In het tweede seizoen van Kopstukken ontvangt Justus Dingemanse iconische journalisten uit de Nederlandse voetballerij. In een barretje in Utrecht voelt hij de mannen aan de tand en gaat hij op zoek naar spannende anekdotes. Deze week was columnist Nico Dijkshoorn aan de beurt om eens lekker zijn mening te geven over voetbalzaken. Nico Dijkshoorn schudt zijn stukken meestal in drie kwartier uit zijn mouw. Hij zegt hierover: “Ik schrijf in een soort roes. Dan lees ik het terug en denk ik: dit is zó gek!” Maar dat het hem zo makkelijk afgaat betekent niet dat het een makkelijk beroep is. “De essentie van columns schrijven is dat je om kan gaan met het aantal woorden. Als het 250 woorden of minder zijn, kan ik niet doen wat ik graag doe. Het is of een scheet, of je bent net een Boeddhist. Zo van: ik zal jullie in 120 woorden vertellen hoe het leven in elkaar zit", aldus Nico.
Nico Dijkshoorn houdt niet van anoniem commentaar
“Ik zat voor de lol op Twitter. Als iemand dan reageert: ‘Hé, volgende keer wat grappiger’, dan word ik woedend. Ben ik godverdomme bij je in dienst of zo?” Dijkshoorn heeft vooral niets met mensen die hun identiteit niet onthullen op internet. “Dan antwoord ik altijd met ‘Aldus RickySlingeraapje45683’. Die kan dan niet openbaar zijn omdat hij kinderen en een baan heeft. Dus is je mening volkomen irrelevant, want er staat niets op het spel voor je. Je kunt iedereen binnen twee minuten kapot maken op Twitter.”
Voetballiefhebber
Wij als voetballiefhebbers kennen Nico Dijkshoorn vooral van zijn column in de voetbal International. Het mooie aan Nico is dat hij altijd zo lekker droog en down to earth is. Met clubliefde heeft hij niet zoveel. “Ik ging altijd naar Ajax omdat ik daarnaast woonde. Maar ik vind het totaal krankzinnig dat je voor een club bent. Dat je van voetbal houdt en dan heel hard juicht als een andere club in de laatste seconde door een onterechte strafschop verliest. Nooit begrepen”, Aldus Nico.