Chirurgen hebben een prachtig beroep. Extreem verantwoordelijk, mentaal loodzwaar maar bovenal heel erg dankbaar. Een van Nederlands meest vooraanstaande chirurgen is Emiel Rutgers, die oncologisch chirurg (kankerchirurg) is in het Antoni van Leeuwenhoek. Zijn specialisme is borstkankerchirurgie. Met dit beroep redt hij tal van vrouwen uit de put van deze vreselijke ziekte. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. FHM ging in gesprek met Emiel over zijn fascinerende baan. Wat voor persoon gaat er schuil achter een topchirurg? “De belangrijkste eigenschap van een topchirurg is dat je over een heel goed beoordelingsvermogen moet beschikken. Kan en moet de patiënt die tegenover mij zit de ingreep ondergaan die voor de hand ligt of die gedaan zou moeten worden? Dat is een heel beoordelingsproces. Bij elke ingreep
moet je nadenken: is dat wat ik ga doen nuttig, zinvol en zal dat hem of haar verder brengen? Dus het beoordelingsvermogen, het in acht nemen van de conditie en situatie van de patiënt, met al je beschikbare gegevens aan onderzoek én natuurlijk de kennis en je ervaring. Die ingrediënten moet je toch allemaal in acht nemen voordat je besluit in een patiënt te gaan opereren. Want ja, het is noga wat dat je in een mens gaat snijden. Ik zeg wel eens gekscherend: als ik op straat doe wat ik hier, in gecontroleerde zin, op mijn werk doe, dan zou ik snel in het gevang raken.
Je moet je altijd bewust zijn van het feit dat je de integriteit van een lichaam gaat schenden.
For a good cause , maar dat moet je dan voor jezelf ook heel goed kunnen motiveren.”
“Kijk, als je een bepaalde ingreep goed kan en je houdt dat twintig jaar vol, dan is het maar de vraag of die techniek nog steeds het beste is. Grote kans van niet. Dus, je moet echt je zaken bijhouden. Dus één: een goed beoordelingsvermogen en twee: dat beoordelingsvermogen up-to-date houden. Drie, het is ook wel van belang dat je zodanig in elkaar steekt dat je daadwerkelijk durft om in iemand anders te snijden. Het zou niet heel erg handig zijn voor een chirurg dat ‘ie flauwvalt als ‘ie een beetje bloed ziet. Dat gaat niet werken. Dus je moet ook ‘out-going’ zijn, een zekere extraverte manier van werken hebben. Tot slot is het een pré als je technisch handig bent, als je kan knutselen en technisch driedimensionaal inzicht hebt. Je moet er ook lol in hebben om technisch te kunnen werken,. Ik heb jonge dokters meegemaakt die iets hadden van: ‘ja al dit technische werk, ik moet bekennen, het ligt me niet.’ Maar, dat moet dus wel zo zijn. Dat zijn wel vier eigenschappen die passen bij een chirurg."
‘We hebben er alles aan gedaan’
“Je bespreekt van tevoren de hele situatie van de patiënt goed met het team en met de patiënt zelf. Daarbij probeer je zoveel mogelijk problemen die zich kunnen voordoen te ondervangen. Als er dan toch een ernstige complicatie ontstaat, dan is dat natuurlijk heel erg vervelend. Maar, dan kan je in ieder geval tegen jezelf zeggen: we hebben er alles aan gedaan om dat risico op fouten zoveel mogelijk in te perken. Maar het blijft echt balen, je baalt er echt als een stekker van… dat pakt je echt aan… Als mensen dan achteraf zeggen: ‘Hoe heb je nou zo stom kunnen zijn, ik had deze beslissing nooit genomen, ik was nooit met deze operatie begonnen.’ Als al je collega’s zo op je reageren… Nou… I can tell you, dat helpt niet. Maar, als je in een veilig team werkt en je weet van elkaar dat je dat een zorgvuldige afweging hebt gemaakt, dan voel je je gesteund. Dan wordt er begrip getoond, ook door de patiënt en de familie.”
“Ik vind het heel belangrijk dat het duidelijk is dat er geen routine-ingreep bestaat. Elke ingreep die je doet, hoe klein dan ook, is weer uniek voor de mensen waarbij je het doet. Dat je heel ervaren bent en dat je een bepaalde ingreep veel vaker hebt gedaan, maakt het een stuk veiliger. Dan kan je je makkelijker ontspannen. Als je kan ontspannen dan is er ook wel ruimte voor een gesprek of zelfs muziek op de OK. Maar dat werkt alleen als je goed beslagen ten ijs komt. Nou komen er best vaak een operatieverpleegkundige van andere ziekenhuizen bij ons werken vanwege personeelstekorten en daar zijn we heel blij mee. Wat ik dan regelmatig terugkrijg is: ‘Ja, we vinden het wel héél prettig om bij jullie te werken, want het is allemaal zo ontspannen en het lijkt allemaal wel zo vanzelf te gaan. Er wordt nooit met spullen door de kamer gegooid en ik hoor bijna nooit gevloek. Het is altijd heel ontspannen en prettig.’ Dan zeg ik: 'ik weet wel hoe dat komt… Namelijk omdat we ons allemaal senang voelen bij de ingrepen die we doen. We hebben ons goed voorbereid hebben en we weten dat we het kunnen. Dat levert een veilige ontspannen sfeer op.' Dat vond ik eigenlijk wel een hele mooie feedback. Ik gun iedere patiënt die geopereerd moet worden een veilige omgeving en chirurgen met een goed beoordelingsvermogen en ervaring. Nou, ik kan je wel verzekeren dat dat voor het overgrote deel in Nederland het geval is.”
Topchirurg Emiel Rutgers.
De koningin
“Ik had eens een patiënt, Marjolein*. Ze kwam een lange tijd geleden, toen ze 19 was, met een grote tumor in haar linkerborst. 15 centimeter groot. Haar hele borst was ingenomen door het kankergezwel. We konden geen uitzaaiingen in het lichaam vaststellen dus we hebben haar toen eerst met chemotherapie behandeld. Dat was toentertijd heel modern. Die tumor werd er héél veel kleiner van. Zodanig dat we ‘m wel konden opereren. Toen heeft ze dus op haar 19eeen borstamputatie gehad. Het bleek dat ze geboren was met een erfelijk gen wat het risico op borstkanker veel groter maakt. Ze nam toen het besluit om uit voorzorg ook haar andere borst weg te laten halen én haar eierstokken. Want vrouwen die met zo’n gen-verandering (BRCA-1 of 2 gen) geboren worden die hebben een groot risico op borstkanker en eierstokkanker. Dat heeft ze toen allemaal laten doen. Ze heeft daarna borstreconstructies ondergaan. Het ging uiteindelijk erg goed met haar en ze ging verder met haar leven. Ongeveer 4 jaar geleden komt ze naar mij toe met buikpijk. Na onderzoek bleek ze een volledig uitgezaaide baarmoederkanker te hebben. Ze was toen 36. Ja, dat was verschrikkelijk. Ze heeft toen intensieve chemo gehad, daarop was ook weer in haar buik alles verdwenen, bijna alles. Ze is geopereerd. We zijn nu vier jaar later en Marjolein doet het goed. Ze is nu wel heel onzeker geworden, dat beseffen we ook. Ik noem haar altijd de koningin.”
De toekomst
“Alle technische mogelijkheden en de steeds vernieuwende middelen die er nu zijn, geven ons steeds meer handvatten en meer instrumenten om kanker op hun zwakke plek aan te pakken. Met borstkanker zijn we er nog niet helemaal, maar het gaat de goede kant op. Voor kankersoorten waarvan we vroeger dachten: ‘nou dat wordt helemaal niks’, zijn ook weer betere mogelijkheden. Zeker bij borstkanker, maar ook bij andere kankersoorten hebben we nu meer en meer middelen waarmee we het ziekteproces zonder te veel bijwerkingen, onmerkbaar en rustig kunnen houden. Was het vroeger na een half jaar helemaal fout, dan kan het nu zomaar zeven jaar lang goed gaan. Dan is het in feite in die periode een chronische ziekte. Bijvoorbeeld ook een melanoom, als dat uitgezaaid was, dan liep dat tien jaar geleden binnen een half jaar slecht af. Nu kunnen we hele groepen patiënten jaren en jaren goed houden of zelfs opnieuw genezen. Met bijzondere nieuwe therapieën of nieuwe stofjes. Dus ja, de mogelijkheden en voorbeelden die ik nu noem stemmen mij optimistisch.”
“Maar, er zullen altijd mensen aan kanker blijven overlijden. Dat is onvermijdelijk. Net zoals er nog altijd mensen aan infectieziektes overlijden, ondanks het feit dat we de antibiotica hebben. Er overlijden ook nog steeds mensen aan tuberculose, hoewel dat zeldzaam is. Het helemaal uitroeien van kanker, in de zin van er niet aan doodgaan, dat zal niet lukken. Bovendien: wil je allemaal intensieve behandelingen als je 95 bent, een lichte vorm van alzheimer hebt en slecht ter been bent? Dan kan het ook goed zijn dat het einde uiteindelijk ingeleid wordt door de gevolgen van die kanker. Ik kom dan toch weer terug bij één van mijn eerste opmerkingen. Als chirurg, moet je een goed beoordelingsvermogen hebben. Niet alles wat kan dat moet, en niet alles wat moet dat kan.”
Over Topdokters
“Mijn belangrijkste drijfveer om mee te doen aan het programma Topdokters is
dat ik een mogelijkheid krijg om voor het voetlicht te brengen dat de dokters er voor de patiënten zijn en niet voor henzelf. Dat ze gewoon mensen zijn en goed op de hoogte moeten zijn enzovoorts. Maar dat je er vooral voor de patiënt bent.”
“Er wordt wel degelijk gedacht: die dokters zijn er alleen maar om hun eigen zakken te vullen. Of eh… die rijke stinkspecialisten. Dat hoor je nog weleens. Ik kan je uit de droom helpen. Ik werk gewoon in dienstverband, dus daar moet je je geen wilde voorstellingen van maken. Maar, daar gaat het mij ook helemaal niet om. Mij gaat het erom dat ik een prachtige baan heb, dat ik het echt geweldig vind wat ik kan en mag doen en dat ik dat voor die patiënt mag doen. Dat wilde ik graag ook laten zien.”
Onderzoek
“Het moet altijd beter. Dat lukt niet door af te wachten. Je moet nieuwsgierig zijn en dus onderzoek doen. De rode draad van het onderzoek dat ik nu doe, is dat we af en toe wel heel erg veel behandelen en dat de uitkomsten wel heel erg goed zijn. Maar zijn we niet bezig met overbehandeling? Het is zo dat in de kankergeneeskunde er niets makkelijker is dan om meer te doen. Meer chemo, meer behandelingen… De patiënt denkt dat het goed voor hem of haar is, het ziekenhuis vindt het ook wel goed want ja, er zijn meer behandelingen. Nu ben ik een beetje cynisch maar de farmaceutische industrie is er ook wel blij mee. Dus er is in feite niets makkelijker dan de behandelingen, uit te breiden. En er is niets moeilijker om dat terug te draaien. Dat is heel ingewikkeld, maar het is ons, met het onderzoeksteam, wel degelijk gelukt om op een aantal vlakken in de borstkankerbehandeling die overbehandelingen terug te draaien. Zo hebben we voor elkaar gekregen dat een complete oksellymfeklieroperatie bij borstkanker bijna nooit meer nodig is, terwijl 15 jaar geleden zo’n 70 procent van die patiënten nog zo’n operatie onderging. Met alle bijwerkingen van dien.”
“Het minder behandelen waar het niet die meerwaarde heeft is altijd een hardnekkige zoektocht. Ook omdat zoveel dokters blij zijn dat het zo goed gaat en bij minder doen, vrezen dat ze niet het goede doen. Dat is één van mijn belangrijkste onderzoeksthema’s. Het de-escaleren. Het verminderen van behandelingen met gelijkblijvende genezingskansen natuurlijk.”
Emiel Rutgers is een van de artsen die gevolgd wordt in het programma Topdokters. Topdokters wordt elke woensdag om 21:30 uitgezonden op RTL4.
*De naam van de patiënt is om privacyredenen gefingeerd