Huizenmarkt in Europa: Nederland is duur, maar het kan véél erger

We spoelen even terug naar 2015. Toen kon je nog gewoon een leuk huisje scoren voor een schappelijke prijs. Een gemiddeld huis in Nederland kostte toen €230.000. Je kon in je eentje best wat moois vinden zonder nachtmerries over biedingsrondes. Sindsdien zijn de huizenprijzen bijna verdubbeld. In 2025 tik je gemiddeld €472.000 af.

En je salaris? Dat groeide in diezelfde tijd met zo’n 33 procent. Hartstikke leuk, maar je blijft hopeloos achter bij de huizenprijzen die 98 procent omhoog knalden. Geen wonder dat starters tegenwoordig de moed bij de IKEA tussen de nepplanten laten hangen.

Maar even eerlijk: we staan in Europa echt niet op plek 1 als het gaat om absurde prijsstijgingen in de huizenmarkt. In Hongarije gingen de huizenprijzen met 207 procent door het plafond. In IJsland (+150%) en Litouwen (+135%) konden ze er ook wat van. Zelfs Polen en Portugal zagen hun huizenprijzen ruim verdubbelen. Nederland staat op plek 12 met zijn +98 procent. Pijnlijk is het zeker, maar het kan dus nog véél erger.

Onze buren hielden het nog redelijk netjes: in Duitsland stegen de huizenprijzen met 46 procent, in België met 40 procent en in Frankrijk met 26 procent. Dat voelt als een koopjesparadijs als je dat vergelijkt met onze markt.

Wil je ontsnappen aan de oplopende huizenmarkt? In Finland bleef het helemaal rustig, met een stijging van maar 1 procent in tien jaar. Ook Italië en Frankrijk bieden nog kansen voor normale prijzen. Voor wat je in Nederland betaalt voor een flatje zonder balkon, koop je daar gewoon een chateau of een villa met uitzicht.

Nederland is duur, zeker weten. Maar in Europees perspectief zijn we nog best oké. En hé, blijf vooral scrollen op Funda. Misschien vind je nog een pareltje.