De Belgische regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah zijn lekker bezig. Naast hun successen als Patser , Black en Hollywood-knaller Bad Boys For Life verschijnt er nu weer een nieuwe film. Dit keer een hele persoonlijke en impactvolle. En we hebben goed nieuws, want de film draait nu in de bioscopen. Wij mochten de film een paar weken geleden al bewonderen en gingen met het regisseursduo in gesprek. Wat doet deze film met hen, wat zijn hun dromen voor de toekomst en met welke acteur willen zij nog heel graag samenwerken?
Rebel. Dat is de naam van hun nieuwe film. Een indringende film over twee broers die vanuit België in de oorlog van Syrië terechtkomen. Het besluit om oorlogsslachtoffers in Syrië te gaan helpen, loopt voor één van de hoofdrolspelers heel anders af. Al snel wordt hij opgepakt en gedwongen om zich aan te sluiten bij een militie. Zijn leven verandert in een nachtmerrie. De ronselaars in België zien zijn jonge broertje als een gemakkelijk prooi om te rekruteren. Een gruwelijke situatie, maar helaas gebaseerd op waargebeurde verhalen.
Het is de meest persoonlijke film van het regisseursduo tot nu toe. Het was dan ook een wens om dit verhaal te vertellen. Naast de meest persoonlijke, is deze film voor hen ook de meest belangrijke. Het tweetal kent een aantal mensen die vertrokken zijn naar Syrië. Sommige jongens zijn geëindigd bij ISIS en anderen zijn teruggekomen om aanvallen te doen op België en Frankrijk. “Dat was zo confronterend en pijnlijk. Zeker omdat het Belgisch-Marokkaanse moslims zijn. Daardoor was het voor ons zo persoonlijk om dat verhaal te vertellen vanuit ons perspectief. Met al de complexiteit die je ziet en al de nuances. Het was een zeer intense film om te maken en belangrijk”, zegt Bilall.
Op welke manier hebben jullie te laten inspireren voor het script?
Vooral veel researchen. We hebben gesproken met jongens die zijn vertrokken en moeders die hun kind hebben verloren aan deze zaak. Maar ook met special forces die gevochten hebben tegen de IS in Irak. Onze scenarist heeft twee mensen geïnterviewd die in ISIS waren en vastzaten in Koerdische gevangenissen. Daarnaast hebben we ook ISIS-propaganda films moeten analyseren. Dus de research is heel breed en echt tot in de details. In elke scène kunnen we een verwijzing geven naar een waargebeurd verhaal of het feit waarop de scène gebaseerd is.
De mensen die Adil en Bilall gesproken hebben, zijn vooral vrienden van vrienden en mensen wiens familieleden vertrokken zijn. “Wij spraken met hen en zij vertelden ons hoe het was en wat voor conversaties zij hadden. We hebben ook gesproken met iemand die naar Syrië is gegaan, maar hij was niet bij ISIS of een terroristische organisatie. Hij was weliswaar bij een Jihadistische groepering, maar die werd gesteund door het westen en door Amerika en Saoedi-Arabië. Maar toch iemand uit België die vertrokken is om te gaan vechten in Syrië”, vertelt Adil.
Voor het verhaal is een hele specifieke gezinsverhouding gekozen. Er is geen vader in het spel, de oudste zoon raakt op het verkeerde pad en het jongere broertje ziet zijn broer als grote voorbeeld en wordt hierdoor een makkelijke prooi. Dit gezin is voortgekomen uit de verhalen die Adil en Bilall gehoord hebben. Het is een combinatie van alle verhalen van al die verschillende families en dus niet specifiek gebaseerd op één gezin.
“We zagen dat de afwezige vader, ook wel de afwezige ouder in het algemeen, een constante was bij veel van die profielen. Soms emotioneel afwezig en soms fysiek. De ronselaars gebruiken natuurlijk de extreme vormen van Islam. Maar dat is niet het enige dat zij gebruiken. Ze spelen ook heel erg in op de emoties. Het gevoel van een grote boer en de vaderfiguur. Er was één ronselaar in België, Brussel, die noemden ze Papa Noël. En niet omdat hij de kerstman was, maar hij was de vaderfiguur van een groep jongeren die allemaal vertrokken zijn. Het is iets waar ze naar op zoek gaan. Familiaal en broederlijk gevoel, zodat zij hun daarna kunnen brainwashen.”
Tijdens het nabootsen van de scènes is de gruwelijke situatie die hieraan verbonden is niet hetgeen waar de regisseurs het meest mee bezig zijn. “Je bent bezig met zo authentiek mogelijk te zijn. Je bent bezig met een scène draaien. Dus in die zin is het niet moeilijk. We proberen het gewoon goed te draaien. Maar de hele crew weet wel dat alle details moeten kloppen. We waren constant bezig met referentiefoto’s van een propagandafilm. Om te kijken hoe zij gekleed zijn en hoe zij doen.” Ook werd er naar veel documentaires gekeken. De hele cast en crew moesten verplicht twee documentaires kijken. The Cave en For Sama. Dit waren de twee meest recente docu’s die ook genomineerd waren voor een Oscar.
In de film verschijnen zo nu en dan scènes die een musical-achtige vibe hebben. Dat is niet heel gebruikelijk in een film, maar daar hebben de mannen heel bewust voor gekozen. Ze zochten een manier om een heel moeilijk en complex thema te kunnen vertellen aan een breed publiek op een toegankelijke manier. De Arabische cultuur is heel muzikaal. Dans en Arabische poëzie is een deel van hun identiteit. “ISIS was tegen muziek, dans en vrouwelijke stemmen. Als je dan een film maakt tegen ISIS, leek voor ons musical het beste genre dat er kan zijn.”
Adil vertelt dat dit genre bijdraagt aan het transporteren van het publiek naar een soort episch verhaal en een andere wereld. Ondanks het feit dat het een hele harde en realistische geschiedenis is. “Het gebruik van dit genre zorgt ervoor dat je in vier/vijf minuten alles kunt vertellen. Dat zal misschien niet mogelijk zijn met een dialoog. Het raakt het publiek op een emotionele manier. Tijdens zo’n dansscène wordt er heel veel uitgedrukt met puur lichamelijke bewegingen. Tekst zal niet hetzelfde kunnen bereiken.”
Waar Adil is, is Bilall. En waar Bilall is, is Adil. Althans zo werkt het in Hollywood. Hier mogen zij nooit iets apart van elkaar doen. Als één van hen naar het toilet gaat, mag de ander niet werken. Actie roepen terwijl de ander even de blaas leegt, zit er dus niet in. Op de vraag of zij ooit solo een film willen regisseren, antwoordden de mannen dan ook met een volmondige nee.
Tijdens een productie in België of Nederland hebben jullie veel meer vrijheid in jullie keuzes, maar tegelijkertijd is er ook minder mogelijk dan in Amerika. Hebben jullie een voorkeur?
We maken graag films op beide manieren. De creatieve vrijheid is natuurlijk iets onbetaalbaars en dat is iets wat wij echt willen. Maar je kunt geen grote blockbuster maken in België of met kleine budgetten. Dus daarom moeten we naar Amerika. Dan krijg je ook wel de ervaring om met grote crews en grote aantallen mensen te werken. We hebben graag die afwisseling. De combinatie versterkt ons als regisseurs.
Als we vragen wat de beste film is die het duo afgelopen jaar heeft gezien, roepen de mannen in koor Top Gun. “Ja, Top Gun sowieso. Wauw, dat was echt een cinema-ervaring. En Everything Everywhere All At Ones , die was ook goed.” Ze zijn dus niet alleen goede werkmaatjes, maar ook in de bioscoop ligt hun interesse op hetzelfde niveau. Want zo’n film moet je volgens hen in de bioscoop gezien hebben. Dat geeft gewoon de beste ervaring. “Net als Rebel, die moet je ook in de cinema kijken”, zegt Bilall met een enorme grijns op zijn gezicht.
Hoe kijken jullie naar Nederlandse films over het algemeen?
We kijken vooral naar series eigenlijk. De mocro maffia. Die zijn wel echt cool. Ik (Adil) heb wel echt het gevoel dat er in Nederland een grote spreiding is. Of het is super commercieel of het is super arthouse. Het is moeilijk om een film daar tussenin te vinden. En het genre dat wij het liefste hebben, is datgeen daar er tussenin ligt. Dat is in Nederland soms een beetje zoek.
Volgens Adil en Bilall is Karakter van Mike van Diem de beste Nederlandstalige film die ooit gemaakt is. Daarna volgen nog Wolf en De Oost. “Dat waren wel de films die dat gat vulden van wat wij vaak missen.” Ook hebben zij veel films met Nasrdin Dchar gekeken. “Alles waar Nasrdin in meespeelt, is altijd wel de moeite waard om te kijken.”
Een science fiction film maken, is hun grote droom. Maar voor nu zijn zij vooral hard aan het werk met een tweede deel van Patser. “Dat is cool, want Patser is België en Nederland. Dat zijn films die we ook graag willen maken. Een cross-over.” Na het eerste deel van Patser is het duo meteen begonnen met een tweede deel. Aan het scenario moet nog wel gewerkt worden, want de realiteit is al verder dan dat wat zij schrijven. “De gebeurtenissen rondom de mocro maffia worden steeds zotter en zotter. Ook in België. We hopen de film in 2024 te kunnen draaien.”
Jullie hebben natuurlijk met een grootheid als Will Smith gewerkt, maar met welke acteur of actrice zouden jullie nog een keer samen willen werken?
Denzel Washington. En Tom Hanks. Sinds dat we klein zijn, zijn we grote fans van hun films. Als we nog iets met Al Pacino of De Niro mogen doen, zou dat wel cool zijn. Als kind kijk je naar al die grote cinema-films met die grote acteurs. En dan denk je ‘wauw!’ Zou tof zijn om een film met hen te mogen maken. Legendes.
Hebben jullie naast regisseren nog toekomstplannen of dromen?
Veel dromen. Vooral gezond en gelukkig zijn en lang leven. Maar ook veel terug kunnen doen voor de maatschappij. Jongeren motiveren om cinema te gaan maken en die opleidingen te gaan doen. Cinema populair maken. Eigenlijk is het toch allemaal verbonden aan film, ha ha!
Het moge duidelijk zijn dat de mannen met veel passie en liefde voor hun vak te werk gaan. Wij hopen in ieder geval dat we nog lang van hun pareltjes mogen genieten. Mocht je nou benieuwd zijn geworden naar hun nieuwe film Rebel, dan kun je hieronder de trailer bekijken. Aanrader als je het ons vraagt.