Australië gaat een miljard uitgeven aan hypermoderne onderzeeërs

Waarom die natte droom van de marine? Simpel: geopolitiek schuift de boel steeds harder tegen elkaar aan. China, de VS, allerlei eilandstaten. Iedereen wil zijn vlag planten en Australië voelt de hete adem in de nek. Dus komt er een vloot die niet alleen indruk maakt op kangoeroes, maar ook op tegenstanders die denken even de Australische kustlijn te komen testen.

Wat voor onderzeeërs hebben we het over? We praten over nucleair aangedreven monsters die wekenlang onder water kunnen blijven zonder een hap frisse lucht. Je stopt er een bemanning in, wat raketten, torpedo’s en de onvermijdelijke koffiemachine, en hop: je hebt een drijvende schaduw die zich onzichtbaar door de oceaan verplaatst. Het is James Bond, maar dan met een Aussie accent.

Voor de belastingbetaler is dit natuurlijk een flinke hap uit de barbecue, maar volgens de regering is het een bittere noodzaak. Daarom geven ze 1,7 miljard Australische dollar uit (959,3 miljoen euro). De investering gaat niet alleen naar staal en schroeven, maar ook naar banen, kennis en technologische innovatie. Denk: nieuwe scheepswerven, duizenden engineers die zich kapot zweten in werkplaatsen, en een flinke boost voor de nationale trots.

Het heeft ook wel iets romantisch. Australië, bekend om zijn stranden, surfcultuur en relaxte vibe, kiest nu voor het ruigere werk. Stilletjes onder water sluipen met nucleaire spierballen. Een beetje alsof je laidback buurman ineens een zwarte leren jas aantrekt en een Harley start.

De komende jaren zien we of dit miljardenproject hen de ultieme watermachtenstatus geeft. Eén ding is zeker. Als jij straks in Bondi Beach een snorkel opzet, is de kans groot dat er honderden meters onder je voeten een hypermoderne onderzeeër langs glijdt.