Onderzoek wijst uit dat je met alcohol op beter vreemde talen spreekt

Tijdens het onderzoek lieten wetenschappers vijftiger Duitsers, die net Nederlands geleerd hadden, een drankje drinken. De deelnemers zelf wisten niet of er alcohol in hun drankje zat of niet. De hoeveelheid was verder afgestemd op het gewicht van de deelnemer en verschilde dus per deelnemer. De dosis stond ongeveer gelijk aan het promillage van een halve liter bier bij een man van zeventig kilo.

Na hun drankje achterover te hebben gegooid, was het tijd voor een gesprekje met de geblinddoekte waarnemer. Die wist ook niet welke gesprekspartner alcohol had gedronken en welke niet. Daarnaast werd het gesprek opgenomen en bekritiseerd door waarschijnlijk opper taalnazi's, in ieder geval Nederlandstaligen.

De beoordelaars vonden uiteindelijk dat de alcoholvrije groep minder goed Nederlands sprak dan degene die wel alcohol hadden gedronken. De zuiplappen zelf merkten vrijwel geen verschil met of zonder alcohol. Ze merkten geen verbetering of verslechtering op van hun taalvaardigheid in hun nieuw geleerde taal.

Jessica Werthmann van de Universiteit Maastricht heeft hier wellicht wel een verklaring voor. Alcohol werkt in dit geval waarschijnlijk angstremmend, waardoor je bijvoorbeeld ook sneller op een chick af stapt of ruzie hebt in de club. Verder onderzoek moet uitwijzen wat een grotere hoeveelheid alcohol doet qua het spreken van vreemde talen. Wij hebben wel een hypothese. Op zaterdagavond kunnen wij regelmatig onze moedertaal niet eens meer goed uitkramen, laat staan een andere taal.