Prijs van tanken vanaf volgend jaar krankzinnig verhoogd

De overheid heeft geprobeerd de oorspronkelijke stijging flink te verlagen, waardoor tanken ongeveer 5 cent per liter duurder zal worden vanaf 1 januari 2026. Analisten verwachten echter dat de accijnsstijging het prijskaartje met ongeveer 25,8 cent per liter kan verhogen in de loop van volgend jaar. Dat betekent dat veel automobilisten straks rond de €2,30 tot €2,50 per liter kunnen betalen, afhankelijk van waar je tankt en hoe de olieprijzen zich ontwikkelen.

Dit is niet zomaar een kleine verhoging. Voor mensen die in de stad wonen en dagelijks rijden, kan het oplopen tot tientallen euro’s extra per maand. Benzine wordt zo dus echt een van de duurste dagelijkse uitgaven voor veel Nederlanders, zeker als je die extra centen optelt bij de stijgende kosten van levensonderhoud.

Als we Nederland vergelijken met de rest van Europa, blijkt hoe absurd hoog de brandstofprijzen hier zijn. Gemiddeld liggen de benzineprijzen in Nederland rond de €1,90–€1,92 per liter, en na de accijnsverhoging dus nog een stuk hoger, terwijl veel andere Europese landen aanzienlijk goedkoper zijn.

Ter vergelijking:

Dat betekent dat je in Nederland vaak 30–40 cent meer per liter betaalt dan in de buurlanden, een verschil dat elke tankbeurt voelt als je langs de grens rijdt voor een voordeligere tankbeurt.

Nederland heeft traditioneel hoge accijnzen en belastingen op brandstof, bedoeld om energiegebruik te ontmoedigen en de transitie naar duurzamere mobiliteit te versnellen. Dat maakt de Nederlandse pompprijzen structureel hoger dan gemiddeld in Europa.

Voor wie dagelijks naar het werk rijdt of regelmatig weekendtripjes maakt, voelt dit al snel aan als een kleine economische aderlating. Je portemonnee wordt dus niet alleen getest bij de supermarkt, maar ook elke keer je je auto volgooit.

En eerlijk is eerlijk: het voelt een beetje alsof je in Nederland betaalt voor een VIP-ticket terwijl je nog steeds gewoon in de file staat.