te laten bijten, ook al was het door een niet-giftige soort, drong zich ineens op in mijn gedachten, en in mijn maag.
Bear. Idioot. Waarom dacht je dat dit een goed idee was? Ik aarzelde. Kom op. Je hebt het voorgesteld, nu moet je het doen ook. Het zal fantastische, memorabele tv opleveren. Je kinderen zullen dit jaren later nog op YouTube terugkijken. Kiezen op elkaar. Kom op nou.
Het was de beste, meest overtuigende peptalk die ik mezelf kon geven na achttien uur lang in het moeras te hebben ge- zwoegd bij een luchtvochtigheid van honderd procent. En het werkte. Oké, vooruit met de geit...
Ik gaf de slang een pets om hem nog wat kwaaier te maken en liet hem door mijn hand glijden... Het plan was om hem halverwege zijn lijf te grijpen, zodat hij de ruimte had om uit te halen en me in mijn hand te bijten. Ik trok een grimas, kneep mijn ogen dicht en wachtte op de beet en de onvermijdelijke pijn.
En ik wachtte. Nog altijd geen dolksteken in mijn hand. Na een paar tellen keek ik naar mijn hand en naar de slang. In plaats van een razend reptiel dat zich klaarmaakte om zijn tanden in mijn vlees te zetten zag ik een slap geval bungelen. Wat was er aan de hand? De gevorkte tong uit zijn bek was veelzeggend. Het beest was buiten bewustzijn. De klap die ik hem had gegeven, had hem niet agressiever gemaakt, maar juist buiten westen geslagen.
De anderen zagen het ook en begonnen te mopperen. ‘Lekker dan, bg... Dat levert ons wel een bafta op... Sukkel!’ Het is niet altijd prijs. Ik was dus nog steeds geen lid van de Snakebite Survivors Club, maar dat zou ik een jaar later, in Borneo, rechtzetten. We waren aan het filmen in de jungle en ik maakte me klaar voor de nacht op een klein platform van takken dat ik op tien meter hoogte in een boom had gebouwd. De avond viel. Dan en Pete Lee, onze andere waanzinnige geluidstechnicus, waren ook omhooggeklommen. Onze boomhut was bijna af. ‘Slang!’ Pete zag hem als eerste over een tak kruipen. Ik kwam meteen in actie en klom omhoog. Ik wist hem nog net bij de staart te grijpen voordat hij wegschoot. Avondeten. De gebruikelijke routine.
Maar toen ik hem naar me toe wilde trekken, krulde hij zich om de tak, om niet meer los te laten. Ik zag dat het een adder was, maar wist niet precies welke. Hoe dan ook, ik moest voorzichtig zijn. Je kunt het maar één keer fout doen en dat geldt dub- bel en dwars voor de omgang met dodelijke slangen in afgelegen oorden met beperkte toegang tot medische voorzieningen. Het was oppassen geblazen, maar ik mocht niet opgeven. Dit alles schoot op dat ene ogenblik door mijn hoofd. Ik trok nog een keer en ineens liet de slang los en schoot als een computergestuurd elastiek richting mijn hand, waarin hij me herhaaldelijk beet. Ik trok de kop los – voorzichtig, om de huid niet te scheurren en ontdeed me van mijn aanvaller. (Ik kan me niet meer herinneren of ik zijn kop afbeet of die met een mes afsneed, maar dood was-ie wel.)
De crew keek ontzet toe en ik begon te beven. ‘Gaat het?’ vroeg Dan, die zijn camera had laten zakken en mijn hand inspecteerde. Op mijn hand zaten dubbele rijtjes bijtwonden. Een goed te- ken. Gifslangen laten twee duidelijke gaatjes achter. Dubbele rijtjes zie je vaker bij niet-giftige slangen. Dit was dan wel een adder geweest, maar geen dodelijke. Ik had geluk. Alweer. Het grootste gevaar met niet-giftige slangen is infectie van de wond, en ik kan me nog herinneren van mijn jungletraining dat slangen nooit hun tanden poetsen. Met andere woorden, als je gebeten wordt en het is geen gifslang, moet je nog steeds de wond goed verzorgen. De wond zal vol bacteriën zitten en in de jungle is infectie levensgevaarlijk.
In plaats van krokodillen en andere roofdieren zijn het altijd de kleinste dingen die je kunnen nekken. Neem nou vuurmieren. Ik zag eens een groot exemplaar dat Matt, lid van ons team, in zijn lid had gebeten. Het was voor het eerst dat ik een volwassen man zag huilen van de pijn. Maar goed, de wond werd behandeld en later die avond werd de adder geroosterd boven het kampvuur om door ons te worden verorberd. Ik maakte me klaar voor de nacht en besefte met een grijns dat ik eindelijk was toegetreden tot de beruchte Snakebite Survivors Club.
Geef Nooit Op van Bear Grylls is nu online verkrijgbaar en uiteraard ook in de boekhandels van ons land.