Te weinig geld verdienen als vlogger? Op deze manieren kom je toch nog aan je centen

Vanaf 1 november is de Mediawet gewijzigd, die bepaald dat vloggers hun kijkers niet meer mogen aansporen om iets te kopen en een product geen 'overmatige aandacht' mogen geven. Soms krijgen ze hier wel tienduizenden euro’s per product voor. Een enorm bedrag dus. Enzo Knol mag bijvoorbeeld nog wel vissticks van Iglo eten, maar niet vertellen hoe lekker hij ze vindt. Ook moeten ze zogenaamde ’toezichtskosten’ gaan betalen aan instanties die hen gaan ’keuren’. Dit zal 220 euro per jaar aan het Commissariaat voor de Media en 400 euro aan Kijkwijzer zijn. Het wordt ze dus een stuk lastiger gemaakt, maar hoe komen ze dan aan geld? Hier zijn vijf banen waarmee ze toch nog een aardig centje kunnen verdienen:

Als vlogger ben je natuurlijk niet op je mondje gevallen. Je weet te spreken tegen mensen die vaak helemaal niet goed luisteren naar wat je zegt en kritiek krijg je ook genoeg. En met een bruto jaarsalaris van €109.100 is het ook nog niet eens zo slecht betaald! Misschien word jij de nieuwe Jesse Klaver of Geert Wilders?

Ga je nou een stapje hoger, dan kom je uit bij het salaris van een Minister-President. Met deze baan weet je zeker dat je iets nuttigs voor de samenleving doet, met een lekker centje op de bankrekening natuurlijk. Onze Mark houdt er per jaar zo’n € 170.910 aan over, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Al moet je de verantwoordelijkheid voor deze baan wel willen dragen natuurlijk.

Als vlogger weet je als geen ander hoe je je doelgroep aan moet spreken. Het is daarom ook niet onverstandig om de marketing kant uit te slaan. Als marketingmanager ben je verantwoordelijk voor het aansturen van het marketingteam en het in goede banen leiden van de marketingstrategie. Dit levert je zo’n €100.000 tot €147.100 bruto per jaar op. Niet verkeerd toch?

Is dit nou te hoog gegrepen, dan zijn er nog tal van andere baantjes die je zelfs zonder enig marketingtalent kunt uitoefenen. Zo kom je toch nog aan poen op de bank.