Het leven wordt steeds duurder. We zeggen het vaak,
maar nu blijkt het ook uit cijfers. Het dagelijkse leven was in april 4,1
procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast zien we dat de inflatie
in april hoger was dan in maart. Toen bedroeg de inflatie nog 3,7 procent. De inflatie raakt ons allemaal. Maar waardoor is die
inflatie zo hoog? Wat zijn de boosdoeners? De inflatie werd vooral veroorzaakt
door de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen, tabak en alcoholische dranken.
Voedingsmiddelen alleen al hadden een inflatie van 7,2 procent , een stijging
van 0,1 procent ten opzichte van maart. Dat lijkt misschien weinig, maar als er
elke maand 0,1 procent bij komt, gaat het toch behoorlijk hard.
Inflatie in de dienstensector
Ook in de dienstensector stegen de prijzen flink. In
april gingen de prijzen daar met 5,6 procent omhoog, tegenover een stijging van
4,7 procent in maart. Energie werd daarentegen iets goedkoper: een daling van
3,2 procent, al was dat iets minder sterk dan de 3,3 procent prijsdaling in
maart. In dit cijfer zijn ook motorbrandstoffen meegenomen.
Als we kijken naar de maand-op-maandontwikkeling, zien we
dat de prijzen voor consumenten in april met 1 procent zijn gestegen. Wel moet
er een kanttekening worden geplaatst bij deze cijfers: het CBS baseert zich op
een raming van nog onvolledige gegevens. Het kan dus zijn dat de inflatie
uiteindelijk nog iets hoger of juist lager uitvalt. Dat moeten we afwachten.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese
rekenmethode kwam vorige maand ook uit op 4,1 procent, tegenover 3,4 procent in
maart. Dit verschil komt doordat de Europese methode net iets anders rekent dan
het CBS. Binnen de Europese Unie telt bijvoorbeeld het wonen in een eigen
woning niet mee in de berekening.
Uitleg van het CBS
Het CBS geeft aan dat de prijzen in april altijd wat
sterker stijgen dan in de maanden ervoor. Dat heeft onder andere te maken met
duurdere vliegtickets vanwege de meivakantie, die dit jaar deels in april viel.
Dat zijn geen structurele prijsstijgingen, maar seizoenseffecten. De
prijsstijgingen zijn dus een logisch gevolg. Daarom is het CBS wat positiever
over de inflatie in de komende maanden.
“In april zaten dit jaar net wat meer vakantiedagen dan
vorig jaar. Dat zorgt ervoor dat diensten duurder worden. Dat effect is er voor
mei uit," zegt CBS-econoom Frank Notten aan NOS. "Ook de vorig jaar
ingevoerde accijnsverhogingen op tabak lopen uit de inflatie. Net als de
huurverhoging uit juli vorig jaar."
Als we naar Nederland kijken, valt er iets op: vergeleken
met andere Europese landen hebben we hier al geruime tijd een hogere inflatie.
In het eurogebied stegen de prijzen in maart met 2,2 procent, terwijl dat
cijfer bij ons dus fors hoger lag, zoals je hierboven hebt gelezen. Later
vandaag komt statistiekbureau Eurostat met een nieuwe snelle raming voor de
eurozone voor april.
De echte details over de exacte prijsstijgingen volgen
over een week. Dan zal het CBS de definitieve cijfers publiceren. Wij zijn
benieuwd of er nog veel verandert. Toch zal het waarschijnlijk niet veel zijn;
vaak zijn de verschillen klein en mogen ze nauwelijks naam hebben.