Je hebt namelijk te dealen met alle overige oelewappers uit het
verkeer. Onoplettende automobilisten, levensgevaarlijke kinderen, domme motorrijders. En jij kan maar een kant op: rechtdoor. Voordeel is wel dat je bijna altijd voorrang hebt, dus het ligt nooit aan jou. Maar daar koopt je schuldgevoel weinig voor als er een kind onder je wagonnetje rent. Je zou zeggen dat je wel even naar links en rechts kijkt als je een tramrails ziet of er zo’n grote stadstrein in je blikveld opdoemt. Het leven van een trambestuurder gaat niet over rozen.