Stel het je even voor, zestien dagen midden op zee, zonder enig zicht op land. Een ware nachtmerrie voor velen, maar Floris Rozendaal durfde het aan. Hij is met een zeilboot de Atlantische Oceaan overgestoken. Bijzonder, hij ging namelijk met een onbekend stel. Wat zijn de grootste gevaren? Hoe bereid je je erop voor? En wat doe je als je geen eten meer hebt? Wij gingen in gesprek met Floris over zijn avontuur. Van Kaapverdië naar het Caribische eiland Grenada. Het is een tocht van zo’n 4.000 kilometer. Recht over de Atlantische Oceaan. Wij zouden het niet durven, maar als we het verhaal horen van Floris, dan snappen wij wel waarom dit al jaren kriebelde bij hem! En dit is nog maar het begin van een zeven maanden durende reis voor Floris. Een start om nooit meer te vergeten!
Hey Floris, wat heb jij een bizar avontuur achter de rug zeg! Hoe kom je erbij om zo’n bizarre reis te gaan maken?
Al jaren is het mijn grote droom om de oceaan over te zeilen. Als mijn vriendin Susanna en ik besluiten om door Zuid-Amerika te reizen, kom ik erachter dat de start van onze reis samenvalt met de gunstigste periode om de Atlantische Oceaan over te zeilen. Aangezien ik de enige zeiler van ons twee ben, besluiten we daarom de eerste weken van de reis op te splitsen. Ik ging meteen opzoek naar een
boot waar ik mee kon
varen. Na ruim een maand kom ik in contact met Hugo en Ellen. Ondanks het leeftijdsverschil van bijna dertig jaar voelt het na de eerste online kennismaking meteen goed om samen dit avontuur aan te gaan. Ze varen met hun zeilboot "Adventure", een Beneteau First 40 van 12,5 meter, naar Kaapverdië waar ik opstap. Vanuit daar zal een rally met 25 zeilboten vertrekken om tegelijk naar het Caribische eiland Grenada te zeilen.
Je kent de gevaren van zo'n reis natuurlijk, wat is het laatste wat je tegen je geliefden zegt voor je aan boord gaat?
Mijn vriendin was er helemaal relaxed onder dat ik zou gaan, tot iedereen om ons heen haar begon te vragen of ze het niet eng vond. Daarnaast stormde het in de weken voor mijn vertrek flink in Nederland en had het algoritme van Instagram mijn zeilreis opgepikt met allerlei spannende filmpjes. We probeerden vooral te focussen op het avontuur en gelukkig hadden we een satelliet aan boord, dus spraken we af dat ik altijd een berichtje zou sturen als het kon. Bij het afscheid op Schiphol gaven we elkaar natuurlijk wel een extra dikke knuffel en beloofde ik heelhuids aan te komen.
Dan weet je dat je op reis gaat. Hoe zien de voorbereidingen er dan uit, want je bent daar helemaal op jezelf aangewezen natuurlijk?
In 2,5 maand tijd moest ik me zo goed mogelijk voorbereiden. Op open zee ben je helemaal op jezelf aangewezen, soms duurt het dagen voordat er hulp is. Daarom volgde ik een EHBO-cursus voor zeezeilers waar ik leerde reanimeren, verbinden en hechten met nietmachine. De zee is te wild voor een nette hechting. In november zeil ik op de ijskoude, klotsende Noordzee om een beetje te oefenen met zeebenen, leer brood bakken, spreek met mensen die de overtocht hebben gedaan en sla heel veel medicijnen in, uiteenlopend van een EpiPen tot aan morfine, waarvoor natuurlijk ook de juiste medische reisdocumenten geregeld moeten worden. Bij de apotheek krijg ik verbaasde blikken tijdens het afhalen. Ze begrijpen niet wat ik heb waardoor ik zoveel verschillende medicijnen nodig heb.
Na al die voorbereidingen is het eindelijk zover, je staat op het punt van vertrek vanuit Kaapverdië. Hoe gaat dat eraan toe?
Voor vertrek bespreken we grondig het calamiteitenplan. Wat te doen bij storm, brand, een gat in de boot? Wie wil je dat er gebeld wordt als het misgaat? Ondanks dat ik mij bewust ben van de gevaren, merk ik dat tijdens deze bespreking de spanning door mijn lijf giert. Dit gevoel wordt versterkt doordat de wind enorm is toegenomen tot windkracht 9. De wind zoeft door de haven en de kakofonie van de boot versterkt het windgevoel. Gezien we elkaar niet kennen bespreken we ook hoe we voorkomen dat we elkaar in de haren vliegen. We zitten toch zeker twee à drie weken met zijn drieën op een boot van 12,5 meter met genoeg spannende momenten.
We kunnen ons voorstellen dat er altijd iemand alert moet zijn op de boot, hoe gaat dat in zijn werking?
Klopt! Dagen op zee bestaan uit 24 uur. Je wisselt elkaar constant af. Mijn nachtshift was vaak van 03:00 uur 's nachts tot 06:00 uur 's ochtends. Ik word wakker gemaakt en trek mijn zeiljas, reddingvest en hoofdlamp aan. Met een lifeline zit ik vast aan de boot. Omringd door golven van zes meter zoeven we over de oceaan. Overboord vallen op deze momenten heeft ernstige consequenties dus je moet scherp blijven. Op deze momenten denk ik vaak aan thuis, dat ik hier alleen op de Atlantische Oceaan zit en hoe kwetsbaar we zijn als mensen. Een ongeluk midden op de oceaan kunnen we ons niet veroorloven.
Is er een moment geweest dat je dacht, nu kan het weleens mis gaan?
Door het zoute water en de trillingen van de golven gaat vaak iets stuk aan de boot en dus zijn we dagelijks aan het klussen. Het waaide zo hard dat het zeilen heel pittig was. Ook hoorden we van de andere crews dat ze uitgeput waren, iemand bijna zijn vinger verloren had en er zelfs een crew terug moest door een gat in de boot. Daarnaast kwamen gedurende de tocht verschillende berichten binnen van de andere boten over gebroken ribben en een gebroken mast. Daardoor vroeg ik mij wel af en toe af waar ik aan was begonnen.
Tijdens de tocht zagen we een keer te laat op onze radar een lokale storm, een squall, met windkracht 9 naderen. We moesten toen razendsnel handelen, het zeil laten zakken en de boot gereedmaken voor wat ons te wachten stond. Op een haar na passeerde de squall ons, maar we hebben wel even flink in spanning gezeten. Een belangrijke levensles die ik heb geleerd op de boot is dat dingen niet altijd gaan zoals gepland. Het draait om je aanpassingsvermogen, zeker als je maar met zijn drieën bent op de oceaan
Hoe doe je dat eigenlijk met eten en drinken aan boord? Want je hebt dagen geen land om je heen.
We hadden voor vier weken eten mee en 300 liter zoetwater. Al het groente en fruit was na een aantal dagen al op en de enige manier om aan vers eten te komen was brood bakken en vissen. De vislijn hangt uit en we vangen prachtige goudmakrelen. In de buurt van de Caribbean gaat het vissen mis. Opeens wordt er met volle kracht aan de vislijn getrokken en springt er een Caribische haai uit het water. Door de krachtige stoot breekt de hengel in tweeën. Daar ging onze verse ceviche.
Wat gaat er door je heen als je het land van aankomst in de verte ziet?
Vanaf ongeveer 50 kilometer afstand kun je voor het eerst land zien. Euforisch hijsen we de vlag van Grenada en omhelzen we elkaar. Het einde is in zicht! De scherpte was er wel meteen bij iedereen af. Toen gebeurde er iets. De wind draaide plots en Hugo krijgt de lijn van het grote zeil tussen zijn tenen. Het bloed spuit over het achterdek en de pezen hangen eruit. Via de satelliet maken we contact met een bevriende arts. Met hulp van mijn apotheek aan medicijnen drukken we de wond en de pijn. Nog 6 uur tot we aan land zijn. Bij aankomst gaat hij direct naar het ziekenhuis, terwijl ik word opgevangen door het welkomstcomité. De blijdschap houdt me overeind terwijl de zeebenen me bijna tegen de grond werken.
Pas toen ik eventjes aan land was, realiseerde ik me wat voor tocht ik had gemaakt en dat alles relatief goed was gegaan. Het voelde alsof ik na een hele lange marathon eindelijk de finish had bereikt. Dit is zeker niet de laatste keer, want ik zou heel graag een keer op een zeilexpeditie naar Spitsbergen, Noorwegen, willen gaan. De prachtige, ongerepte natuur en wildlife lijken me waanzinnig om tijdens het zeilen te ervaren. Hopelijk gaat dit een keer gebeuren!