Sergio Ramos, de charismatische Spaanse voetballer die vooral in zijn tijd bij Real Madrid bekend stond om een echte zager. De Spaanse butcher is niet alleen beroemd om zijn verdedigende kwaliteiten en leiderschap op het veld, maar ook om zijn uitgebreide verzameling tatoeages. Elke inkttekening op zijn lichaam vertelt een verhaal, een moment van triomf, persoonlijke overtuiging of eerbetoon. Twee cijfers springen daarbij in het oog: '15' en '93'.
Voor de buitenwereld is het rugnummer 15 slechts een getal. Voor Sergio Ramos is het een litteken, een belofte en een blijvend eerbetoon aan een vriend die veel te vroeg uit het leven werd gerukt. In 2007 werd de voetbalwereld opgeschrikt door een tragedie: Antonio Puerta, destijds 22 jaar oud en een van de grootste talenten van Sevilla FC, zakte tijdens een wedstrijd tegen Getafe ineen op het veld. De jonge linksback, die bekend stond om zijn pure liefde voor de club, probeerde nog overeind te komen, maar viel opnieuw neer in de spelerstunnel. De medische staf wist hem te stabiliseren, maar drie dagen later, op 28 augustus 2007, overleed hij aan meerdere hartstilstanden.
Voor Ramos, die zelf zijn jeugd doorbracht bij Sevilla en samen met Puerta door de gelederen was geklommen, kwam het nieuws als een mokerslag. Dit was geen gewone teamgenoot: “dit was een vriend, een broer, iemand met wie hij groot was geworden." "Hij had een gouden hart," zei Ramos later. "Zijn passie, zijn karakter, zijn toewijding..." "We verloren niet alleen een geweldige voetballer, maar vooral een geweldig mens."
Vanaf dat moment besloot Ramos dat nummer 15 niet zomaar een rugnummer was. Elke keer dat hij het aantrok voor het Spaanse nationale team, deed hij dat met een extra gewicht op zijn schouders, niet als last, maar als eerbetoon. Hij droeg het met trots op het EK 2008, op het WK 2010 en het EK 2012, drie toernooien die Spanje won. Op die manier nam hij Puerta symbolisch mee in de triomfen die hij niet meer kon meemaken.
Maar een rugnummer was niet genoeg. Ramos liet het getal 15 vereeuwigen in zijn huid, geëtst als een permanente herinnering aan zijn vriend. "Sommige mensen verdwijnen uit het zicht, maar nooit uit het hart," zei hij ooit. En zo is het. Elke keer dat hij op het veld staat, elke keer dat hij de Spaanse kleuren verdedigt, is nummer 15 niet alleen een getal, het is een belofte. Een belofte dat Antonio Puerta nooit vergeten zal worden.
Naast het nummer ‘15’ heeft de Ramos nog een getal op zijn hoofd getatoeëerd, en dat is er ook een met een verhaal. '93' is niet zomaar een getal; het staat voor een van de meest iconische momenten in de moderne voetbalgeschiedenis. In de Champions League-finale van 2014, met Real Madrid tegenover Atlético Madrid, leek de wedstrijd verloren. Maar in de 93e minuut kopte Ramos de gelijkmaker binnen, wat leidde tot verlenging en uiteindelijk de overwinning voor Real Madrid. Deze goal bezorgde de club hun langverwachte tiende Europese titel, La Décima. Voor Ramos was dit niet alleen een doelpunt, maar een bevestiging van zijn vastberadenheid en nooit aflatende strijdlust. Bij zijn huidige club in Mexico, Monterrey, heeft Ramos daarom ook gekozen om met rugnummer 93 te spelen. Een kleine snauw richting Madrid die hem niet wilde binnenhalen voor zijn laatste seizoen, ondanks de belangrijke dingen die hij voor de club gedaan heeft zoals deze goal.
Sergio Ramos is meer dan een voetballer; hij is een wandelend kunstwerk, een man die zijn verhaal vertelt door middel van inkt. De nummers '15' en '93' zijn niet zomaar cijfers; ze zijn bijzondere momenten in een leven vol passie, toewijding en onvergetelijke momenten. Voor de fans is elke tatoeage een illustratie in de ziel van een kampioen, een man die zijn successen en waarden met trots draagt, zowel op het veld als daarbuiten.