Donald Trump in opspraak nadat hij vrouwelijke journalist zwaar heeft beledigd

Natuurlijk zorgde de opmerking “piggy” voor verontwaardiging. Tegenstanders spreken van seksisme en machtsmisbruik: door haar zo aan te spreken, zou Trump proberen vrouwelijke journalisten monddood te maken. De White House-woordvoerder verdedigde hem met de klassieke uitspraak: “wie de bal kaatst kan hem terugverwachten.”

Perssecretaris Karoline Leavitt springt zelfs in de bres en beweert dat Trumps “botheid” een vorm van eerlijkheid is, iets wat volgens haar de pers juist waardeert. Critici zien het anders: de taal die de president gebruikt, is volgens hen niet alleen onbeleefd, maar ook ondermijnend voor de rol van vrije media.

Als je dit incident bekijkt, past het binnen een breder patroon. Trump heeft in het verleden vaker scherpe, soms zelfs kwetsende taal gebruikt richting vrouwelijke journalisten. In 2015 viel hij Fox News-presentatrice Megyn Kelly aan tijdens de Republikeinse voorverkiezingen: “Je kon zien dat er bloed uit haar ogen kwam, bloed dat overal vandaan kwam,” zei hij in een interview over haar kritische vragen.

"Varkentje" is ook een klassieker in de woordenschat van de Amerikaanse president. Zo noemde hij Rosie O’Donnell in het verleden al eens een “big, fat pig.’’ Tijdens zijn presidentschap werd de journaliste April Ryan door iemand in zijn administratie (Lynne Patton) herhaaldelijk “Miss Piggy” genoemd. een bijnaam die duidelijk bedoeld is om te kleineren.

Trump’s relatie met de media is dus zelden zachtzinnig geweest. Hij kiest vaak voor sterke taal, scherpe persoonlijke aanvallen en provocaties, vooral wanneer hij onder druk staat. Zijn stijl is polariserend: supporters prijzen zijn “directheid”, critici noemen het intimiderend, zeker voor vrouwen in de persroom.